ECLI:NL:OGEAM:2019:51

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
100.00501/17; 100.00255/17 (ttz.gev.)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in twee gewapende overvallen en schietincident op politie

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van twee gewapende overvallen op supermarkten en het schieten op de politie tijdens een achtervolging. De verdachte, geboren in 1991 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.M. Stomp. De officier van justitie, mr. J. Spaans, eiste een gevangenisstraf van vijftien jaar.

Het onderzoek vond plaats op 13 december 2017 en 6 juni 2019. Tijdens de zittingen werd de verdachte niet overtuigend herkend op videobeelden van de overvallen, en er was onvoldoende bewijs om de verdachte te koppelen aan de schietpartij op de politie. De overvallen vonden plaats op 23 maart 2017, waarbij de verdachte en een mededader gewapend waren en dreigementen uitten naar de aanwezige supermarktmedewerkers.

De rechter concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De herkenning door een getuige was niet betrouwbaar, en de omstandigheden rond de scooter die door de politie werd achtervolgd, gaven geen sluitend bewijs van de betrokkenheid van de verdachte. Daarom sprak het Gerecht de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Parketnummers: 100.00501/17; 100.00255/17 (ttz.gev.)
Uitspraak: 26 juni 2019
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats],
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2017 (pro forma) en op 6 juni 2019 (inhoudelijk). Verdachte is op de terechtzitting van 13 december 2017 verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.M. Stomp. Ter terechtzitting van 6 juni 2019 is alleen mr. R.M. Stomp verschenen, die zich niet gemachtigd achtte om het woord te voeren.
De officier van justitie, mr. J. Spaans, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht zowel ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 100.00501/17 (dagvaarding I) als ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 100.00255/17 (dagvaarding II) alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat het Gerecht verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaren met aftrek van voorarrest.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 100.00501/17 (Dagvaarding I)
l.
hij op 23 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een geldbedrag van ongeveer US$300,- dollars,
- een fles whisky van het merk J&B,
- een pakje aanstekers van het merk Tokal en
- een pakje vloeitjes van het merk Rizla,
toebehorende aan Zong Supermarket, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] (zijnde de eigenaresse van die Zong Supermarket) en andere in die supermarkt aanwezige personen, gepleegd met bet oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij bet bezit van bet gestolene te verzekeren, welk geweld of welke bedreiging met geweld bestond uit bet richten/tonen van vuurwapens, althans op vuurwapens gelijkende voorwerpen op/aan die [slachtoffer 1] en andere in die supermarkt aanwezige personen.
2.
hij op 23 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, met bet oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening beeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer US$400,- dollars, toebehorende aan Stephanies Grocery's, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] (zijnde de eigenaar van Stephanies Grocery's) en een andere in die supermarkt aanwezige persoon, gepleegd met bet oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken of om bij betrapping op beterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij bet bezit van bet gestolene te verzekeren, welk geweld of welke bedreiging met geweld bestond uit:
- het richten / tonen van vuurwapens, althans op vuurwapens gelijkende voorwerpen op/aan die [slachtoffer 2] en een andere in die supermarkt aanwezige persoon, en
– het vervolgens tegen die [slachtoffer 2] zeggen "bust your bead", althans woorden van gelijke dreigende aard/ strekking.
Parketnummer 100.00255/17 (Dagvaarding II)
1.
hij op 29 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen kogels heeft afgevuurd op en in de richting van die [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op 29 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader opzettelijk dreigend met een vuurwapen een kogels afgevuurd op en in de richting, althans in de nabijheid, van die [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5].
3.
hij op 29 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, een vuurwapen en munitie in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
4.
hij op 29 maart 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en wederrechtelijk ruiten/ ramen en delen van de carrosserie van een auto (Suzuki Super Carry, kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte en zijn mededader, heeft vernield en beschadigd.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

