ECLI:NL:OGEAM:2019:54

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
24 april 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
100.00456/16
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrouwenhandel en mensenhandel in Sint Maarten met betrekking tot illegale prostitutie

In deze zaak wordt de verdachte, geboren op Curaçao, beschuldigd van vrouwenhandel en mensenhandel in de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016. De verdachte wordt verweten dat zij samen met drie anderen zich schuldig heeft gemaakt aan het werven, vervoeren en huisvesten van vrouwen uit Colombia en de Dominicaanse Republiek voor prostitutiewerkzaamheden in twee bordelen op Sint Maarten. De vrouwen werden onder dwang en in een kwetsbare positie gehouden, met hoge kosten voor huisvesting en een beginschuld voor hun werkvergunning. De verdachte heeft hen ook wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd door hen op te sluiten in de bordelen en hen te verplichten om te werken, zelfs op vrije dagen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, maar het Gerecht legde een geldboete op van Naf 500.000,-- en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar op met een proeftijd van drie jaar. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan vrouwenhandel, mensenhandel, wederrechtelijke vrijheidsberoving, mensensmokkel en illegale tewerkstelling. De zaak benadrukt de ernst van de uitbuiting van kwetsbare vrouwen in de prostitutie en de rol van de verdachte als manager van de bordelen.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00456/16
Uitspraak: 24 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Curaçao,
adres: [adres] te Sint Maarten.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2017, 6 december 2017, 21 februari 2018, 27 juni 2018 en 3 april 2019. Verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door haar raadsman, mr. E.F. Sulvaran, advocaat te Curaçao.
De verdenking in het kort
Verdachte wordt er samen met drie anderen van verdacht dat zij zich heeft schuldig gemaakt aan vrouwenhandel / mensenhandel ten aanzien van een aantal van de vrouwen die in twee op Sint Maarten gevestigde bordelen - [bedrijf 1] en [bedrijf 2] - werkzaam waren (feit 1). Daarnaast wordt verdachte verweten dat zij zich heeft schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van een aantal van deze vrouwen (feit 2) alsmede aan mensensmokkel en illegale tewerkstelling van een aantal van hen (feit 3 en 4).
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie, mr. R.C.P. Rammeloo, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de onder 1, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren, waarvan één (1) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging dient te worden verklaard vanwege ernstige vormverzuimen. Voorts heeft de raadsman bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Waar nodig zal bij de beoordeling van de tenlastelegging nader op de door de raadsman gevoerde verweren worden ingegaan.

Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd en na een toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 3 april 2019 – ten laste gelegd dat zij zich, al dan niet samen met een ander of anderen, schuldig heeft gemaakt aan de volgende feiten:
Feit 1: vrouwenhandel / menshandel ten aanzien van 38 vrouwen;
Feit 2: wederrechtelijke vrijheidsberoving van 41 vrouwen;
Feit 3: mensensmokkel van 22 vrouwen:
Feit 4: illegale tewerkstelling van 20 vrouwen.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen als bijlage I bij dit vonnis en maakt daarvan deel uit. De reeds toegewezen wijziging in de tenlastelegging is daarin cursief weergegeven.

Formele verweren

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is en dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
De raadsman heeft kort gezegd betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu het handelen van het OM in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde is geweest en nu, eveneens door handelen van de zijde van het OM, sprake is van onherstelbare en ernstige aantasting van het recht op een eerlijk proces.
Het Gerecht verwerpt het verweer en overweegt hiertoe als volgt. Op grond van het - door de verdediging aangehaalde - Zwolsman-criterium kan, indien sprake is van een onherstelbaar vormverzuim, niet-ontvankelijkheid van het OM volgen indien met dat vormverzuim een ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde en daardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan. Nu het Gerecht niet is gebleken van enig vormverzuim wordt het verweer reeds om die reden verworpen.
De raadsman heeft voorts betoogd dat de beginselen van een behoorlijke procesorde ook zijn geschonden omdat aan de kant van het OM bij de vervolging van verdachte sprake is geweest van misbruik van macht, van schending van het beginsel van zuiverheid van oogmerk en van schending van het vertrouwensbeginsel. Hierbij zij opgemerkt dat de rechter bij de vervolgingsvraag slechts een zeer marginale toets toekomt en alleen indien sprake is van een geval waarin geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie tot vervolging van verdachte had kunnen overgaan, ruimte is voor een beroep op niet-ontvankelijkheid. Daarvan is hier geenszins gebleken. Van enige bevoegdelijk namens het OM gedane toezegging van niet-vervolging dan wel van een andersoortige gedraging die aan het OM is toe te rekenen op grond waarvan verdachte het vertrouwen heeft mogen koesteren dat hij niet zou worden vervolgd, is niets gebleken. Nu ook verder niets redengevends is aangevoerd ter onderbouwing van de stelling dat niet-ontvankelijkheid zou moeten volgen, kan het verweer ook op deze gronden niet slagen.
Evenmin is het Gerecht anderszins gebleken van feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat afbreuk is gedaan aan het recht op een fair trial zoals bepaald in artikel 6 EVRM. Het Gerecht acht het openbaar ministerie dan ook ontvankelijk in de vervolging van verdachte. Tot slot zijn er geen redenen voor schorsing van de vervolging.

Algemene overwegingen

Getuigenverklaringen
Het grootste deel van het bewijs bestaat in deze zaak uit de getuigenverklaringen die zijn afgelegd door de vrouwen die op de ‘klapdag’ van onderzoek Pompeï in de bordelen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] zijn aangetroffen. De verdediging heeft bepleit dat (een aantal van) de getuigenverklaringen niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd omdat de verdediging het ondervragingsrecht ten aanzien van een aantal van deze vrouwen niet heeft kunnen uitoefenen en de verdediging daarmee de betrouwbaarheid van deze verklaringen niet heeft kunnen toetsen.
Het Gerecht stelt voorop dat het van oordeel is dat de verklaringen zoals die door de vrouwen zijn afgelegd betrouwbaar zijn en dat deze als vertrekpunt voor de beantwoording van de bewijsvraag kunnen dienen. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van verklaringen van getuigen komt in de eerste plaats belang toe aan de consistentie, nauwkeurigheid of gedetailleerdheid, en volledigheid van die verklaringen. Het Gerecht is van oordeel dat de verklaringen zowel op hoofdlijnen als op detailniveau consistent zijn, deze op vele punten worden ondersteund door objectieve en verifieerbare bewijsmiddelen en bovendien voor een groot deel worden bevestigd door de verklaringen van de verdachten. Het enkele feit dat de verdediging een aantal van de verzochte getuigen niet heeft kunnen horen, leidt niet tot de conclusie dat geen van de verklaringen voor het bewijs gebezigd kan worden. Wel zal het Gerecht zich rekenschap geven van het feit dat de verdediging een aantal getuigen niet heeft kunnen horen en daarbij in de strafmaat een compenserende factor toepassen.
Gedoogbeleid ten aanzien van prostitutie
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte niet vervolgd had mogen worden dan wel dat zij niet schuldig is aan de haar verweten feiten, nu op Sint Maarten sprake is van een gedoogbeleid inzake prostitutie. Het Gerecht overweegt hiertoe dat het bestaan van een gedoogbeleid ten aanzien van prostitutie op Sint Maarten in de onderhavige zaak niet ter discussie staat. Sterker nog, in deze zaak is gebleken dat de Sint Maartense overheid des verzocht vergunningen afgeeft ten behoeve van prostituees en bordelen, teneinde een legale vorm van prostitutie op Sint Maarten mogelijk te maken. Dat wil echter niet zeggen dat legale bordelen en hun exploitanten zich daardoor niet kunnen schuldig maken aan mensen- of vrouwenhandel.
De vraag die thans aan het Gerecht voorligt, is of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de uitbuiting van de vrouwen die in de bordelen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] werkzaam waren. De vraag of sprake was van een gedoogbeleid is voor de beantwoording van die vraag niet relevant.
Mocht de verdediging een beroep hebben willen doen op de in artikel 1:114 onder e Sr opgenomen rechtvaardigingsgrond of de in artikel 1:115 onder d of e Sr opgenomen schulduitsluitingsgronden, is het Gerecht van oordeel dat ook die verweren geen kans van slagen hebben gelet op de aard van de verdenkingen tegen verdachte.
Wettelijk kader van vrouwenhandel / mensenhandel
Verdachte wordt verweten dat zij zich gedurende de periode die loopt van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016 heeft schuldig gemaakt aan vrouwen- en of mensenhandel.
Tot 1 juni 2015 was in artikel 260 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen (SrNA) ‘vrouwenhandel’ strafbaar gesteld. Met ingang van deze datum is in het Wetboek van Strafrecht Sint Maarten (Sr) in artikel 2:239 ‘mensenhandel’ strafbaar gesteld. Uit het dossier volgt dat de vermeende betrokkenheid van verdachte bij de uitbuiting van deze vrouwen zich uitstrekt over een periode waarin beide bovengenoemde wetsartikelen van kracht zijn geweest.
Het Hof heeft aan de invulling van het wettelijk kader van artikel 260 SrNA uitvoering aandacht besteed in de uitspraken in de Bada Bing-zaak [1] , en verwijst daar naar. In die zaak is het Hof tot de conclusie gekomen dat voor een bewezenverklaring van vrouwenhandel sprake dient te zijn van de volgende impliciete bestanddelen:
  • het aanwerven, medenemen of ontvoeren van een meerderjarige vrouw of meisje (de handelingen);
  • met het oogmerk haar in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen, begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld (opzet en doel).
Deze bestanddelen maken eveneens onderdeel uit van de bestanddelen zoals die zijn opgenomen in artikel 2:239 Sr. De beoordeling van de vraag of sprake is van vrouwenhandel dan wel mensenhandel kan om die reden in beide gevallen plaatsvinden aan de hand van de daarvoor redengevende in de tenlastelegging opgesomde feitelijkheden. Het Gerecht zal deze feitelijkheden bij de beoordeling van de tenlastelegging afzonderlijk bespreken.
