In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten op 13 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieke assistent, en de Minister van Justitie van Sint Maarten. Eiseres had een beroep ingesteld tegen een beslissing van de Minister, waarin haar verzoek om een toelage werd afgewezen. Het beroep was echter ingediend bij het verkeerde Gerecht, namelijk het Gerecht in Eerste Aanleg in plaats van het Gerecht in Ambtenarenzaken. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het onbevoegd was om het beroep te behandelen en heeft het beroep doorverwezen naar het Gerecht in Ambtenarenzaken.
Eiseres had eerder een toelage ontvangen op basis van de Handleiding Politieke Assistenten, maar deze was stopgezet na de beëindiging van de ambtstermijn van de Minister van Justitie. De Minister had in een memo aan de salarisadministratie gevraagd om toelages toe te kennen aan bepaalde medewerkers, maar het Gerecht oordeelde dat dit memo geen besluit was waartegen rechtsmiddelen openstonden. Eiseres had haar beroepschrift expliciet gericht aan de bestuursrechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg, maar het Gerecht oordeelde dat zij als ambtenaar het verkeerde Gerecht had aangesproken.
Het Gerecht heeft het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om een toelage gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om zich te wenden tot het juiste Gerecht bij geschillen over hun rechtspositie. De beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.