Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning door de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van Sint Maarten. De aanvraag werd afgewezen op 8 januari 2019, waarna eiseres bezwaar aantekende. Dit bezwaar werd op 31 juli 2019 ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat de afwijzing onterecht was, omdat de vereisten voor de functie niet correct waren geïnterpreteerd. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 januari 2020.
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat de betrokkene over de vereiste kwalificaties beschikte. De wetgeving vereist dat een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd indien niet kan worden aangetoond dat de vreemdeling over de benodigde diploma's of ervaring beschikt. Het Gerecht concludeerde dat de betrokkene niet over een geldig rijbewijs beschikte, wat een imperatieve afwijzingsgrond is. Daarnaast was de onderbouwing van de werkervaring van de betrokkene onvoldoende, waardoor de afwijzing van de vergunning terecht was.
De uitspraak werd gedaan door rechter J.M. Ghrib op 7 februari 2020, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak hoger beroep aan te tekenen.