Beoordeling van de tenlastelegging [2]
Feiten
Verklaringen van de vrouwen
[G01]heeft verklaard dat zij uit Colombia komt. Zij wilde naar Sint Maarten komen om te werken en geld te verdienen. Haar moeder is ziek en zij moest medicijnen kopen. [G01] heeft zelf contact gezocht met de club en heeft aan [verdachte] gevraagd of zij daar mocht werken. Zij wist voordat zij begon dat zij zou gaan dansen en met mannen zou slapen. Over de werktijden in [bedrijf 1] heeft [G01] verklaard dat de vrouwen zes dagen per week werkten. Een groep werkte van 12:00 tot 15:00 uur en het tweede groepje werkte van 15:00 tot 18:00 uur. Alle dames begonnen daarna om 20:00 uur tot 02:30 uur. Op een vrije dag moest je toch in de middag de drie uur werken. Je moest verplicht binnen slapen anders kreeg je een boete van $ 110,--. Als een klant je mee nam naar huis of buiten de club, dan betaalde de klant $ 110,--. Per klant vroeg [G01] meestal $ 60,-- per klant, daarvan ging $ 10,-- naar de club en voor die $ 10,-- kreeg zij dan een kamersleutel. Soms verdiende zij niets per dag, en soms $ 200,-- tot $ 400,-- per dag. In de $ 60,-- voor de kamerhuur zit een gratis lunch. [bijnaam verdachte] (het Gerecht begrijpt: [verdachte]) heeft de leiding in de club. Er zijn regels in de club; op tijd zijn voor het werk en geen telefoon in de bar. [G01] heeft verklaard dat zij weg mocht wanneer zij wilde, maar dat zij dan de volgende dag wel een boete moest betalen. [G01] was illegaal op Sint Maarten en had geen verblijf- of werkvergunning. [3]
[G02] heeft gelijkluidend verklaard. Zij komt uit Colombia en studeerde aan de universiteit maar omdat zij geen geld meer had, moest zij daarmee stoppen. Zij is naar Sint Maarten gekomen om te werken, zodat zij haar geld kon verdienen om haar studie af te maken en haar ouders te helpen. Zij heeft in Colombia geld geleend om naar Sint Maarten te kunnen komen. Ze heeft vooraf papieren ingevuld om te kunnen komen. Deze heeft zij aan de immigratiedienst gegeven. [G02] is via een vriendin op eigen houtje bij de club terecht gekomen, en daar heeft zij gesproken met de vrouw die de leiding had, genaamd [verdachte]. [G02] wist wat zij kwam doen bij de club. [verdachte] heeft haar verteld wat de werkuren waren en dat zij één dag in de week vrij zou zijn. Gevraagd naar haar werkzaamheden verklaarde [G02] dat zij danste en gunsten verleende voor geld, oftewel dat zij prostitué was. Net als [G01] heeft [G02] verklaard dat de werktijden of van 12:00 tot 15:00 uur of van 15:00 tot 18:00 uur in de bar waren, en vervolgens van 20:00 uur tot sluitingstijd. Op maandag tot en met donderdag en op zondag was dat om 03:00 uur en op vrijdag en zaterdag was dat om 04:00 uur. Per klant verdiende zij $ 50,-- voor 20 minuten. De klant betaalde ’s avonds $ 10,-- voor de werkkamer en $ 5.—overdag. Dat geld kwam bovenop de $ 50,--. [G02] betaalde $ 60,-- om te wonen en kreeg dan één lunch. Iedere dag aan de bar werd het geld afgedragen. Gevraagd naar de leidinggevende van de bar, noemt zij [verdachte]. Om 04:00 uur moest je binnen zijn bij de club, want dan ging de boel op slot. Je kon er zelf niet uit. [G02] weet niet of zij legaal op Sint Maarten was. [4]
[G032] komt uit de Dominicaanse Republiek en had voordat zij naar Sint Maarten kwam veel economische problemen. Zij had voordat zij vertrok schulden ter hoogte van zo’n RD$ 50.000,--. Haar moeder is afhankelijk van haar en [G032] verzorgde haar levensonderhoud. Zij voelde zich door alle schulden in een hoek gedreven want het huis moest betaald worden, haar lening moest worden afbetaald en zij moest geld voor haar moeder hebben. Ook wilde zij naar de universiteit maar daar was geen geld voor. Haar situatie was erg penibel gelet op de economische problemen en uiteindelijk besloot ze daarom om naar Sint Maarten te gaan. Ze zou in [bedrijf 1] gaan werken als sekswerker en ook zou zij gaan dansen in de club. Zij had contact over haar komst met [bijnaam verdachte], de eigenaresse van de bar, aldus [G032]. Zij heeft allerlei documenten opgestuurd naar [bijnaam verdachte], waaronder een kopie van haar ID-kaart, een bewijs van goed gedrag en haar paspoort. Om naar Sint Maarten te kunnen gaan moest zij nog meer geld lenen en alles bij elkaar opgeteld had zij nog eens zo’n RD$50.000,-- uitgegeven voor zij kon vertrekken. Via de post kreeg ze een contract en papieren voor de werkvergunning. Haar werd verteld dat zij een contract moest betalen dat $ 1700,-- kostte en dat zij elke dag het huis moest betalen. Er werd haar niets verteld over de hoogte van die kosten. [G032] verklaarde dat zij is gegaan omdat zij dacht dat het een uitweg was uit haar economische situatie en dat zij haar droom zou kunnen vervullen om haar moeder een huis te kunnen geven en haar schulden af te betalen.
Aangekomen op Sint Maarten werd zij opgehaald door iemand van de club, en die persoon heeft haar meegenomen. [bijnaam verdachte] had haar verteld dat zij door deze persoon zou worden opgehaald op het vliegveld. Hij bracht haar naar [bedrijf 1]. De dag nadat ze was aangekomen, sprak zij met [bijnaam verdachte]. [bijnaam verdachte] zei haar dat zij niet mocht weggaan zonder het haar te zeggen en dat zij bij het vastgestelde werkrooster moest blijven. Ze had het ook over de boetes die ze gaven als je niet volgens dat rooster werkte en ook over de boetes als de meisjes vertrokken zonder toestemming tijdens het werkrooster. Ook zei ze dat ze iedere avond moest dansen en dat zij iedere keer als er een verzoek was moest instemmen. [G032] heeft verklaard dat op de vrije dag er toch drie uur gewerkt moest worden, als danseres en als sekswerkster. Aan [G032] was niet verteld dat zij $ 50,—per dag moest betalen, dat zij op haar vrije dag toch drie uur moest werken en dat er boetes waren. Ook wist zij niet dat zij ook nog $ 10,-- per klant moest afdragen voor elke keer dat zij naar de kamer ging met een klant. [G032] betaalde iedere dag. Ze hielden het bij in een boekje en zij inden elke keer dat zij ging werken $ 20,-- extra, naast de $ 10,-- . [bijnaam verdachte] was er altijd van ’s ochtends tot ’s middags, [bijnaam mv 1] (het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 1]) kwam af en toe langs. [bijnaam verdachte] hield wekelijks bijeenkomsten met de meisjes. De eigenaar van de club was [bijnaam mv 1]. [bijnaam verdachte] kwam dagelijks, bij [bijnaam mv 1] wisselde het, soms kwam hij drie of vier keer in de week, soms maar één keer.
Een klant betaalde overdag $ 55,-- en ’s avonds $ 60,--. De dames verlieten alleen de club om te werken als de klant hen meenam, en als dat gebeurde, dan noteerden ze de gegevens van de klant en betaalden ze $ 200,-- bij het weggaan. Gevraagd naar de bewegingsvrijheid binnen en buiten de club heeft [G032] verklaard dat ze weinig vrijheid hadden. Aangekomen bij de club moesten de vrouwen alles zelf kopen wat zij op hun kamer moesten gebruiken. Je kreeg alleen een kamer met een bed en dat was het. De kamers hielden de meisjes zelf schoon. [G032] had zelf een sleutel van haar kamer, maar er was ook een deur die uitkwam op de kamers, die gesloten werd. Als die deur op slot was dan kon zij haar kamer niet in of uit. De leidster had de sleutel en zij moesten het dan tegen haar zeggen als zij naar buiten wilden. De dames moesten iedere week naar de dokter, zij moesten altijd goed gekleed zijn en altijd hoge hakken dragen. Er werden boetes uitgedeeld. Iedere keer dat [G032] de shift van drie uur niet werkte, moest zij een boete van $ 15,-- betalen. Er waren verschillende bedragen voor de boetes. Er was geen vrijheid om woonruimte te kiezen, het verblijf in de club was verplicht. Tijdens werkuren konden de meisjes geen gebruik maken van hun telefoon. Er hingen camera’s in de club en er was beveiliging in de zaak. [G032] heeft verklaard dat zij niet verplicht werd om te werken op dagen dat zij menstrueerde, maar dat zij wel elke dag de huur voor de kamer moest betalen. Als zij een dag dan niet kon betalen, dan werd deze bij de dag erna opgeteld. Zoals gezegd moesten de vrouwen iedere week naar de dokter voor een consult. Zonder het papiertje van de dokter konden zij niet werken. Dit werd bepaald door [bijnaam verdachte]. [5]
Ook [G031] heeft een verklaring afgelegd. Zij komt uit de Dominicaanse Republiek en was aan het studeren maar moest daarmee stoppen toen zij haar dochter kreeg. Haar economische situatie was heel slecht voordat zij naar Sint Maarten kwam. Zij verdiende niet genoeg om van te leven. Via een vriendin kwam zij in contact met [bijnaam verdachte] en zij stuurde al haar papieren naar haar op. Het was een lang proces waarin zij steeds papieren opstuurde en documenten toegestuurd kreeg. In totaal heeft zij ongeveer RD$50.000,-- tot RD$ 60.000,-- betaald voordat zij kon afreizen. Zij wist van te voren dat zij als prostitué en als danseres zou gaan werken. Haar was verteld dat zij het huis $ 50,-- per dag moest betalen en dat zij een contract van $ 1700,-- of $ 1800,-- moest betalen. Hiervoor moest zij een schuld aangaan bij haar zussen. Bij aankomst op Sint Maarten werd zij opgehaald door [medeverdachte 3]. Zij was met nog vijf vrouwen, waarvan er drie naar [bedrijf 1] en twee naar [bedrijf 2] gingen. Eenmaal aangekomen in [bedrijf 1], de club waar [G031] terecht kwam, werden haar de regels uitgelegd, waaronder de werktijden, en het feit dat als zij te laat zou komen, er een boete van $ 50,-- of $ 60,-- dollar betaald moest worden. De meeste boetes werden opgelegd vanwege het niet nakomen van het werkschema. Iedere keer dat zij met een man naar de kamer ging om te werken, zou er $ 20,-- worden afgetrokken voor het contract. ook moest zij voor de kamer $ 5,-- in de middag en $ 10,-- in de avond betalen. Voor de eerste twee mannen moest zij dan de $ 50,-- voor de huisvesting afdragen. Op de vrije dag moest toch de drie uren in de middag verplicht gewerkt worden, want voor die dag moest ook de kamer betaald worden.
