3.1.Na wijziging van eis luidt de vordering als volgt, letterlijk weergegeven:
WESHALVE HET UEA. MOGE BEHAGEN, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoer bij voorraad:
1. Voor recht te verklaren dat gedaagden de Cable TV werknemers, behalve voor zover deze met wettelijk pensioen gaan of de betrokken werknemer vrijwillig als contractant zal worden ingehuurd, over dienen te gaan en zullen integreren in de Sint Maarten Telecommunication Operating Company N.V.;
2. Gedaagden te gebieden om binnen om het hiervoor onder 1. vermelde binnen een (1) maand na het in deze te wijzen vonnis uit te voeren door de werknemers van Cable TV (leden van SMCU) in de Sint Maarten Telecommunication Operating Company N.V. binnen deze termijn van een maand afgerond te hebben, op straffe van een dwangsom van US$ 10,000.- per dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen;
3. Gedaagden te gebieden om in ieder geval totdat in hoogste instantie zal zijn beslist terzake deze bodemprocedure ervoor zorg te dragen dat de werknemers van Cable TV niet worden ontslagen en dat hun loon en verdere emolumenten worden doorbetaald, bij gebreke waarvan de wettelijke rente en de loonvertragingsrente verschuldigd zullen zijn, behalve voor zover er sprake is van pensionering van werknemers overeenkomstig de arbeidsrechtelijke rechtspositie van de betrokken werknemer, op straffe van een dwangsom van US$ 10,000,-- per dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen;
4. Althans een zodanige voorziening te treffen met betrekking tot het voorgaande als U.E.A. in goede justitie zal vermenen te behoren.
5. Voor recht te verklaren voor zover het dat het ontslag, ontbinding dan wel beëindiging van het dienstverband van de Cable TV werknemers als rechtens vaststaand kan worden beschouwd, zulk een ontslag kennelijk onredelijk is in de zin van art. 7A:1615o BW Sint Maarten en dat gedaagden mitsdien schadeplichtig zijn jegens de Cable TV werknemers;
6. Gedaagden te veroordelen om binnen 14 dagen na het vonnis aan de Cable TV werknemers een arbeidsovereenkomst aan te bieden met de arbeidsrechtelijke voorwaarden die uitgaan dat hun arbeidsovereenkomsten nimmer tot een einde zijn gekomen met ingang van 15 juli 2018 onder verbeurte van een dwangsom van US$ 10,000.- per dag dat gedaagden in gebreke blijven aan het vonnis te voldoen;
7. Te bepalen dat totdat de arbeidsovereenkomst zal zijn hersteld ten behoeve van de Cable TV werknemers en ten laste van gedaagden een voorziening wordt getroffen die bestaat uit een vergoeding waarvan de hoogte bestaat uit het maandelijkse verschil aan inkomsten tussen enerzijds het salaris dat de individuele werknemers bij voortzetting van het dienstverband na 15 juli 2018 zou hebben genoten en anderzijds hun huidige inkomen, dan wel enige andere voorziening te treffen, een en ander zoals door Uw Gerecht in goede justitie te bepalen;
8. Kosten rechtens.