Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTENVERGOEDING
4.DE BESLISSING
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Op 9 januari 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, X, in beroep ging tegen de uitspraak van de Directeur der Belastingen. De Directeur had op 22 februari 2018 het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, waarna belanghebbende op 27 maart 2018 beroep instelde. De zitting vond plaats op 4 december 2018, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door advocaat mr. A en accountant B, terwijl de Directeur werd vertegenwoordigd door mr. C en belastinginspecteur mr. D. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de uitspraak op bezwaar niet door de Inspecteur was gedaan, maar door de Directeur. Hierdoor verklaarde de belastingrechter zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen, aangezien er geen beroep openstond bij de belastingrechter tegen de beslissing van de Directeur. Het Gerecht overwoog dat de Directeur op grond van de Algemene landsverordening landsbelastingen (ALL) verplicht was om processen-verbaal aan de Officier van Justitie toe te sturen, en dat de beslissing over vervolging aan de Officier van Justitie was. De uitspraak eindigde met de mededeling dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van proceskosten en dat partijen binnen twee maanden hoger beroep konden instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.