Op vrije dagen moest zij voor drie uur thuiskomen, voordat de zaak dichtging, en kon zij daarna niet meer naar buiten. Als zij dat toch deed, dan rekenden ze dat als een uitstapje, dat $ 500,-- kostte. De condooms betaalden zij zelf en iedere week ging zij verplicht naar de dokter voor een consult. Over [bijnaam verdachte] heeft zij verklaard dat zij de vrouw van de eigenaar is en dat zij er elke dag is. [bijnaam verdachte] en [bijnaam mv 1] hadden de leiding over de club, zij waren er altijd, ze zijn altijd in de buurt. [bijnaam mv 1] kwam en ging de hele dag, en [bijnaam verdachte] was er ook gedurende de dag door. In de club hingen overal camera’s en er was bewaking. [6]
De Dominicaanse [G033] is naar Sint Maarten gekomen op zoek naar een beter bestaan. Zij was verantwoordelijk voor het levensonderhoud van zowel haar dochter als haar moeder en van haar inkomen in de Dominicaanse Republiek kon zij niet rondkomen. Via via is zij in contact gekomen met [bijnaam verdachte] van [bedrijf 1]. Haar werd verteld dat zij een contract van $ 1700,-- moest betalen, en dat dat met $ 20,-- per keer verrekend zou worden per klant. [G033] heeft ook contact gehad met [medeverdachte 2], de beheerder van [bedrijf 2]. Ze stuurde foto’s van zichzelf naar haar op zodat ze konden zien of zij zwangerschapsstriemen had. Ook [G033] heeft kosten gemaakt voordat zij in staat was om af te reizen naar Sint Maarten. Toen zij haar visum eenmaal had, kon zij naar Sint Maarten komen. In het contract met [bedrijf 1] stond dat zij twee dansen per avond moest verrichten, dat zij seksuele diensten zou verrichten en dat [bijnaam mv 1] verantwoordelijk voor haar was. Wat er nog meer in stond weet zij niet meer, omdat het in het Nederlands ging, terwijl ze er vanuit ging dat de informatie in het Spaans zou worden toegestuurd. Eenmaal aangekomen op Sint Maarten moest de hele kamer worden ingericht, dit heeft ongeveer RD$ 12.000,-- gekost. Aan [G033] was verteld dat zij wel $ 800,-- tot $ 1000,-- per dag zou kunnen verdienen, maar dat was niet zo. [G033] vond het ook niet leuk dat de vrouwen niet vrijgesteld werden van huur op het moment dat zij ziek waren. Zij heeft geprobeerd daartegen te protesteren maar er werd tegen haar gezegd dat ze probeerde problemen op te wekken bij de meisjes. [G033] probeerde de meisjes bijeen te roepen om voor zichzelf op te komen maar dat lukte niet. Het waren vooral arme meisjes van het platteland met weinig middelen van bestaan. Op een bepaald moment werd [G033] op het matje geroepen door [bijnaam mv 1] omdat zij een jurk droeg in plaats van sexy ondergoed. Haar werd toen medegedeeld dat zij in het vervolg een boete zou krijgen van $ 100,-- als ze niet juist gekleed zou gaan. Degenen die de meisjes op het matje riepen waren de verantwoordelijken van de avond, en natuurlijk [bijnaam verdachte] en [bijnaam mv 1] als zij er waren. Als [bijnaam verdachte] er niet was, dan was [bijnaam mv 1] wel aanwezig, en zij vormden een ketting. Iemand vertelde iets aan [bijnaam verdachte], zij overlegde dan weer met [bijnaam mv 1] en andersom. [G033] was wel eens buiten de club, maar wel pas nadat ze drie uur had gewerkt, want anders moest je $ 70,-- betalen en ’s avonds moest je voor het naar buiten gaan $ 300,-- betalen. In het begin waren er capitana’s, meisjes die een sleutel hadden om in noodgevallen de deuren open te maken die in principe op slot gingen ’s nachts, maar dat is afgeschaft nadat één van de capitana’s weg was gegaan. Vanaf toen werden de vrouwen opgesloten achtergelaten. Als je niet voldeed aan de huisregels, werd je op het matje geroepen of kreeg je een boete. [G033] dacht dat zij op haar vrije dagen buiten mocht slapen maar dat mocht niet en ook moest je op de vrije dag toch drie uur werken om de huisvesting te betalen, daarom was het helemaal geen vrije dag. [G033] verdiende $60,-- per klant, waarvan $ 10,-- naar de club ging en $ 20,-- werd afgetrokken voor de aflossing van het contract. Desgevraagd heeft [G033] verklaard dat zij zich in haar bewegingsvrijheid beperkt voelde, omdat de vrouwen tijdens werktijd in de club moesten verblijven omdat ze anders een boete kregen, maar hoe dan ook kregen zij een boete als zij naar buiten wilden en na sluitingstijd naar buiten was ook niet mogelijk omdat de club dan op slot ging en je de dag erna anders problemen zou krijgen. Binnen de club, bij het gebied bij de bar en buiten hingen camera’s. Ook werden de tassen van de vrouwen gecontroleerd om te kijken of zij telefoons bij zich hadden. De betaling verliep als volgt; de klant betaalde de vrouw en de vrouw betaalde vervolgens de zaak. [7]
Ook [G025], afkomstig uit Colombia, is naar Sint Maarten gekomen om geld te verdienen. Zij heeft van een vriendin het nummer van [medeverdachte 2] (het Gerecht begrijp: [medeverdachte 2]) gekregen en nadat zij contact hadden gehad heeft zij allerlei documenten opgestuurd naar [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] is de beheerder van de club. Zij kreeg ook allerlei documenten terug, maar kon deze niet lezen omdat zij in het Nederlands waren. [G025] zelf spreekt alleen Spaans. Toen zij op Sint Maarten aankwam heeft zij een document voor Immigratie getekend en daarvoor moest zij $ 1700,-- betalen. Zij heeft dat bedrag ook afgelost. Voordat zij naar Sint Maarten kwam wist zij al dat zij als danseres zou werken en dat zij seksuele diensten tegen betaling zou gaan verrichten. Op Sint Maarten aangekomen werd ook [G025] opgehaald en naar de club gebracht, in haar geval [bedrijf 2]. Hier golden dezelfde werkuren en ook hier hebben de vrouwen één vrije dag in de week. Op deze vrije dag moet zij wel drie uur werken omdat de huur betaald moet worden. Als [G025] buiten de club wil slapen door de week, dan kostte dat $ 110,-- en in het weekend $ 160,--. Per klant verdiende [G025] $ 35,-- per klant en betaalde zij $ 3,-- voor de sleutel voor 20 minuten en in de avond as het $ 50,-- per klant en betaalde zij $ 10,-- voor de sleutel, ook voor 20 minuten. Als de klant langer nodig had, dan gold hetzelfde bedrag weer voor 20 minuten. Ook bij [bedrijf 2] was de kamerhuur $ 50,-- per dag inclusief één maaltijd. Zelf moesten ze zorgen voor de inrichting en alle persoonlijke artikelen. Bij aankomst moesten zij een doktersonderzoek ondergaan van $ 110,-- en daarna iedere week een doktersbezoek voor $ 13,--. Om de drie maanden volgende vervolgens een medisch onderzoek voor $ 150,--. Bij [bedrijf 2] heeft [medeverdachte 2] de leiding. Er zijn regels die zien op het betalen van de huur, de sleutel en de te werken uren. Als je niet voldoet aan de regels word je hierop aangesproken en word je er op gewezen dat je moet betalen. [G025] vindt het niet leuk dat zij dit werk moet doen maar het is de enige manier voor haar om geld te verdienen. Zij heeft verklaard dat er een mooier plaatje werd geschetst vooraf dan het in werkelijkheid bleek te zijn. Het gebouw ziet er anders uit, de kamers zijn vuil en de klanten zijn helemaal niet netjes. In Colombia was haar verteld dat zij alleen voor het contract en de kamer moest betalen maar hier aangekomen bleek het een heel ander verhaal te zijn. De vrouwen moeten hun kamers zelf schoonhouden en ieder week moeten alle vrouwen $ 5,-- betalen aan een man zodat hij de patio en de gangen schoonhoudt. Als de vrouwen menstrueren proberen ze de huur van het tipgeld van het dansen te betalen en sommige vrouwen namen pillen of injecties zodat zij niet menstrueerden. [G025] is illegaal op Sint Maarten en is in het bezit van een vervallen werkvergunning. [8]
Eveneens werkzaam bij [bedrijf 2] was [G16]. Zij heeft verklaard dat zij uit Colombia komt en naar Sint Maarten is gekomen omdat zij te weinig geld had voor haar studie en het onderhoud van haar twee dochters. [G16] spreekt alleen Spaans. Via via heeft zij de contactgegevens van de club gekregen en heeft zij contact opgenomen. In Colombia heeft zij geld geleend om de reis naar Sint Maarten mogelijk te maken. Van te voren wist [G16] dat zij in de prostitutie zou gaan werken. Zij heeft per week één rustdag en op de andere dagen werkt zij drie uren overdag en daarna de avond van 8 p.m. tot 3 of 4 p.m. Per klant krijgt zij $ 40,--, waarvan er $ 10,-- naar de club gaat en in het geval ze nog schuld moet afbetalen, gaat er nogmaals $ 20,-- naar de club. In dat geval houdt zij dus $ 10,-- per klant over. Voor de kamerhuur betaalde zij dagelijks $ 50,-- en ook moest zij het contract afbetalen. In totaal betaalde zij dan per dag $ 50,-- voor de huur, $ 10,-- per klant aan de club en $ 20,-- voor afbetaling van de schuld. Als zij niet werkt mag zij naar buiten maar zij moet terug zijn voordat de club sluit om 3 of 4 p.m.. [9]
[G22] komt uit Colombia en is zonder werk- of verblijfsvergunning op Sint Maarten. Zij verblijf illegaal op het eiland. Zij is als toerist binnengekomen, wetende dat zij bij de club zou gaan werken. [G22] spreekt alleen Spaans. Via via is zij op de hoogte geraakt van de mogelijkheid om op Sint Maarten te gaan werken. Zij wist dat zij zou gaan werken als prostitué. Toen zij aankwam werd zij op de hoogte gesteld van het feit dat zij ook moest dansen, dat wist zij niet van te voren. [G22] heeft geld moeten lenen om naar Sint Maarten te kunnen komen. Ze is opgehaald van het vliegveld door [medeverdachte 3] en naar [bedrijf 2] gebracht. [bijnaam mv 1] is de eigenaar van [bedrijf 2]. [G22] werkt in [bedrijf 2] als animeervrouw, zij verleent seksdiensten tegen betaling en zij danst. Ze werkt zes dagen, want zij heeft één rustdag. Per klant verdient zij tussen de $ 33,-- en $ 35,-- voor twintig minuten. ’s Morgens betaalde zij $ 3,-- voor de sleutel en in de avonduren $ 10,--. Als de klant langer wilde dan 20 minuten dan kwamen er kosten bij. Per dag betaalde zij $ 50,-- aan de huur van de kamer, inclusief één maaltijd. Ook [G22] betaalde wekelijks $ 12,-- aan doktersbezoek en droeg zelf zorg voor de aanschaf van alle persoonlijke artikelen. Er waren regels in de club; waaronder de regels dat de vrouwen niet buiten mochten blijven slapen en dat ze voor 20:00 uur weer binnen moesten zijn. De klant betaalde aan de vrouw voor aanvang van haar diensten, en van dat geld betaalde de vrouw voor de sleutel. [10]
De Colombiaanse [G23] heeft een vergelijkbaar verhaal. In Colombia was zij kostwinner voor zichzelf en haar moeder. Zij spreekt alleen Spaans. Via via is zij gewezen op de mogelijkheid om op Sint Maarten te gaan werken. Zij heeft geld geleend om naar Sint Maarten te kunnen afreizen. [G23] wist dat zij op Sint Maarten in de prostitué werkzaam zou zijn. Zij is illegaal op het eiland en zij heeft geen vergunning meer om te werken. Op Sint Maarten gearriveerd is zij op het vliegveld opgehaald en is zij naar [bedrijf 2] gebracht. [G23] heeft betreffende de werktijden en verdiensten gelijkluidend met de andere vrouwen verklaard. Zij kreeg $ 60,-- per klant voor 20 minuten en als de klant langer nodig had, dan kwam daar nogmaals $ 40,-- bij. Per klant moest zij $ 10,-- afdragen voor de sleutel. De prijs voor het verlaten van het pand is $ 160,--. De prijs kan ook verschillen per klant. Dagelijks betaalde zij, met of zonder opbrengst, $ 50,-- voor de kamerhuur, inclusief één maaltijd. Wekelijks moeten de vrouwen naar de dokter en betalen daarvoor $ 13,--. Als de vrouwen optreden als danseres worden zij daarvoor niet betaald door de club. Ook [G23] heeft $ 1700,-- voor het contract betaald. Er wordt geen uitleg gegeven over hoe dit contract in elkaar zit, maar je moet het wel afbetalen. Dit gebeurde via de afdracht van $ 20,-- per klant. Binnen [bedrijf 2] is [medeverdachte 2] verantwoordelijk. In de avonduren is men niet vrij om te bewegen. De klant moet dan betalen zodat zij kan vertrekken. Vanaf 20:00 uur begint de dienst, dus dan moeten de vrouwen aanwezig zijn. [11]
In het dossier bevindt zich nog een groot aantal verklaringen van vrouwen die bij [bedrijf 1] of [bedrijf 2] werkzaam waren. Hun verklaringen komen overeen met de hierboven uitvoerig opgenomen verklaringen en zullen daarom niet allemaal afzonderlijk worden weergegeven, temeer nu uit de bovengenoemde verklaringen duidelijk blijkt dat hetgeen is verklaard voor alle vrouwen die werkzaam waren bij [bedrijf 1] en [bedrijf 2] gold.
