In deze zaak heeft eiseres, een wasserij en stomerij in Madame Estate, beroep ingesteld tegen een tijdelijke hindervergunning die door de Minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur van Sint Maarten was verleend. De vergunning was onderworpen aan verschillende voorwaarden, waaronder een beperking op het gebruik van de wasserij in het weekend. Eiseres betwistte deze voorwaarde, stellende dat er geen juridische basis voor was en dat de beslissing onzorgvuldig was genomen. De procedure begon met een pro forma beroepschrift dat op 24 oktober 2018 werd ingediend, gevolgd door aanvullende gronden op 4 februari 2019 en een verweerschrift van de verweerder op 8 april 2019. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 november 2019, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten.
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten oordeelde dat eiseres belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, ondanks dat de vergunning inmiddels was verstreken. Het Gerecht overwoog dat de vergunning niet alleen betrekking had op een eenmalig evenement, maar van blijvend belang was voor de exploitatie van de wasserij. Het Gerecht concludeerde dat de verweerder de vergunning zorgvuldig had voorbereid en dat de belangen van zowel eiseres als de omwonenden voldoende waren afgewogen. De voorwaarden die aan de vergunning waren verbonden, zoals het geluidsniveau en de beperking van activiteiten in het weekend, werden als redelijk beschouwd. Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het beroep ongegrond, met de mogelijkheid voor eiseres om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen.