ECLI:NL:OGEAM:2020:47

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
19 februari 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
100.00527/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensensmokkel en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in Sint Maarten

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is de verdachte beschuldigd van mensensmokkel. Op 3 oktober 2019 arriveerde een zeilboot met veertien ongedocumenteerde Haïtianen in Great Bay, Philipsburg. De verdachte, die aan boord was, werd samen met twee andere mannen aangehouden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 50 maanden, maar de verdediging pleitte voor niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vanwege een ernstig geweldsincident tijdens het voorarrest van de verdachte. Dit incident, waarbij de verdachte werd bedreigd en getuige was van mishandeling door medegedetineerden, leidde tot de vraag of het openbaar ministerie zijn zorgplicht had geschonden.

Het Gerecht oordeelde dat, hoewel er sprake was van een ernstige schending van normen, de behandeling van de strafzaak voldeed aan de eisen van een eerlijk proces. De niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie zou niet alleen de geschonden norm niet herstellen, maar ook de bescherming van de samenleving ondermijnen. Het Gerecht verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in zijn vervolging.

De verdachte werd uiteindelijk schuldig bevonden aan mensensmokkel, waarbij het Gerecht oordeelde dat hij wist dat de Haïtianen geen geldige verblijfsdocumenten hadden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden en de verbeurdverklaring van de zeilboot die bij de smokkel was gebruikt. De uitspraak werd gedaan op 19 februari 2020, waarbij de rechter mr. J. Snitker en zittingsgriffier mr. M. Eggink aanwezig waren.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00527/19
Uitspraak: 19 februari 2020
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] te Dominica,
thans alhier gedetineerd.

Waar het in deze zaak om gaat

Op 3 oktober 2019 meert een kleine zeilboot aan bij de Walter Plantz pier in Great Bay, Philipsburg. Drie mannen waaronder de verdachte stappen van boord en worden door de politie staande gehouden. Aan boord bleken zich veertien ongedocumenteerde Haïtianen te bevinden. De drie mannen worden beschuldigd van mensensmokkel.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 januari en 5 februari 2020. Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. G. Hatzmann, advocaat te Sint Maarten.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de mensensmokkel bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 50 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit en heeft daarnaast een strafmaatverweer gevoerd.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De raadsman heeft niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit vanwege een ernstig incident dat zich tijdens het voorarrest van de verdachte in het huis van bewaring te Point Blanche heeft voorgedaan. De verdachte is daar door medegedetineerden gegijzeld en bedreigd. Voor de ogen van de verdachte hebben deze medegedetineerden de celgenoot van de verdachte mishandeld en bedreigd, en de beeldopnamen die hiervan zijn gemaakt opgestuurd naar een zus van de celgenoot met het doel om US$ 1500 van die zus af te persen. Volgens de raadsman heeft het openbaar ministerie zijn zorgplicht jegens de verdachte in zo ernstige mate geschonden door de verdachte vast te houden op een plaats waar hij dagelijks moet vrezen voor zijn leven, dat het zijn recht op vervolging van de verdachte heeft verspeeld.
Het Gerecht komt tot de volgende beoordeling.
Dat er in het door de raadsman aangehaalde incident sprake is van een ernstige schending van normen staat als een paal boven water. De vraag is welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden. De normschending is veroorzaakt door medegedetineerden en falend toezicht in het huis van bewaring, maar laat onverlet dat de behandeling van de strafzaak voldoet aan de eisen van een eerlijk proces. Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging levert geen herstel van de geschonden de norm op, en doet bovendien afbreuk aan de bescherming van de samenleving – wat een belangrijk doel van de strafrechtspleging is. Strafbaar gedrag moet kunnen worden vervolgd, ook hier op Sint Maarten, en bij ernstige strafbare feiten hoort een afschrikwekkende straf. Het openbaar ministerie is daarom ontvankelijk in zijn vervolging.