Verklaringen van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij de rol van manager vervulde en dat zij bevoegd was om alle beslissingen te nemen, bijvoorbeeld met betrekking tot welke vrouwen er wel of niet werden aangenomen. Ook was verdachte de gene die contact onderhield met de vrouwen voordat zij naar Sint Maarten kwamen. De vrouwen stuurden alle documenten naar haar op en zij maakte dan alles in orde. Het klopt dat binnen de bordelen regels worden gehanteerd. De meisjes mochten zelf bepalen of zij wel of niet werkten, maar zij moesten wel een bedrag aan huur betalen iedere dag. Het klopt dat er in principe per dag $ 60,-- aan huur werd betaald, en dat er per klant ook $ 10,-- werd betaald. Per klant werd er 20 minuten gerekend en als het langer duurde, dan kostte dat $ 10,-- extra. De meisjes werkten ook als entertainment in de bar. Als een meisje midden in de nacht zou besluiten om een wandeling te maken, dan kan dat niet zomaar, aldus verdachte. [12] Het ging er om de vrouwen te beschermen tegen indringers en inbrekers. Als ze wilden, mochten ze er uit.
Arbeidsovereenkomst
In het dossier bevindt zich een voorbeeld van een arbeidsovereenkomst van [bedrijf 3] gevestigd aan [adres 2]. Uit onderzoek bij onder andere de Kamer van Koophandel is gebleken dat de naam [bedrijf 3] de zogenaamde companyname is die behoort bij de zogenaamde tradename [bedrijf 2]. De companyname [bedrijf 4] hoort bij tradename [bedrijf 1]. [bedrijf 2] is gevestigd aan [adres 2]. [13]
In de arbeidsovereenkomst is onder andere opgenomen dat per dag acht uur gewerkt zal worden en dat het bruto maandsalaris Naf 1.530,53 (met aftrekking van de relevante premies) zal bedragen. Ook staat in de overeenkomst dat de werkgever de kosten van de werkvergunning zal dragen, dat een aparte huurovereenkomst zal worden getekend met de werknemer, dat de werknemer een afschrift van de arbeidsovereenkomst zal ontvangen in een taal die de werknemer voldoende machtig is, dat de werkgever geen leningen verstrekt aan de werknemer met het doel financiële afhankelijkheid te scheppen en dat de werknemer in staat moet zijn het etablissement uit vrije wil te verlaten. [14]
Huisregels
In beide bordelen zijn verschillende huisregels aangetroffen. In een van de afgekondigde huisregels van [bedrijf 2] is het volgende opgenomen:
‘Alle vrouwen moeten om 8 uur ’s avonds in de bar zijn, omdat vanaf vandaag gaan de boven en onder tralies om 8 uur ’s avonds dicht. Degene die vrij zijn moeten de bewaker van achterom vragen om voor hen open te maken als zij na 8 uur ’s avonds willen uitgaan of binnenkomen. Niemand mag achterom gaan als men niet gaat werken. Nadat de tralie dichtgaat, mag je niet naar de woonkamer, alleen als je vrij bent. Indien zij naar het toilet moeten gaan, dienen zij toestemming vragen aan [betrokkene 1] of [betrokkene 2] en dienen zij de sleutel van de werkkamer op kantoor halen en dan niet meer dan 3 maal. Indien iemand zich niet lekker voelt, moet toestemming worden gevraagd aan [betrokkene 1] of [betrokkene 2], niet aan degene die op kantoor is. Wanneer zij naar de keuken gaan, moeten zij de bon om eten te bestellen nemen en wanneer het eten klaar is, de bon om te eten voor 20 minuten. Slechts twee vrouwen mogen tegelijkertijd eten. Indien zij niet gaan eten, mogen zij niet in de keuken zijn. Nadat de buitenbar gesloten is, mag niemand buiten de bar zijn, ook niet om te biljarten. De vrouwen die vrij zijn moeten toch geschikte kleding aantrekken om in de bar te zijn. ’s Nachts mag de telefoon niet gebruikt worden. Overdag indien je jouw drie uren in de bar werkt, mag je je telefoon ook niet gebruiken.’ [15]
Logboek
In een logboek dat bij [bedrijf 1] is aangetroffen staan onder andere de volgende passages:
10 mei 2015:
De meisjes blijven de deur met een speld openmaken en gaan op hun slippers naar de bar. Zij willen hun sleutels niet inleveren op kantoor.
[bijnaam verdachte], spreek a.u.b. met de meisjes, die de telefoon ’s nachts gebruiken en ik ben het beu om steeds met hen daarover te praten.
11 mei 2015:
[naam] wilt niets anders dan buiten met enige mannen praten. Ik ben het beu haar steeds aan te spreken dat zij niet naar buiten mag.
14 mei 2015:
Mej. [verdachte], op 13 mei 2015, heeft [naam 1] mij gevraagd of [naam 2] haar tanden mocht poetsen. Ik heb [naam 1] gevraagd of Mej. [verdachte] dat in de vergadering had verteld. (…)
19 mei 2015:
Aan [naam 3] is een boete opgelegd omdat zij geen 3 uur heeft gewerkt, maar zij was bezig een klus voor [medeverdachte 3] te doen.
29 juli 2015:
[naam 4] wilt om 2:30 naar bed gaan zonder toestemming (zij zegt altijd dat ze ziek is en is niet respectvol).
31 juli 2015:
De $ 15,-- die ik [naam 5] heb opgelegd omdat zij om 1:28 pm is gekomen om 3 uur te werken, maar zij was vrij. Dat heb ik u gisteren verteld en toch komt dat nog steeds op de rapportage bij [naam 5] voor.
25 september 2015:
[naam 6] ging zonder toestemming om 2:30 naar bed en [naam 7] is met een man om 4:30 de kamer binnengegaan zonder iets te zeggen.
17 november 2015:
Goede morgen, Mej. [bijnaam verdachte]: Praat alsjeblieft met [naam 8], zij wilt werken zonder het contract af te betalen en wanneer zij voor het contract betaalt, wilt zij $ 6,-- geven. Leg haar uit dat het contract van tevoren met $ 20,-- afbetaald moet worden.
19 maart 2016:
Goede morgen, [verdachte]. [naam 9] is met een klant uitgegaan en heeft slechts de boete betaald, omdat zij gezegd heeft dat zij elke week voor het contract betaalt. Zij heeft slechts 160 betaald.
15 mei 2016:
Goede morgen, [naam 10] heeft gezegd dat zij zich niet goed voelde, zij wilt naar huis gaan. Ik heb haar gezegd om jou te bellen, omdat ze jou moet bellen en vertellen dat zij niet lekker is, in plaats van om 8 uur komen werken en dan om 10:25 uur willen weggaan. Zij zei dat ze een contact met jou kon krijgen, dus heb ik haar toestemming gegeven om naar huis te gaan en heb ik [naam 14] naar het terras gestuurd. [16]
Getapte telefoongesprekken
In het dossier bevindt zich – onder andere – een telefoongesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] op 5 mei 2016:
[medeverdachte 2]: (…) Nou, eergisteravond rond 04:00 uur belde [naam 11] (fon.) mij op. Ik dacht dat er iets is gebeurd. [naam 11] belde mij op om te vragen of hij de deur open kan maken zodat [naam 12] (fon.) en [naam 13] (fon.) met “salida” (uitgang/vertrek) kunnen gaan. Ik zei tegen hem: Nee!
[verdachte]: he?
[medeverdachte 2]: Niet, niet voor “salida” maar of zij buiten kunnen gaan slapen. Ik zei: Nee! Het was precies op de dag van dat ding van Carnaval Village; de laatste dag. Ik zei tegen hem: Nee! Wat voor onzin is dit? Ik zei: Nee, een ieder die weg wil moet met “salida” gaan en de bar was al gesloten.
[verdachte]: Uhum.
[medeverdachte 2]: Hij zei, ja want zij blijven tegen hem zeggen dat hij de deur open moet doen, want zij blijven niet hier slapen, doe de deur open, zij blijven niet slapen, zij gaan weg. Ik zei tegen hem: Nee, je doet de deur niet open. [17]
In het dossier bevindt eveneens zich het volgende afgeluisterde telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] op 1 november 2016:
[medeverdachte 3]: Jij hebt maar 1 persoon die illegaal is, toch?
[medeverdachte 2]: Ja… dat meisje… slechts… niet meer
[medeverdachte 3]: Awel
[medeverdachte 2]: Jullie hebben er 7, ik heb er 1.
(…)
[medeverdachte 3]: Ik weet niet eens wie ik daarbuiten kan sturen… die legaal is en die mij kan vertellen wat er gaande is.
(….)
[medeverdachte 2]: Ik wil niet dat ze me aanhouden [medeverdachte 3]. houd op met grapjes maken [medeverdachte 3].
(…)
[medeverdachte 3]: Naar huis gaan, zodat ze mij thuis komen opzoeken? Ik ben op straat [medeverdachte 2]. [18]
Lijst legale en illegale meisjes
Bij de doorzoeking van [bedrijf 1] is een map in beslag genomen met als opschrift ‘[verdachte]’. In deze map is een lijst aangetroffen met namen van dames. Deze lijst bevat twee kolommen met daarin per maand opgenomen het aantal legale en illegale meisjes. Vanaf half december 2015 tot en met begin juni 2016 zijn steeds illegale meisjes aanwezig geweest in de bordelen. Gemiddeld genomen was steeds meer dan de helft van de meisjes steeds illegaal. [19]
Aantreffen vrouwen in [bedrijf 1] en [bedrijf 2]
Op 1 november 2016 is binnengevallen in [bedrijf 1] en [bedrijf 2]. In beide bordelen is een aantal vrouwen aangetroffen die illegaal op Sint Maarten waren. Dat betroffen bij [bedrijf 1] de volgende vrouwen: [G09], [G10], [G07], [G06], [G01], [G02], [G03], [G04], [G05], [G08]. [20] In [bedrijf 2] ging het om [G16], [G17], [G18], [G19], [G20], [G21], [G22], [G23], [G25], [G24], [G27] en [G26]. [21]
Betalingen
Dat de meisjes ‘salidas’ (betalingen voor het verlaten van het bordeel) moesten betalen, blijkt uit de bij de doorzoekingen in beslag genomen administratie. [22] Onder de kolom ‘salida’ worden dikwijls bedragen per meisje genoteerd. Uit de eerste kolom (‘rent’) blijkt bovendien dat ook regelmatig het sleutelgeld van 5 of 10 dollar bij de meisjes wordt geïnd. Het is dus niet zo, zoals verdachte beweert, dat dit bij de klant in rekening werd gebracht. Uit het in beslag genomen, aan de meisjes gerichte memo [23] blijkt van een ‘charge’ voor salida en een charge van 10 dollar voor elke 20 minuten dat ze te laat in de bar verschijnen. Dit stemt overeen met wat de prostitiuees als getuigen verklaren.
