ECLI:NL:OGEAM:2020:22

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
20 maart 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
Lar 103/2019, SXM201901266
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning voor een echtpaar op basis van onredelijke vacaturevoorwaarden

In deze zaak heeft eiser op 6 juni 2019 een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning (twv) ingediend ten behoeve van een vreemdelinge, afkomstig uit Suriname, met als doel arbeid in loondienst als 'caretaker'. De aanvraag werd op 5 juli 2019 door de verweerder afgewezen, omdat de voorwaarden in de vacature onredelijk zouden zijn en de lokale werving in de weg zouden staan. Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd door de verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 februari 2020 zijn beide partijen verschenen, en hebben zij pleitaantekeningen overgelegd. Het Gerecht heeft op 20 maart 2020 uitspraak gedaan. Het Gerecht oordeelt dat de verweerder ten onrechte het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar dat er geen reden is om inhoudelijk in te gaan op de beroepsgronden van eiser, omdat het bezwaar en het beroep geen kans van slagen hebben. De vacature betreft een echtpaar, en de afwijzing van de twv voor de vrouw kan niet leiden tot afgifte van de gevraagde twv's voor het echtpaar.

Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, maar het bezwaar alsnog kennelijk ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 20 maart 2020
Zaaknummer: SXM201901266-LAR00103/2019
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
(eiser),
eiser,
gemachtigde: mr. N.C. DE LA ROSA,
tegen
DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, SOCIALE ONTWIKKELING EN ARBEID VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.O. MULLER,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 16 oktober 2019, waarbij het bezwaarschrift van eiser, gericht tegen verweerders beschikking van 5 juli 2019 inhoudende afwijzing van de aanvraag tewerkstellingsvergunning (hierna: twv) ten behoeve van de vreemdelinge (betrokkene), niet- ontvankelijk is verklaard.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 25 november 2019 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) heeft eiser tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
2.2.
Op 30 december 2019 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 24 februari 2020. Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.4.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten

3.1.
Eiser heeft op 6 juni 2019 een aanvraag twv bij verweerder ingediend, ten behoeve van vreemdelinge (betrokkene), afkomstig uit Suriname en van Surinaamse nationaliteit met als doel arbeid in loondienst als “caretaker” bij de heer (eiser).
3.2.
Bij beschikking van 5 juli 2019 heeft verweerder afwijzend beslist op de aanvraag en daarbij het volgende overwogen:
(…) Based on the position description in the Job Vacancy Form and the newspaper advertisement the department of Labour Affairs does not see the need/nor is it sufficiently motivated for a need to have 2 caretakers to be husband and wife to take care of the applicant’s household. This hampers persons available on the local labor market in gaining access to this employment opportunity according to article 9.b of the National Ordinance.(…)”
3.3.
Bij brief van 1 augustus 2019 heeft eiser bezwaar aangetekend tegen voormelde beschikking van 5 juli 2019.
3.4.
Bij de bestreden beschikking heeft verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. In de bestreden beschikking is daartoe onder meer het volgende overwogen:
“(…)U heeft ervoor gekozen om slechts ten aanzien van één van die afwijzingen, namelijk die betreffende mevrouw (betrokkene), bezwaar aan te tekenen. Gegeven het feit, nogmaals, dat Uw client op zoek is naar een tweekoppig team van ‘caretakers’ wordt Uw client geacht geen belang te hebben bij het bezwaar, welke slechts een van de twee beoogde team-leden betreft. Immers, zelfs indien het bezwaar gegrond zou worden verklaard en alsnog een t.w.v. verleend zou worden ten behoeve van slechts één van de twee beoogde team-leden, dan zou daarmee het tweekoppige team niet compleet zijn. Nu uw client, gezien de samengestelde aanvrage, geen belang blijkt te hebben bij dit (enkelvoudige) bezwaar, kan hij niet in dat bezwaar worden ontvangen.(…)”
4.De beoordeling
4.1.
Artikel 9 Landsverordening arbeid vreemdelingen luidt:
Een tewerkstellingsvergunning kan worden geweigerd:
a. indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben verricht de arbeidsplaats te doen vervullen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
b. indien er in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhouding of arbeidsomstandigheden beletselen zijn gelegen voor vervulling van de arbeidsplaats door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
4.2.
Eiser heeft twee twv’ s aangevraagd ter vervulling van een openstaande vacature:
“caretaker (couple) -husband and wife”.
Nadat gebleken is, zo stelt eiser, dat op de lokale arbeidsmarkt geen geschikte kandidaten te vinden waren heeft eiser voor een echtpaar niet woonachtig op Sint Maarten, voor de man en de vrouw afzonderlijk, een twv aangevraagd. Onderhavige beroepsprocedure betreft de afwijzing door verweerder van de aanvraag van de vrouw.
4.3.
Bij beslissing van 5 juli 2019 heeft verweerder de aanvraag van de vrouw afgewezen omdat de voorwaarden in de vacature zodanig onredelijk zijn dat deze lokale werving in de weg staan. Verweerder stelt dat niet is gebleken dat de vacature vervuld dient te worden door een echtpaar. Eiser heeft bezwaar ingesteld tegen de afwijzende beslissing van de vrouw. Het Gerecht stelt vast dat de afwijzende beslissing met betrekking tot de man aldus in rechte vast staat.
4.4.
Het Gerecht is van oordeel dat verweerder terecht heeft overwogen dat het bezwaar van eiser niet kan leiden tot toekenning van de gecombineerde aanvraag twv voor een echtpaar. Het Gerecht is voorts van oordeel dat met deze motivering verweerder het bezwaar van eiser kennelijk ongegrond had dienen te verklaren. Er zijn immers geen gronden om te beslissen dat eiser niet-ontvankelijk zou zijn in zijn bezwaar. Het bezwaar is tijdig ingediend en voldoet aan alle vereisten.
4.5.
Nu verweerder het bezwaar van eiser ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard is het beroep gegrond. Echter, er is geen reden om inhoudelijk in te gaan op de beroepsgronden van eiser nu het bezwaar en het beroep geen kans van slagen hebben. Omdat de vacature een echtpaar behelst kan het bezwaar en het beroep tegen de afwijzing van de twv voor de vrouw niet leiden tot afgifte van de gevraagde twv’s voor het echtpaar.
4.6.
Het Gerecht zal met toepassing van artikel 50, lid 4 van de Lar zelf in de zaak voorzien en het bezwaar alsnog kennelijk ongegrond verklaren. Omdat verweerder slechts een ontoereikend dictum heeft gebruikt en de motivering de afwijzing kan dragen ziet het Gerecht geen aanleiding tot een proceskosten veroordeling.

5.De beslissing

Het Gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
verklaart het bezwaar kennelijk ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 20 maart 2020.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.