Het Gerecht zal verdachte vrijspreken van alle hem ten laste gelegde feiten en overweegt hiertoe als volgt.
Op 23 maart 2017 werden twee Chinese supermarkten overvallen. Gelet op de zeer korte tijdspanne tussen beide overvallen (de overvallen vonden plaats binnen een tijdsbestek van 10 - 15 minuten) en de kleding van de overvallers, kan worden aangenomen dat het dezelfde overvallers betreffen. Van beide overvallen zijn videobeelden beschikbaar. Te zien zijn twee mannen die op een zogenaamde skeleton scooter rijden. De eerste man draagt een grijs shirt, een donkerkleurige driekwart broek en een zwarte integraalhelm. De tweede man draagt een oranje shirt, een grijs/zwarte broek en een zwarte integraalhelm met meerkleurige stickers. Ook draagt deze man een rugtas, welke een kinderrugtas lijkt te zijn.
Een kleine week later, op 29 maart 2017, omstreeks 15:00 uur, wordt op de Sucker Garden Road een skeleton scooter gesignaleerd met daarop twee mannen. De politie gaat op zoek naar de scooter om deze aan te houden, krijgt de scooter in het oog en zet de achtervolging in. De bestuurder droeg een witte lange mouw met zwarte strepen en een zwarte helm, de bijrijder droeg een zwart/roodkleurige korte mouw met strepen en een witte helm met een soort grafiek sticker. Ondanks de door de politie gebruikte zwaailichten en sirenes om de scooter tot stoppen te manen, blijft de scooter doorrijden. De bijrijder steekt zijn middelvinger op en op een gegeven moment lost de bijrijder van de scooter meerdere kogels op de politieauto, waardoor de politieauto zich genoodzaakt ziet voor de veiligheid terug te zakken in snelheid. Inmiddels is de assistentie van de Franse collega’s ingeroepen, en de politie volgt de scooter tot aan de Coralita Road in French Quarter, waar zij de scooter uit het oog verliest.
Hier neemt de Franse gendarmerie het onderzoek over. Rond 18:30 uur gaat de gendarmerie een woning binnen aan de [adres 1], op de plek waar de scooter door KPSM uit het oog werd verloren. In de woning bevindt zich [slachtoffer 7]. In de ‘main room’ bevindt zich een skeleton scooter, deze staat tegen het bed. De motor van deze scooter was ‘lukewarm’. In de badkamer van de woning bevindt zich een man, verdachte, die daarop wordt aangehouden.
[slachtoffer 7] heeft verklaard dat verdachte en zijn vriend Andrew die dag thuiskwamen met een zwarte scooter. Verdachte droeg op dat moment een zwart T-shirt, Andrew droeg een donkerblauw T-shirt. Aan [slachtoffer 7] is een aantal foto’s getoond en zij verklaart verdachte te herkennen op foto nummer 6. Over foto’s 1 en 6 heeft [slachtoffer 7] verklaard dat de scooter op de foto’s lijkt op de scooter waarmee Andrew en verdachte naar het appartement kwamen op 29 maart 2017.
Met betrekking tot de twee overvallen (dagvaarding I) op 23 maart 2017 concludeert het Gerecht op grond van het bovenstaande dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot de vaststelling te komen dat verdachte een van de mannen op de beelden is. Verdachte is door [slachtoffer 7] slechts op één foto herkend, te weten foto 6. Foto 6 is echter afkomstig van camerabeelden die op 27 maart 2019 zijn gemaakt door een andere supermarkteigenaar. Deze herkenning kan derhalve niet gelden voor de feiten van 23 maart 2017. Dat door [slachtoffer 7] is verklaard dat de scooter op foto’s 1 en 6 lijkt op de scooter waarmee Andrew en verdachte op 29 maart 2019 – een week later - thuiskwamen, maakt dat niet anders.
Ten aanzien van de gebeurtenissen op 29 maart 2017 (dagvaarding II) is eveneens onvoldoende bewijs voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen. De scooter die de politie achtervolgde, werd bij Coralita Road uit het zicht verloren. Ongeveer drie uur later is een gelijkende scooter in de woning aan Coralita Road aangetroffen. Op dat moment is de motor ‘lauwwarm’. Hoewel de omstandigheden waaronder de scooter is aangetroffen op zijn minst genomen opmerkelijk te noemen zijn, valt daarmee niet vast te stellen dat verdachte een van de personen op de scooter die op de politie hebben geschoten, is geweest. Tussen de aanvang van de achtervolging en het aantreffen van de scooter in de woning zit een tijdsbestek van ongeveer drie uur. Daar komt bij dat de signalementen van de personen op de scooter op 29 maart 2019 zoals die door de politie zijn genoemd, niet overeenkomen met de verklaring van [slachtoffer 7] met betrekking tot de kleding die verdachte en Andrew droegen toen zij die dag met de scooter thuis kwamen. Opmerking verdient dat de verklaring van een anonieme getuige (“Everybody in French Quarter knows who shot after the police. It's [PERSOON 1] son.”) gelet op het bepaalde in artikel 387 Sv. niet bruikbaar is als bewijs.
Op grond van het bovenstaande zal verdachte van alle hem ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken.

Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder dagvaarding I en dagvaarding II ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters, bijgestaan door mr. M.C. Bruins (zittingsgriffier), en op 26 juni 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht Sint Maarten.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier: