In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 16 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. G.J. Bergman, en het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekering, vertegenwoordigd door mr. B.G. Hofman. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van verweerder van 10 januari 2017, waarin een eerdere aanslag voor de premies Ziekteverzekering en Ongevallenverzekering voor de premieperiode 2014 ongegrond werd verklaard. Eiseres betwistte de naheffingsaanslag en voerde aan dat variabele loonkosten, zoals 'evening allowance' en 'on call allowance', niet tot het premieloon behoren. Het Gerecht oordeelde dat de variabele looncomponenten wel degelijk onder het begrip loon vallen en dat de stelling van eiseres dat deze kosten niet tot het premieloon behoren, onterecht was. Echter, het Gerecht oordeelde ook dat de oproepkrachten niet als werknemers kunnen worden beschouwd onder de Landsverordening Ziekteverzekering en Landsverordening Ongevallenverzekering, waardoor de premieheffing over hun vergoedingen niet gerechtvaardigd was. Het beroep van eiseres werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en verweerder werd opgedragen een nieuw besluit te nemen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.