Juridische conclusies
Modus operandi
Het Gerecht stelt vast dat ten aanzien van alle vrouwen zoals die bij de verschillende verdachten onder de verschillende feiten ten laste zijn gelegd, een vaste werkwijze heeft bestaan. De dames komen allemaal uit Colombia of de Dominicaanse Republiek. Allen komen zij vanuit een financieel penibele situatie en zien zij geen andere uitweg dan als prostitué te gaan werken op Sint Maarten, in de hoop geld te kunnen verdienen waarmee zij een beter leven voor zichzelf en hun dierbaren kunnen verwezenlijken. De vrouwen weten dan ook van te voren dat zij op Sint Maarten in de prostitutie terecht zullen komen. Sterker nog, zij nemen zelf contact op met [bedrijf 1] of [bedrijf 2]. Als het contact tot stand is gekomen, worden (in de meeste gevallen) de benodigde papieren geregeld. De dames maken voor hun doen hoge kosten ter voorbereiding van hun reis naar Sint Maarten en ze starten met een beginschuld van gemiddeld $ 1700,-- omdat zij hun ‘contract’ moeten terugbetalen aan de club. Eenmaal aangekomen bij de club zijn zij zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van alle benodigde zaken en beginnen zij vrijwel direct met werken. De dames wonen in de club en zijn niet vrij om ergens anders te wonen. Zonder het betalen van een boete mogen zij überhaupt niet elders overnachten en over het algemeen betalen zij zogenoemde ‘salidas’ als zij het pand willen verlaten. De dames betalen elke dag gemiddeld $ 60,-- aan kamerhuur, ongeacht, ziekte, menstruatie of vrije dag. Dat betekent dat zij ook op hun vrije dag moeten werken om de huur te kunnen voldoen, hetgeen per saldo betekent dat zij geen vrije dagen hebben, dan wel extra moeten werken op de andere dagen. Per klant verdienen zij tussen de $ 50,-- en $ 60,--, waarbij zij ook per klant $ 5,-- tot $ 10,-- aan de club moeten betalen, zodat zij toegang tot een werkkamer krijgen. Ze mogen daar vervolgens 20 minuten doorbrengen met de klant. Duurt het langer, dan volgen extra kosten. Bij aankomst beginnen de dames direct met het afbetalen van hun contract, daarvoor wordt voor iedere klant nog eens een bedrag van $ 20,-- in rekening gebracht. Daarnaast bestaat een extensief boetesysteem waarmee de vrouwen in het gareel worden gehouden. Op onder andere te laat komen, het niet houden aan werktijden en niet juist gekleed gaan volgt een boete. Dat deze boetes wel zouden worden opgelegd, maar niet geïnd, zoals verdachte beweert, acht het Gerecht onaannemelijk. De meisjes verklaren dat zij boetes kregen en betaalden. Uit de in voetnoot 23 bedoelde administratie blijkt bovendien dat er aan de ‘rent’ regelmatig bedragen groot 5, 10, 15 dollar worden toegevoegd, zijnde naar het Gerecht aanneemt sleutelgeld en boetes. Iedere week worden de dames geacht op eigen kosten een doktersbezoek af te leggen, en zonder dit bezoek wordt er niet gewerkt. Overdag werken de dames een shift van 12:00 tot 15:00 of een shift van 15:00 tot 18:00 en daarna werken zij allemaal de shift van 20:00 tot sluit. Door de week betekent sluit 03:00 uur en in het weekend 04:00 uur. Ook worden de dames geacht te dansen in de bar, waarvoor zij geen enkele vergoeding krijgen, behoudens nu en dan fooi van klanten. Het staat de dames wel vrij klanten te weigeren. De dames zijn al met al behoorlijk beperkt in hun bewegingsvrijheid. Overdag kunnen zij zich enigszins vrij bewegen maar onder werktijden mogen zij het pand niet verlaten en mogen zij hun telefoons niet gebruiken. Na 20:00 uur wordt iedereen geacht weer in het pand te zijn. Op buiten de poorten slapen staat een boete van $ 110,-- door de week en een boete van $ 160,-- in het weekend. De dames die zich binnen de poorten bevinden, zijn ’s nachts opgesloten aangezien de buitendeuren op slot gaan en de dames zelf niet in het bezit zijn van een sleutel. Voor de ramen zitten tralies dus in het geval van nood kunnen de dames niet zelfstandig het gebouw verlaten. Bovengenoemde modus operandi geldt voor zowel [bedrijf 1] als voor [bedrijf 2].
Medeplegen
Het Gerecht is van oordeel dat bij alle bewezenverklaarde feiten sprake is geweest van medeplegen tussen [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1] was de eigenaar van de bordelen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] en hij was daar ook op bijna dagelijkse basis aanwezig. Bovendien werd hij in de contracten met de dames aangetekend als eindverantwoordelijke en vond continu overleg plaats tussen hem en [verdachte] en [medeverdachte 2]. [verdachte] en [medeverdachte 2] waren bedrijfsleider c.q. manager van respectievelijk [bedrijf 1] en [bedrijf 2] en waren vanuit die hoedanigheid belast met de dagelijkse gang van zaken binnen de bordelen en waren verantwoordelijk voor de beslissingen die op dagelijkse basis plaatsvonden, zoals het al dan niet toestemming verlenen aan vrouwen om het bordeel te verlaten. Tussen deze drie verdachten heeft in sterke mate een nauwe en bewuste samenwerking plaatsgevonden waarbij ook alle drie de verdachten een wezenlijke en significante bijdrage aan de strafbare feiten hebben gehad en waarop zij ook alle drie het volle opzet hebben gehad.
Feit 1
Met de officier van justitie is het Gerecht van oordeel dat geen sprake is geweest van een situatie als bedoeld in de subs d, f en i, zodat voor deze varianten vrijspraak dient te volgen. Wel acht het Gerecht op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan sub a en c. Het Gerecht acht hiertoe het volgende redengevend.
Feitelijkheden
Het Gerecht acht de volgende feitelijkheden wettig en overtuigend bewezen.
Het laten verrichten van prostitutiewerkzaamheden
Op basis van de verklaringen van zowel de vrouwen als de verklaring van verdachte zelf, staat vast dat met alle vrouwen van te voren is besproken en afgesproken dat zij in de prostitutie werkzaam zouden zijn.
Beginschuld
Ook de beginschuld is wettig en overtuigend bewezen nu alle vrouwen die aan de slag gingen bij [bedrijf 1] of [bedrijf 2] een beginschuld aan de club hadden, die over het algemeen tussen de $ 1500,-- en $ 1700,-- bedroeg en gebaseerd was op de kosten die de club zou hebben gemaakt voor de werkvergunning.
Huisvesting
Op basis van de verklaringen van alle vrouwen en de eigen verklaringen van verdachte komt het Gerecht ook tot de vaststelling dat de vrouwen verplicht moesten verblijven bij [bedrijf 1] of [bedrijf 2] en dat zij daarvoor een dagelijks bedrag van $ 50 - $ 60 per nacht bij [bedrijf 1] en $ 40 - $ 50 bij [bedrijf 2]. De verblijfkamer werd gedeeld met een andere vrouw.
Boetesysteem
Anders dan betoogd door de verdediging is het Gerecht op grond van het vorenstaande van oordeel dat zowel [bedrijf 1] als [bedrijf 2] een boetesysteem hanteerden en dat dit niet slechts een theoretisch boetesysteem betrof, maar dat de boetes ook daadwerkelijk bij de vrouwen werden geïnd. De boetes werden uitgedeeld op grond van een stelsel van regels en verplichtingen, waaronder ook vielen de werktijden, de aanwezigheid in de bar, de manier van kleden, het verlaten van het pand en ongewenste gedragingen.
Geringe financiële vergoedingen
Het inkomen van de vrouwen die werkzaam waren bij [bedrijf 1] en [bedrijf 2] bestond uit de inkomsten per klant, gemiddeld zo’n $ 60,--. Daarvan werd per klant een bedrag van $ 10,- afgedragen aan de club. Ook werd daarvan een bedrag van $ 20,-- afgetrokken voor nog openstaande schulden (afbetaling werkvergunning, boetes en salidas). Daarvan moesten vervolgens ook nog alle andere bijkomende kosten worden betaald. Dit kan naar het oordeel van het Gerecht niet als een volwaardige vergoeding worden aangemerkt.
Dwangmiddelen
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van dreiging met feitelijkheden, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie. De dreiging met feitelijkheden ziet op de (dreiging met) boetes en salidas die de dames moesten betalen als zij zich niet aan de hen opgelegde regels hielden of als zij buiten werktijden de bordelen wilden verlaten. Het misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en het misbruik maken van een kwetsbare positie blijkt naar het oordeel van het Gerecht genoegzaam uit de verklaringen van de dames dat zij vanuit een perspectief- en kansloos bestaan naar Sint Maarten zijn gekomen in de hoop dat zij een beter leven voor zichzelf konden creëren. Eenmaal op Sint Maarten moesten zij een groot gedeelte [24] van hun verdiensten afstaan, moesten zij zich aan strikte regels houden, werden hun werkzaamheden en bezigheden in grote mate bepaald door de verdachten en werden zij in aanzienlijke mate beperkt in hun bewegingsvrijheid. Ook is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachten door hun handelen de vrouwen ertoe hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Dat de vrouwen al dan niet vrijwillig in de prostitutie gingen werken of daar zelf geld aan over hielden, doet daar niet aan af.
Handelingen
Het Gerecht verstaat – evenals het Hof in de eerder genoemde Bada Bing-zaak - onder de term werven het aantrekken of rekruteren van personeel, met dien verstande dat daartoe enig initiatief is genomen en dat dit is voorafgegaan aan de tewerkstelling. In de jurisprudentie is dit tot uitdrukking gebracht als iedere daad waardoor een persoon wordt aangeworven teneinde die persoon in een ander land tot prostitutie te brengen, zonder dat behoeft te blijken dat de wijzen van aanwerving de keuzevrijheid heeft beperkt. Het aanwerven van een persoon is ook strafbaar wanneer de aangeworven persoon daarmee heeft ingestemd of al eerder in de prostitutie werkzaam is geweest. Ook indien het initiatief voor de tewerkstelling is genomen door de aangeworven persoon zelf en zij haar wilsbesluit hieromtrent dus reeds had gevormd, kan van aanwerving worden gesproken.
Onder vervoeren/medenemen wordt verstaan het in het kader van de overbrenging naar een ander land met zich voeren van een persoon, met dien verstande dat die overbrenging nog niet is voltooid bij het passeren van de landsgrenzen. Voldoende is dat die persoon op enig moment tijdens de overbrenging, zoals (direct) na aankomst op het vliegveld, onder begeleiding is vervoerd/medegenomen. [25]
Uit vrijwel alle getuigenverklaringen volgt dat, zodra een vrouw zich had gemeld, door een medewerker van [bedrijf 1] of [bedrijf 2] de komst van de vrouw naar Sint Maarten werd georganiseerd. Er werden meerdere documenten verstrekt aan de vrouw in kwestie om de werkvergunning in orde te maken en vervolgens werden de vrouwen bij aankomst opgehaald van het vliegveld. Daarna werden zij of naar [bedrijf 1] of naar [bedrijf 2] gebracht, waar zij vervolgens ook werden gehuisvest. Zowel het werven als het vervoeren en huisvesten van alle ten laste gelegde vrouwen is dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Oogmerk van uitbuiting
Uit de bewijsmiddelen volgt genoegzaam dat het oogmerk van de verdachten erop was gericht dat de uit de Dominicaanse Republiek en Colombia afkomstige vrouwen ertoe zouden worden gebracht zich op Sint Maarten beschikbaar te stellen tot het verrichten van prostitutie. In zijn algemeenheid is sprake van uitbuiting bij een tewerkstelling onder dwang of het maken van misbruik van een afhankelijke positie van een persoon die onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs geen andere keuze heeft dan in een toestand van uitbuiting te geraken. De vraag of, en zo ja, wanneer sprake is van uitbuiting is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere factoren dienen de in de Sint Maartense samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. Niet bewezen hoeft te worden dat het slachtoffer daadwerkelijk is uitgebuit, maar wel moet worden bewezen dat sprake is van omstandigheden waarbij de uitbuiting kan worden verondersteld. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht. In het geval van prostituees is daarvan sprake als zij verkeren of komen te verkeren in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostitué in Sint Maarten pleegt te verkeren. [26]
Hoewel in het onderhavige geval de vrouwen vrijwillig en op eigen initiatief naar Sint Maarten zijn gekomen en zij op de hoogte waren van het feit dat zij in de prostitutie werkzaam zouden zijn, betreffen het stuk voor stuk vrouwen die afkomstig waren uit arme landen en leefden in financieel penibele situaties. Hun keuze om in de prostitutie te gaan werken was voor hen als het ware een laatste redmiddel om te proberen een beter leven voor zichzelf en hun dierbaren te verkrijgen. Daar komt bij dat de vrouwen, die vaak al schulden hadden, zich nog verder in de schulden hebben gestoken om überhaupt op Sint Maarten te geraken. Vervolgens begonnen zij in het bordeel ook nog eens met een flinke schuld aan het huis vanwege de werkvergunning. Vervolgens kwamen zij in een regime waarin zij strak werden gehouden en in aanzienlijke mate in hun bewegingsvrijheid werden beperkt, zowel bezien vanuit het aantal dagen en uren dat zij moesten maken als bezien vanuit de beperking van de fysieke vrijheid. De vrouwen droegen een aanzienlijk deel van hun inkomsten af (zie voetnoot 25) en waren de eerste tijd voornamelijk bezig met het aflossen van schulden. Bovendien was een deel van de vrouwen illegaal op Sint Maarten, spraken zij vaak alleen Spaans en kenden zij niemand op het eiland. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat de vrouwen verkeerden in een zwakke en kwetsbare positie.
Op grond van alle bovengenoemde feiten en omstandigheden is het Gerecht van oordeel dat sprake is geweest van omstandigheden waarin uitbuiting kan worden verondersteld. Dat een aantal vrouwen zelf ook (goed) verdiend heeft of op zich niet ontevreden was over de gang van zaken binnen de bordelen, doet daar niet aan af.
Feit 2, 3 en 4
Op grond van het bovengenoemde acht het Gerecht eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met haar medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van de vrouwen die in de tenlastelegging zijn opgenomen. Het Gerecht komt hiertoe op basis van de vele verklaringen dat de vrouwen geen sleutel van de buitenhekken hadden en dat er tralies voor de ramen zaten, hetgeen betekent dat zij gedurende de nachtelijke uren niet naar buiten konden. Dat mogelijk de bescherming van de vrouwen mede een motief was bij het opsluiten, zoals verdachte heeft aangevoerd, doet niet af aan het feit dat de wet nu eenmaal verbiedt mensen zonder wettelijke grondslag op te sluiten. Het Gerecht neemt bovendien aan dat de hoofdreden was te voorkomen dat de vrouwen stiekem met mannen mee zouden gaan, zonder de voorgeschreven salida’s en sleutelgelden te betalen.
Verdachte heeft nog aangevoerd dat de overheid de bordelen verplicht had de dames te beschermen. Uit een ter zitting getoond mailbericht blijkt weliswaar dat aan de bordelen te verstaan wordt gegeven dat de dames hun verantwoordelijkheid zijn, maar dit impliceert evenwel nog niet dat de overheid verdachte opdracht heeft gegeven de dames ’s nachts op te sluiten. Dat was de beslissing van verdachte en haar medeplegers zelf.
Ook feit 3 en 4 zijn op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen nu vast is komen te staan dat in de gehele periode zoals die is ten laste gelegd - dus ook in een periode waarin dit door de overheid voor een periode niet werd toegestaan - contact werd onderhouden met vrouwen met het doel hen naar Sint Maarten te halen zodat zij in de prostitutie zouden gaan werken. Naast het onderhouden van contact werden er ook andere actieve handelingen verricht, zoals het opstellen van arbeidsovereenkomsten. Ook werden de vrouwen opgehaald van het vliegveld en kregen ze onderdak bij [bedrijf 1] en [bedrijf 2]. Dat de verdachten wisten dat zij illegale vrouwen ‘in huis’ hadden, blijkt niet alleen uit het opgenomen tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] maar ook uit de eigen administratie van de verdachten waarin zij per maand bijhielden welke dames er legaal verbleven. Hun werkwijze was dat zij normaliter verblijfspapieren voor de prostituees regelden en administreerden. Het kan dus niet anders dan dat zij wisten welke vrouwen illegaal waren. Voor die vrouwen hadden zij immers niets geregeld. Ook in de periode dat de overheid tijdelijk geen vergunningen aan prostituees afgaf en er dus een aantal vrouwen uit hun termijn liep, zijn zij doorgegaan met het exploiteren van deze vrouwen. Daarmee hebben zij niet alleen illegaal verblijvende personen te werk gesteld, maar ook hebben zij zich daarmee schuldig gemaakt aan mensensmokkel, door deze vrouwen, uit winstbejag, de gelegenheid te geven op Sint Maarten te (blijven) verblijven en hen ook van werk te voorzien.

Bewezenverklaring

Het gerecht verklaart bewezen dat:
Feit 1 (vrouwenhandel/mensenhandel)
zij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen,
telkens heeft gehandeld in vrouwen, genaamd
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G06 – [G06] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G11 – [G11] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G12 – [G12] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G14 – [G14] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G15 – [G15] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G28 – [G28] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G29 – [G29] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G30 – [G30] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G31 – [G31] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G32 – [G32] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G33 - [G33] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G34 – [G34] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G35 – [G35] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G36 – [G36] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G37 – [G37] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G38 – [G38] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G39 - [G39] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G40 – [G40] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G41 – [G41] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]]
en zij tezamen en in vereniging met anderen,
voornoemde vrouwen G01 t/m G41
(sub a)
door dreiging met feitelijkheden en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van G01 t/m G41
en
(sub c)
G01 t/m G41 heeft aangeworven in de Dominicaanse Republiek en Colombia, met het oogmerk die vrouwen in een ander land, te weten Sint Maarten, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
door:
- die G01 t/m G41 in de Dominicaanse Republiek en/of Colombia aan te
werven voor prostitutiewerkzaamheden in het bordeel [bedrijf 1] en [bedrijf 2] op Sint Maarten en
- die G01 t/m G41 naar Sint Maarten te doen vervoeren en/of over te
doen brengen en vervolgens, na aankomst op Sint Maarten, naar het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te doen vervoeren en/of doen overbrengen en
- aldaar die G01 t/m G41 verplicht en tegen betaling een bedrag van 50/60
USD per dag ([bedrijf 1]) dan wel 40/50 USD per dag ([bedrijf 2]) te huisvesten in één van de slaapkamers van het bordeel en
- die G01 t/m G41 een fors bedrag, variërend van ongeveer 1500 USD tot 1700USD in
rekening te brengen voor een zogenaamd “contract” (kosten werk /verblijfsvergunning en bijkomende kosten) voor te schieten zodat een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstaat, terwijl in de arbeidsovereenkomst stond vermeld dat de club deze kosten zou dragen en dat de club geen leningen zou verstrekken en
  • die G01 t/m G41 prostitutiewerkzaamheden te laten verrichten in het bordeel
  • die G01 t/m G41 geen bruto maandsalaris uit te keren van NAF 1,530.53, terwijl dit
wel in de arbeidsovereenkomst stond vermeld en
- die G01 t/m G41 lange dagen van ongeveer 10-11 uren te laten werken, terwijl in
de arbeidsovereenkomst een werkdag van 8 uren stond vermeld en
- die G01 t/m G41 ook huisvestingskosten te laten betalen op dagen van ziekte en
menstruatie waardoor die G01 t/m G41 werden bewogen om middels tampons en/of injecties door te werken en
die G01 t/m G41 wekelijks op te laten draaien voor de dokterskosten van USD 13 per consult en overige periodieke medische testen en
- die G01 t/m G41 per klant een bedrag variërend van 3-5 USD (overdag) tot 10 USD
(’s avonds) per 20 minuten voor de sleutel van een werkkamer te laten betalen aan de club en
- die G01 t/m G41 te verplichten om telkens USD 20 per klant af te dragen totdat de
bij de club uitstaande huisvestingskosten en/of kosten van of voortvloeiend uit het “contract” afgelost waren en
- die G01 t/m G41 in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te onderwerpen
aan leefregels en een uitgebreid boetesysteem en opsluiting en door hen middels zogenaamde “salidas” variërend van 110 USD (overdag) tot 160 USD (’s avonds) te beletten om het bordeel te verlaten en
- die G01 t/m G41 te bewegen om een groot deel van de opbrengsten uit de
prostitutiewerkzaamheden af te staan en af te dragen middels de verplichte en kostbare huisvesting in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en het boetesysteem en het aflossen van schulden aan de club (
systeem van verrekening)en
- die G01 t/m G41 te verplichten om op gezette tijden schoonmaakwerkzaamheden
te verrichten en aanwezig te zijn op de werkvloer en contact te leggen/onderhouden met klanten en te dansen in de bar van het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], zonder dat daar vanuit de club een vergoeding tegenover stond (
arbeid zonder loon),
terwijl die G01 t/m G41 in een zwakke economische en financiële positie verkeerden en de Engelse taal niet, althans onvoldoende, machtig waren en (bijna) niemand in Sint Maarten kenden en niet over eigen huisvesting in Sint Maarten beschikten en/of illegaal in Sint Maarten verbleven en aldus bewerkstelligd heeft dat die G01 t/m G41 van haar, verdachte, en haar mededaders afhankelijk waren.
Feit 2 (Wederrechtelijke vrijheidsberoving)
dat zij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G06 – [G06] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G11 – [G11] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G12 – [G12] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G14 – [G14] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G15 – [G15] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G19 – [G19] (Colombia) [bedrijf 2]] en
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G21 – [G21] Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G24 – [G24] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G28 – [G28] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G29 – [G29] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G30 – [G30] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G31 – [G31] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G32 – [G32] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G33 - [G33] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G34 – [G34] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G35 – [G35] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G36 – [G36] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G37 – [G37] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G38 – [G38] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G39 - [G39] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G40 – [G40] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G41 – [G41] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]]
wederrechtelijk van hun vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
door hen in het bordeel genaamd [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] op te sluiten, althans te gebieden in hun kamers te overnachten en te verblijven, door telkens na sluitingstijd van genoemde bordelen het toegangshek leidende naar de gang van hun slaap/werkkamers aan de buitenkant af te doen sluiten middels een traliehekdeur met een schuifslot en andere sloten en de ramen van die kamers aan de buitenkant te voorzien van tralies, althans de buitendeur van het bordeel [bedrijf 1]/[bedrijf 2] te vergrendelen en het rolluik te sluiten en hun niet van enige sleutel te voorzien, hen vervolgens middels videocamera’s onder toezicht te houden terwijl zij onder zodanige omstandigheden in de bordelen zaten, dat zij niet vrij waren hun wil te bepalen en aldus genoemde G01 t/m G41 te beletten om die kamers en het bordeel te verlaten.
Feit 3 (Mensensmokkel)
zij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 november 2016 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten:
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G19 – [G19] (Colombia) [bedrijf 2]] en
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G24 – [G24] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Sint Maarten,
dan wel hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers hebben zij en haar mededaders
- contact opgenomen en onderhouden met voornoemde vrouwen in het land van
herkomst om op Sint Maarten te komen werken en
- schriftelijke arbeidsovereenkomsten en documenten die verband hielden met
de te verrichten werkzaamheden in Sint Maarten, toegestuurd naar voornoemde vrouwen en aangegeven welke gegevens/documenten voornoemde vrouwen op voorhand dienden aan te leveren en
- voornoemde vrouwen na aankomst op Sint Maarten van en naar het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] vervoerd dan wel doen vervoeren en
- vervolgens voornoemde vrouwen gehuisvest dan wel doen huisvesten in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] tegen betaling,
terwijl zij, verdachte, en haar mededaders wisten dat dat verblijf wederrechtelijk was.
Feit 4 (Illegale tewerkstelling)
zij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 november 2016 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten:
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en
welke personen zich wederrechtelijke toegang tot of verblijf in Sint Maarten hadden verschaft, telkens krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft doen verrichten, immers hebben verdachte en zijn mededaders voornoemde personen toen en daar arbeid doen verrichten en tewerkgesteld, terwijl verdachte en haar mededaders telkens wisten dat dat verblijf wederrechtelijk was.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

Strafbaarheid van de feiten en kwalificatie van het bewezenverklaarde

De bewezenverklaarde feiten leveren de navolgende strafbare feiten op en worden als volgt gekwalificeerd:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van vrouwenhandel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2 primair:
medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van mensensmokkel, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Sint Maarten heeft verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid doen verrichten, terwijl hij weet dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het Gerecht neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
Verdachte, die als manager werkzaam was voor twee bordelen op Sint Maarten, heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan ernstige feiten. Uit het dossier volgt dat verdachte samen met haar mededaders een groot aantal vrouwen uit Colombia en de Dominicaanse Republiek heeft aangeworven en vervolgens in Sint Maarten heeft vervoerd en gehuisvest, met het doel hen ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden. Verdachte en haar mededaders hebben misbruik gemaakt van de afhankelijke positie waarin deze vrouwen verkeerden door hen tegen een geringe financiële vergoeding vergaande regels en vrijheidbeperkende maatregelen op te leggen. Daarnaast heeft verdachte zich, door de dames ’s nachts op te sluiten in de bordelen, ook schuldig gemaakt aan wederrechtelijke vrijheidsberoving en hen bloot gesteld aan het risico dat zij in geval van brand niet zouden kunnen vluchten. Ook verbleef een aantal van de dames niet (langer) rechtmatig op het eiland, maar heeft verdachte hen wel de mogelijkheid geboden op Sint Maarten te blijven wonen en werken, waarmee zij zich ook heeft schuldig gemaakt aan mensensmokkel en de tewerkstelling van illegalen.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
Het Gerecht heeft acht geslagen op de strafkaart van verdachte, waaruit blijkt dat zij niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Overwegingen ten aanzien van de op te leggen straf
Bij de straftoemeting heeft het Gerecht rekening gehouden met onder andere de volgende factoren; de periode waarin sprake is geweest van uitbuiting, het aantal slachtoffers dat is uitgebuit, de omstandigheid dat sprake is geweest van een georganiseerd verband, de wijze waarop de slachtoffers zijn bewogen prostitutiewerkzaamheden te verrichten, de leeftijd en/of kwetsbaarheid van de slachtoffers, het aantal dagen per week en het aantal uren per dag dat de slachtoffers moesten werken, de werkzaamheden die moesten worden verricht, de werkomstandigheden, het percentage van de afdracht, de rol van de betreffende verdachte en eventuele recidive van de betreffende verdachte.
Het Gerecht overweegt dat er geen sprake is geweest van geweld, of dreiging met geweld. De vrouwen konden klanten en handelingen weigeren. Ze zijn vrijwillig in de prostitutie gestapt en waren vooraf op de hoogte wat ze zouden gaan doen. Ook was er geen sprake van onhygiënische omstandigheden. De werkkamers waren gescheiden van de verblijfskamers. De vrouwen toonden zich merendeels niet ontevreden met de situatie en de verdiensten.
Daar staat tegenover dat sprake is van een groot aantal vrouwen die een aanzienlijk deel van hun inkomsten moesten afstaan (in de hiervoor aangehaalde voorbeeldberekening zo’n 45%) en die bovendien in aanzienlijke mate werden beperkt in hun bewegingsvrijheid doordat zij ’s nachts niet konden gaan waar zij wilden, met risico’s voor brandgevaar, en overdag voor ‘salidas’ moesten betalen. Door de objectief gezien hoge kosten en de verplichting de huur ook op vrije dagen te betalen, moesten zij feitelijk veel zien te verdienen, zodat van hun vrije dagen niet veel overbleef. De dames kwamen uit een arme achtergrond, zodat zij economisch gezien een zwakke positie hadden, zeker in een voor hen vreemd land, waarvan ze de talen meestal niet of slecht spraken.
Ook heeft het Gerecht acht geslagen op het feit dat de verdediging niet ten volste gebruik heeft kunnen maken van het ondervragingsrecht.
Tot slot wordt ten aanzien van de strafmodaliteit als volgt overwogen. Het detentiewezen van Sint Maarten verkeert reeds jaren in een onvoldoende goede staat. Sinds het overtrekken van orkaan Irma bestaat er ook een belangrijk capaciteitsprobleem. Het is daarom onzeker of een opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer zal worden gelegd dan wel hoe lang het duurt voordat dit mogelijk is. Het is om die reden dat het Gerecht bij de overweging van de strafmodaliteit kritischer is op het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dit geval ziet het Gerecht, gelet op de bovengenoemde omstandigheden van deze zaak en gelet op deze executieproblemen, aanleiding een forse geldboete op te leggen in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het Gerecht is, alles afwegend, van oordeel dat een onvoorwaardelijke geldboete en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen hoogte en duur, passend en geboden zijn.
De boete is lager dan die wordt opgelegd aan medeverdachte [medeverdachte 1], nu die eigenaar is van twee bordelen, en hoger dan die opgelegd aan medeverdachte [medeverdachte 2], omdat de positie van verdachte als manager hoger was, en daarmee ook haar verdiensten, dan die van supervisor [medeverdachte 2].

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
  • 27, 49, 59, 260 en 295 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen (oud);
  • 1:19, 1:20, 1:21, 1:54, 1:58, 1:123, 1:136, 1:154, 2:155, 2:239 en 2:249 van het Wetboek van Strafrecht;
zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een
geldboetevan
Naf 500.000,-- (vijfhonderdduizend gulden), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één jaar) hechtenis;
veroordeelt verdachte voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) JAREN;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een
proeftijdvan
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. P.A.H. Lemaire, bijgestaan door mr. M.C. Bruins (zittingsgriffier), en op 24 april 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht Sint Maarten.
