ECLI:NL:OGEAM:2020:22
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning voor een echtpaar op basis van onredelijke vacaturevoorwaarden
In deze zaak heeft eiser op 6 juni 2019 een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning (twv) ingediend ten behoeve van een vreemdelinge, afkomstig uit Suriname, met als doel arbeid in loondienst als 'caretaker'. De aanvraag werd op 5 juli 2019 door de verweerder afgewezen, omdat de voorwaarden in de vacature onredelijk zouden zijn en de lokale werving in de weg zouden staan. Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd door de verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 februari 2020 zijn beide partijen verschenen, en hebben zij pleitaantekeningen overgelegd. Het Gerecht heeft op 20 maart 2020 uitspraak gedaan. Het Gerecht oordeelt dat de verweerder ten onrechte het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar dat er geen reden is om inhoudelijk in te gaan op de beroepsgronden van eiser, omdat het bezwaar en het beroep geen kans van slagen hebben. De vacature betreft een echtpaar, en de afwijzing van de twv voor de vrouw kan niet leiden tot afgifte van de gevraagde twv's voor het echtpaar.
Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, maar het bezwaar alsnog kennelijk ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving.