Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
BESLISSING
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Procesverloop
3.De beoordeling
ne bis in idemen de (Nederlandse) jurisprudentie op het betreffende leerstuk en de wet (artikelen 4:6 en 8:81en verder Awb). Inderdaad is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep bestendig uitgemaakt dat een herhaald verzoek om voorlopige voorziening slechts voor toewijzing in aanmerking kan komen, indien de verzoeker een beroep doet op nieuwe feiten of omstandigheden, die toewijzing van een dergelijk verzoek kunnen rechtvaardigen, hetgeen in de regel zo wordt uitgelegd dat sprake dient te zijn van ernstige onvolkomenheden in de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter dan wel van een belangrijke wijziging van de relevante feiten en omstandigheden. Nu verzoeker het lange voortduren van zijn vreemdelingendetentie aan het verzoek ten grondslag heeft gelegd, hetgeen als nieuw kan worden beschouwd, en voorts voor ogen moet worden gehouden dat indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening naar de aard van de daarmee te bieden rechtsbescherming en naar de wet niet volledig ingepast kan worden in het leerstuk van het gesloten systeem van rechtsmiddelen, acht het Gerecht het verzoek dan ook ontvankelijk. Het Gerecht gaat voorbij aan hetgeen verweerder heeft aangevoerd ten aanzien van de vereisten die aan het verzoekschrift te stellen eisen, behoorlijke procesvoering en fair trial, hetgeen ziet op het ontbreken van bijlagen bij het beroepschrift. Gelet op de urgentie van het onderhavige verzoek en de bekendheid die bij verweerder mocht worden verondersteld na de diverse procedures kan van verzoeker in deze minder worden gevergd dan gebruikelijk.
Country Reports) van de
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishmentvan de Raad van Europa (CPT) raken aan een schending van artikel 3 EVRM.
‘(…) In Sint Maarten, urgent measures should be taken to improve conditions at Philipsburg Police Station, and steps taken to ensure that persons are not detained in excess of three days and in any event never longer than 10 days at this station. (…)’In het rapport: Detentiecapaciteit in Sint Maarten (december 2013) van de Raad voor de rechtshandhaving is onder meer vermeld:
‘(…) Ook in de als huis van bewaring aangewezen politiecellen te Philipsburg en het Grenshospitium Simpson Bay worden arrestanten, vreemdelingen, voorlopig gehechten en lang en kort gestraften door elkaar geplaatst. Tijdens het bezoek hebben inspecteurs van de Raad tevens geconstateerd dat de gedetineerden in deze inrichtingen gedurende de week niet naar de inrichting Pointe Blanche worden vervoerd, zoals vermeld in de ministeriële regeling van 2011 en dat aan het in de regeling vermelde regime en dagprogramma zeer beperkt uitvoering worden gegeven. In de politiecellen te Philipsburg is er geen mogelijkheid tot recreatie of werken. Er is geen tv of bibliotheek. Ook in het Grenshospitium te Simpson Bay is op 1 tv na geen mogelijkheid tot recreatie of werken. Bovendien is op de zalen geen toetreding van daglicht en is het er erg warm. Er is geen mogelijkheid om te luchten in de open lucht.(…) ’De verwijzing door verzoeker naar de rapportages van de CPT en het aangehaalde rapport van de Raad voor de Rechtshandhaving acht het Gerecht onvoldoende voor de conclusie dat sprake is van een vernederende behandeling in de zin van artikel 3 EVRM. De inhoud en strekking van de aanbevelingen van de CPT en de Raad voor de Rechtshandhaving kunnen niet een zo vergaande conclusie dragen dat het regime in het politiebureau in Philipsburg als huis van bewaring ten aanzien van vreemdelingenbewaring strijdig is met artikel 3 EVRM. Andere feiten ter onderbouwing van zijn stelling dat bij de toepassing van de vreemdelingenbewaring in het politiebureau sprake is van een vernederende behandeling in de zin van artikel 3 EVRM heeft verzoeker onvoldoende gesteld.