uitspraakgriffier:
BIJLAGE 1: DE TENLASTELEGGING
Aan bovengenoemde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat:
Feit 1 (vrouwenhandel/mensenhandel)
zij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016, te Sint Maarten en/of de Dominicaanse Republiek en/of Colombia, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) heeft/hebben gehandeld in een of meerdere vrouwen, genaamd
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G06 – [G06] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G11 – [G11] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G12 – [G12] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G14 – [G14] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G15 – [G15] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G28 – [G28] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G29 – [G29] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G30 – [G30] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G31 – [G31] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G32 – [G32] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G33 - [G33] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G34 – [G34] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G35 – [G35] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G36 – [G36] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G37 – [G37] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G38 – [G38] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G39 - [G39] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G40 – [G40] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G41 – [G41] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]]
en/of
zij tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
voornoemde vrouwen G01 t/m G41
(sub a)
door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van genoemde vrouwen te verkrijgen, die zeggenschap had over genoemde vrouwen, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van G01 t/m G41
en/of
(sub c)
G01 t/m G41 heeft/hebben aangeworven in en/of meegenomen uit de Dominicaanse Republiek en/of Colombia, met het oogmerk die vrouwen in een ander land, te weten Sint Maarten, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en/of
(sub d)
G01 t/m G41 met één of meerdere van onder sub a genoemde middelen heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat de voornoemde vrouw(en) zich daardoor beschikbaar stelde(n) tot het verrichten van arbeid of diensten
en/of
(sub f)
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van G01 t/m G41
en/of
(sub i)
G01 t/m G41 met één of meerdere van onder sub a genoemde middelen heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen zich te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handelingen met of voor een derde
door:
- die G01 t/m G41 in de Dominicaanse Republiek en/of Colombia aan te (doen)
werven voor prostitutiewerkzaamheden in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] op Sint Maarten en/of
- ( (daarbij) die G01 t/m G41 een valse voorstelling van zaken te geven over de
aard/omstandigheden van de werkzaamheden en/of de huisvesting en/of de kosten/verdiensten in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of
- ( (vervolgens) die G01 t/m G41 naar Sint Maarten te (doen) vervoeren en/of over te
(doen) brengen en/of (vervolgens), na aankomst op Sint Maarten, naar het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te (doen) vervoeren en/of (doen) overbrengen en/of
- ( (aldaar) die G01 t/m G41 verplicht en tegen betaling een (fors) bedrag van 50/60
USD per dag ([bedrijf 1]) dan wel 40/50 USD per dag ([bedrijf 2]) te huisvesten in één van de slaapkamers van het bordeel en/of
- die G01 t/m G41 een fors bedrag, varierend van ongeveer 1500 USD tot 1700USD in
rekening te brengen voor een zogenaamd “contract” (kosten werk/verblijfsvergunning en bijkomende kosten), althans een dergelijk bedrag voor te schieten zodat een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstaat, terwijl (bovendien) in de arbeidsovereenkomst stond vermeld dat de club deze kosten zou dragen en/of dat de club geen leningen zou verstrekken en/of
  • die G01 t/m G41 prostitutiewerkzaamheden te laten verrichten in het bordeel
  • die G01 t/m G41 geen bruto maandsalaris uit te keren van NAF 1,530.53, terwijl dit
wel in de arbeidsovereenkomst stond vermeld en/of
- die G01 t/m G41 lange dagen van ongeveer 10-11 uren te laten werken, terwijl in
de arbeidsovereenkomst een werkdag van 8 uren stond vermeld en/of
- die G01 t/m G41 7 dagen per week te laten werken, terwijl (bovendien) in de
arbeidsovereenkomst een werkweek van 6 dagen stond vermeld en/of die G01 t/m G41 een bedrag van USD 15 bovenop de reguliere huisvestingskosten te laten betalen op dagen dat er niet gewerkt werd waardoor die G01 t/m G41 werden bewogen om ook te werken op haar/hun vrije dagen en/of
- die G01 t/m G41 ook huisvestingskosten te laten betalen op dagen van ziekte en/of
menstruatie waardoor die G01 t/m G41 werden bewogen om middels tampons en/of injecties door te werken en/of
- die G01 t/m G41 niet van een (toereikende) ziektekostenverzekering te voorzien,
terwijl in de arbeidsovereenkomst stond vermeld dat er een (toereikende) ziektekostenverzekering zou worden geregeld en/of die G01 t/m G41 wekelijks op te laten draaien voor de dokterskosten van USD 13 per consult en/of overige periodieke medische testen en/of
  • die G01 t/m G41 (forse) kosten voor condooms (USD 6) te laten betalen en/of
  • die G01 t/m G41 per klant een bedrag varierend van 3-5 USD (overdag) tot 10 USD
(’s avonds) per 20 minuten voor de sleutel van een werkkamerte laten betalen aan de club en/of
- die G01 t/m G41 te verplichten om telkens USD 20 per klant af te dragen totdat de
bij de club uitstaande huisvestingskosten en/of kosten van of voortvloeiend uit het “contract” afgelost/verrekend waren en/of
- die G01 t/m G41 in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te onderwerpen
aan (leef)regels en/of een (uitgebreid) boetesysteem en/of opsluiting en/of door haar/hun middels zogenaamde “salidas” varierend van 110 USD (overdag) tot 160 USD (’s avonds) te beletten om het bordeel te verlaten en/of
- die G01 t/m G41 te bewegen om een groot deel van de opbrengsten uit de
prostitutiewerkzaamheden af te staan en/of af te dragen middels de verplichte en kostbare huisvesting in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of het boetesysteem en/of het aflossen van schulden aan de club (
systeem van verrekening)en/of
- die G01 t/m G41 te verplichten om op gezette tijden schoonmaakwerkzaamheden
te verrichten en/of aanwezig te zijn op de werkvloer en/of contact(en) te leggen/onderhouden met klanten en/of te dansen in de bar van het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], zonder dat daar vanuit de club een vergoeding tegenover stond (
arbeid zonder loon),
terwijl die G01 t/m G41 in een zwakke economische en/of financiële positie verkeerde(n) en/of de Engelse taal niet, althans onvoldoende, machtig was/waren en/of niet op de hoogte was/waren van de in Sint Maarten geldende wet- en regelgeving en/of haar/hun rechten en/of plichten en/of (bijna) niemand in Sint Maarten kende(n) en/of niet over eigen huisvesting in Sint Maarten beschikte(n) en/of illegaal in Sint Maarten verbleef/verbleven en/of /aldus bewerkstelligd heeft dat die G01 t/m G41 van hem, verdachte, en/of haarmededader(s) afhankelijk was/waren;
Feit 2 (Wederrechtelijke vrijheidsberoving)
dat zij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G06 – [G06] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G11 – [G11] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G12 – [G12] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G14 – [G14] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G15 – [G15] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G19 – [G19] (Colombia) [bedrijf 2]] en/of
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G24 – [G24] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G28 – [G28] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G29 – [G29] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G30 – [G30] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G31 – [G31] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G32 – [G32] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G33 - [G33] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G34 – [G34] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G35 – [G35] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G36 – [G36] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G37 – [G37] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G38 – [G38] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G39 - [G39] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G40 – [G40] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G41 – [G41] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]]
wederrechtelijk van haar/hun vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
door haar/hen in het bordeel genaamd [bedrijf 1] en/of /[bedrijf 2] op te sluiten
althans te gebieden in haar/hun kamer(s) te overnachten en/of te verblijven, door (telkens) na werktijd/sluitingstijd van genoemd borde(e)l(en) het toegangshek leidende naar de gang van haar/hun (slaap/werk)kamer(s) van/aan de buitenkant af (doen) te sluiten middels traliehekdeur met een (schuif)slot en/of een of meerdere (andere) slot(en) en/of de ramen van die kamer(s) aan de buitenkant te voorzien van tralies, althans de buitendeur van het bordeel [bedrijf 1]/[bedrijf 2] te vergrendelen en het rolluik te sluiten en haar/hun niet van enige sleutel te voorzien, haar/hen (vervolgens) middels videocamera’s onder toezicht te houden
terwijl zij onder zodanige omstandigheden in het/de borde(e)len zat/zaten, dat zij niet vrij was/waren haar/hun wil te bepalenen aldus genoemde G01 t/m G41 te beletten/belemmeren om die kamer(s) en/of het bordeel te verlaten;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
dat hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 november 2016, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, voornoemde G1 tot en met G 41 door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht tegen die G1 tot en met G41, wederrechtelijk heeft gedwongen te overnachten en/of te verblijven gedurende de nachtelijke sluitingstijden in het bordeel genaamd [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] door haar/hen te gebieden in haar/hun kamer(s) te overnachten en/of te verblijven en/of door na werktijd/sluitingstijd van genoemd(e) borde(e)l(e)n het toegangshek leidende naar de gang van haar/hun (slaap/werk)kamer(s) van/aan de buitenkant af (doen) te sluiten middels traliehek met een (schuif(slot) en/of een of meerdere (andere) slot(e)n en/of de ramen van die kamer(s) aan de buitenkant te voorzien van tralies, althans de buitendeur van het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te vergrendelen en het rolluik te sluiten en haar/hun niet van enige sleutel te voorzien, haar/hen (vervolgens) middels videocamera’s onder toezicht te houden, terwijl zij onder zodanige omstandigheden in het/de borde(e)len zat/zaten, dat zij niet vrij was/waren haar/hun wil te bepalen, waardoor zij geen vrije keus had/hadden dan om in eerdergenoemde kamer(s) te overnachten;
Feit 3 (Mensensmokkel)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 november 2016 in Sint Maarten en/of Colombia en/of de Dominicaanse Republiek, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, (een) ander(en), te weten:
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G19 – [G19] (Colombia) [bedrijf 2]] en/of
• G20 – [G20] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G24 – [G24] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
(uit winstbejag) behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van
- toegang tot of doorreis door Sint Maarten en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad en/of
- verblijf in Sint Maarten,
dan wel haar/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s)
- contact opgenomen en/of onderhouden met voornoemde vrouwen in het land van
herkomst om op Sint Maarten te komen werken en/of;
- schriftelijke arbeidsovereenkomsten en/of documenten die verband hielden met
de te verrichten werkzaamheden in Sint Maarten, toegestuurd naar voornoemde vrouwen en/of aangegeven welke gegevens/documenten voornoemde vrouwen op voorhand dienden aan te leveren en/of
- voornoemde vrouwen na aankomst op Sint Maarten van en naar het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] vervoerd dan wel doen vervoeren en/of
- ( vervolgens) voornoemde vrouwen gehuisvest dan wel doen huisvesten in het bordeel [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] tegen betaling,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang, die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was;
Feit 4 (Illegale tewerkstelling)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 november 2016 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, (een) ander(en), te weten:
• G01 – [G01] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G02 – [G02] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G03 – [G03] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G04 – [G04] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G05 – [G05] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G07 – [G07] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G08 – [G08] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 1]] en/of
• G09 – [G09] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G10 – [G10] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G13 – [G13] (Colombia) [[bedrijf 1]] en/of
• G16 – [G16] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G17 – [G17] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G18 – [G18] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G21 – [G21] (Dominicaanse Republiek) [[bedrijf 2]] en/of
• G22 – [G22] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G23 – [G23] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G25 – [G25] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G26 – [G26] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
• G27 – [G27] (Colombia) [[bedrijf 2]] en/of
welke perso(o)n(en) zich wederrechtelijke toegang tot of verblijf in Sint Maarten had/hadden verschaft, (telkens) krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft doen verrichten, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemd(e) perso(o)n(en) toen en daar arbeid doen verrichten en/of tewerkgesteld, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk was.

Voetnoten

1.ECLI:NL:OGHACMB:2017:200; 13.12.17 100.00391/13 H-46/2015
2.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten Justitiële Divisie Team Mensenhandel/Mensensmokkel d.d. 23 mei 2017, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 250 en onderzoeksnaam “Pompeï”.
3.ZD Getuigen, [G01] – G01, p. 1 – 4.
4.ZD Getuigen, [G02] – G02, p. 12 – 14.
5.ZD Getuigen, [G032] – G32, p. 472 – 487.
6.ZD Getuigen, [G031] – G32, p. 437-471.
7.ZD Getuigen, [G033] – G33, p. 503 – 516.
8.ZD Getuigen, [G025] – G25, p. 307 – 311.
9.ZD Getuigen, [G16] – G16, p. 177 – 179.
10.ZD Getuigen, [G22] – G22, p. 270 – 274.
11.ZD Getuigen, [G23] – G23, p. 281 – 285.
12.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting d.d. 3 april 2019.
13.ZD1, p. 18 - 19.
14.ZD 1, p. 853 – 854.
15.ZD 1, p. 1132 – 1133.
16.ZD 1, p. 1141, 1142, 1144, 1160, 1161, 1175, 1186, 1197, 1206.
17.ZD 1, p. 100.
18.ZD 1, p. 82 – 85.
19.Beslagdossier, p. 1258 – 1259.
20.Proces-verbaal bevindingen status aangetroffen personen doorzoeking [bedrijf 1], d.d. 2 november 2016.
21.Proces-verbaal bevindingen d.d. 2 november 2016.
22.Getuigendossiers, de bijlagen bij dossierpagina’s 486 e.v., in die map genummerd als p. 025 e.v.
23.Als bijlage gevoegd achter het proces-verbaal Onderzoek in beslag genomen goederen d.d. 2 november 2016 van verbalisant L.T.A. Vahsen.
24.Het Gerecht verwijst bij wijze van (ook voor de andere prostituees redengevend geacht) voorbeeld naar de berekening die is gemaakt in het proces-verbaal d.d. 22 mei 2017 door verbalisant F.G.S.H. Hendriks, opgenomen dossierpagina 486 e.v. (getuigendossiers). De verbalisant berekent voor de getuige [getuige] dat deze naar eigen zeggen tussen 19 januari 2016 en 1 november 2016 ongeveer $ 17.000,-- aan het werk heeft overgehouden. De door haar gemaakte kosten worden becijferd op ruim $ 13.000,-- Naar schatting moest deze getuige derhalve zo’n 45% van haar verdiensten afstaan. In andere woorden uitgedrukt schrijft de verbalisant dat deze getuige zich dus 262 keer heeft moeten prostitueren om alleen al uit de kosten te komen.
26.Idem.