Waardering van het bewijs

Op 3 oktober 2019 meert een kleine zeilboot aan bij de Walter Plantz pier in Great Bay, Philipsburg. Drie mannen waaronder de verdachte stappen van boord. Aan boord bleken zich nog 14 Haïtianen te bevinden die geen visum voor Sint Maarten hadden en allen werden aangehouden op verdenking van overtreding van de Landsverordening Toelating en Uitzetting.
Uit het verhoor van een getuige bleek dat de Haïtianen op de avond van de eerste oktober 2019 als passagiers op een zeilboot vanuit Dominica richting Sint Maarten waren vertrokken. Voor deze reis moest de getuige US$ 2000 betalen. Het vertrek vanuit Dominica was een paar dagen vertraagd, onder meer omdat er een schip van de kustwacht van Dominica op zee voer. De zeilboot werd bestuurd door drie mannen, waaronder de verdachte. Een lid van de bemanning ontving tijdens de boottocht reisinstructies per telefoon. De bemanning wilde bij daglicht niet op Sint Maarten blijven uit vrees om te worden gearresteerd, en zij zijn op een moment waarop zij voor de kust van Sint Maarten lagen in de richting van Saint Kitts gaan varen - tot zij de instructie kregen op terug te keren naar Sint Maarten. Toen een bemanningslid kort na het aanmeren bij de Walter Plantz pier door een agent werd aangesproken, maanden de overige bemanningsleden de passagiers om stil te zijn en uit het zicht te blijven.
Het Gerecht stelt vast dat de verdachte een van de mannen was die de boot bestuurde waarmee veertien ongedocumenteerde personen met de Haïtiaanse nationaliteit vanuit Dominica naar Sint Maarten zijn gereisd, waar zij op 3 oktober 2019 aan land gingen.
Dat de verdachte wist dat de Haïtianen geen geldige titel hadden voor een verblijf op Sint Maarten en dat er dus sprake was van mensensmokkel, volgt uit het zoveel mogelijk mijden van contact met de autoriteiten. Dat begon al met het uitstellen van het vertrek uit Dominica in verband met een patrouille van de kustwacht. Ook het aanvangstijdstip van de reis, ’s avonds na zonsondergang, duidt erop dat contact met de autoriteiten werd gemeden. Op de plaats van bestemming aangekomen kiest de men er voor om de koers te verleggen naar Saint Kitts, maar enkele uren later volgt men de instructie op om de steven te wenden en terug te keren naar Sint Maarten. De enige verklaring voor dat reisgedrag is dat de verdachte heeft geweten dat de passagiers aan boord van het zeilschip op illegale wijze in Sint Maarten zouden gaan verblijven. Niettemin is de verdachte hierbij behulpzaam geweest, door met anderen de zeilboot te besturen en telefonisch verkregen instructies op te volgen.
Het is zonder meer aannemelijk dat de verdachte dit heeft gedaan om er financieel beter van te worden. Niet vaststaat evenwel dat de verdachte naast de vervoersdienst waarmee hij de gesmokkelden behulpzaam was bij het verschaffen van toegang tot Sint Maarten, ook het oog had op het verschaffen van verblijf aldaar. In zoverre zal de verdachte van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.
In bijlage II heeft het Gerecht de wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op
of omstreeks3 oktober 2019 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging,
althans alleen, een of meer(14) perso(o)n(en) met de Haïtiaanse nationaliteit
, in elk geval met een buitenlandse nationaliteit, te weten:
- [ gesmokkelde persoon 1]
- [ gesmokkelde persoon 2]
- [ gesmokkelde persoon 3]
- [ gesmokkelde persoon 4]
- [ gesmokkelde persoon 5]
- [ gesmokkelde persoon 6]
- [ gesmokkelde persoon 7]
- [ gesmokkelde persoon 8]
- [ gesmokkelde persoon 9]
- [ gesmokkelde persoon 10]
- [ gesmokkelde persoon 11]
- [ gesmokkelde persoon 12]
- [ gesmokkelde persoon 13]
- [ gesmokkelde persoon 14]
behulpzaam
zijn/is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Sint Maarten, of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of
uit winstbejag behulpzaam zijn/is geweest bij bet zich verschaffen van verblijf in Sint Maarten, of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die personen met de Haïtiaanse nationaliteit daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen hebben/heeft verschaft,
immers
hebben/heeft verdachte en
/ofzijn mededader(s), tezamen en in vereniging,
althans alleen:
- voorafgaand en tijdens de smokkel afspraken gemaakt en/of instructies uitgewisseld met zijn/hun mededader(s) over het vervoeren van voornoemde perso(o)n(en) met de Haïtiaanse nationaliteit en
/of
- voornoemde personen met de Haïtiaanse nationaliteit per boot vanaf Dominica naar Sint Maarten vervoerd en
/of
- vervolgens met voornoemde boot aangemeerd aan de pier in Great Bay, Philipsburg,
aldus de toegang tot
en/of de doorreis dooren/of het verblijf in Sint Maarten van die voornoemde personen met de Haïtiaanse nationaliteit
georganiseerd en/of gecoördineerd en/ofgefaciliteerd, terwijl verdachte wist
of ernstige reden had te vermoedendat die aanwezigheid en
/ofdat verblijf wederrechtelijk was;

Strafbaarheid van de feiten en kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen 1:123 en 2:154 van het Wetboek van Strafrecht.
De bewezenverklaarde feiten worden als volgt gekwalificeerd:
- het een ander behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Sint Maarten, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het Gerecht neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Bij mensensmokkel worden enorme risico’s gelopen en vallen regelmatig slachtoffers te betreuren. Ook de reis waar de verdachte aan heeft meegewerkt was bijzonder risicovol. De gesmokkelde personen maar ook de bemanningsleden hebben hun leven op het spel gezet door scheep te gaan op die kleine overvolle boot zonder fatsoenlijke uitrusting – zo ontbrak een scheepsradio en waren er onvoldoende reddingsvesten aan boord. Daarnaast wordt met mensensmokkel het normale toezicht door overheden op het in- en uitreizen van personen omzeild. Dat brengt niet alleen veiligheidsrisico’s met zich mee maar brengt een land ook economische schade toe in de vorm van illegale arbeid. Dit rechtvaardigt een vrijheidsstraf van lange duur.
Als bijkomende straf zal de verbeurdverklaring worden uitgesproken van de onder de verdachte in beslag genomen en aan hem toebehorende zeilboot met behulp van welke de mensensmokkel is begaan.

BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan;
- kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
twee jaren;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
-
-verklaart verbeurd het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een zeilboot wit van kleur genaamd Solitude 1698 circa 10 meter lang.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. J. Snitker, bijgestaan door mr. M. Eggink (zittingsgriffier), en op 19 februari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht Sint Maarten.
uitspraakgriffier: