ECLI:NL:OGEAM:2012:BX6106

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
5 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ 194/2011
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot wijziging van de akte van splitsing van appartementencomplex Rainbow South

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, hebben de appartementseigenaren van het Rainbow South gebouw een verzoek ingediend om machtiging te verkrijgen voor de wijziging van de splitsingsakte. De verzoekers, die 22 van de 34 appartementsrechten bezitten, stelden dat de overige appartementseigenaren, met uitzondering van RBTT en Banque Antilles Françaises, zonder redelijke grond hun medewerking aan de wijziging van de akte van splitsing weigeren. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van een weigering zonder redelijke grond en heeft de verzoekers machtiging verleend om de akte van splitsing te wijzigen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 3 maart 2011 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de vennootschap Mary Regina. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2012 werd duidelijk dat de verzoekers een concept-splitsingsakte hadden overgelegd waarin de beoogde wijzigingen waren opgenomen. Het Gerecht oordeelde dat de verzoekers voldeden aan de vereisten van artikel 5:140 BW, dat bepaalt dat toestemming voor wijziging van de splitsingsakte niet mag worden geweigerd zonder redelijke grond.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de weigering van Mary Regina om medewerking te verlenen aan de voorgestelde wijzigingen niet redelijk was, vooral omdat de meerderheid van de appartementseigenaren de wijzigingen steunde. De machtiging tot wijziging betreft verschillende artikelen in de splitsingsakte, waaronder bepalingen over de manager van de Vereniging van Eigenaren en de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw. De beslissing van het Gerecht is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de verweerders zijn veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 5 maart 2012
Zaaknummer: EJ 194/2011
Beschikkingnr.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
BESCHIKKING
in de zaak van
[verzoeker] en de overige in het verzoekschrift vermelde verzoekers,
met gekozen woonplaats in Sint Maarten,
verzoekers,
gemachtigde: mr. J.G. Snow,
tegen
1. de vennootschap MARY REGINA COMPANY Ltd.,
gevestigd in Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigden: mrs. M.O. Kortenoever en A.J. Engelsma,
2. de vennootschap EVERGREEN HOLDINGS LTD.,
gevestigd in Anguilla,
verweerder,
niet verschenen,
3. de vennootschap GREEN HOUSE LIMITED,
gevestigd in Anguilla,
verweerder,
niet verschenen,
4. [verweerders sub 4],
beiden wonende in de Verenigde Staten,
verweerders,
niet verschenen,
5. [verweerders sub 5],
beiden wonende in de Verenigde Staten,
verweerders,
niet verschenen,
6. RAINBOW BEACH CLUB CLUB 36S HOLDING S.S.
gevestigd en kantoorhoudende in Panama,
verweerder,
niet verschenen,
7. [verweerders sub 7],
beiden wonende in de Verenigde Staten,
verweerders,
niet verschenen,
8. [verweerster sub 8],
wonende in Saint Martin,
verweerster,
niet verschenen,
9. de naamloze vennootschap RBTT BANK SINT MAARTEN N.V.
gevestigd in Sint Maarten,
verweerster,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson jr.,
10. BANQUE DES ANTILLES FRANCAISES,
gevestigd op Guadeloupe,
verweerster,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna tevens [verzoekers], Mary Regina, RBTT en overige verweerders worden genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 3 maart 2011 ingediende verzoekschrift met producties,
- het verweerschrift met producties van Mary Regina,
- de aanvullende producties van Mary Regina ten behoeve van de mondelinge behandeling,
- de mondelinge behandeling van 6 februari 2012.
De beschikking werd bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1 [verzoekers] en verweerders, behalve RBTT en Banque Antilles Françaises, zijn appartementseigenaren in het Rainbow South gebouw in de <i>Rainbow Beach Club</i> te Cupecoy in Sint Maarten, dat uit vijf afzonderlijk gesplitste appartementencomplexen bestaat.
2.2 Het Rainbow South gebouw bestaat uit 34 appartementsrechten. [verzoekers] zijn 22 appartementseigenaars. RBTT en Banque Antilles Françaises zijn hypotheekhouder.
2.3 De appartementseigenaren (‘<i>Buyer</i>’) in de onderhavige procedure hebben een <i>purchase agreement</i> gesloten met de vennootschap naar vreemd recht Rainbow Beach Club (‘<i>Seller</i>’). Zij kochten een appartementsrecht in het te bouwen Rainbow South gebouw. In artikel 1 van <i>Part</i> A van het bij wijze van voorbeeld als productie 4 bij verzoekschrift overgelegde koopcontract d.d. 24 januari 2005 staat, voorzover thans van belang: “<i>The SELLER, for and in consideration of the sum of $ 325,000.00 US dollars, to be paid as hereinafter mentioned, agrees to construct a single family residence, as per the attached floor plan, at the location known as Rainbow Beach Club – describes as lot No. 149 on the island of Sint Maarten, Netherlands Antilles, With a specific location identity known as Rainbow Beach Club Unit # 16-S Cupecoy St. Maarten Netherlands Antilles.</i>”
In de <i>Maintenance Agreement - Part D</i> van de koopovereenkomst staat: “<i>The following areas of maintenance offered by Rainbow Beach Club to its Unit owners is basically for the common areas. (…).</i>
2.4 Bij notariële akte van 27 april 2006 is aan de koper, vermeld in de zo-even aangehaalde voorbeeld koopovereenkomst, geleverd: “<i>Two right of apartment on the Second Floor, including the right of exclusive use of a hallway with closet, one-living-, dining room, one kitchen, one master bedroom, two bathrooms, a second bedroom, one walk-in closet and one balcony cadastrally described as follows: Certificate of Admeasurement 57A of two thousand and six (57A/2006), <b>Apartment Index number 9, and Apartment index number 10</b> each with the 1/34 undivided share in the common property consisting of the common areas in the building and the sub- soil and at the time of the division cadastrally known as follows: Certificate of Admeasurement number 372 two thousand and four (372/2004);</i>”
2.5 Terzake van de splitsing van het Rainbow South gebouw met hetgeen daartoe behoort (beschreven in meetbrief 372/2004) bepaalt deze notariële leveringsakte, voorzover thans van belang, het volgende: “<i>The division of the land described in a certificate of admeasurement number 372 of two thousand and four (372/2004) and the thereon standing building into forty-six (34) rights of apartment, was effected by means of the transcription at the office of the Registrar of Mortgages on Sint Maarten on April eleventh, two thousand and six, in Register C, volume 217, number 59, of an authentic copy of a deed of division (“the Deed of Division”), executed on April sixth, two thousand and six, before me civil law notary, the contents of which Deed of Division is deemed to be literally incorporated in the present deed.
The Buyers declared:
- that a copy of the Deed of Division has been provided to the Buyers by the Seller beforehand;
- to fully understand and to accept the entire contents of the Deed of Division and thereto to have initialized and signed one copy of the Deed of Division, which copy after having been duly authenticated, will remain in my safe keeping (…).</i>”
2.6 Verder is, voorzover thans van belang, in de akte tot levering het volgende opgenomen: “<i>The Buyer declared to be fully aware:
- that the Property forms part of the Rainbow Beach Club Project, a project developed by the Seller, consisting of different Apartment Buildings and hotel Facilities, the total of which project is intended to be operated as a condo-hotel by the Seller, its successor or assignee;
- that the use of the aforementioned hotel facilities is subject to compliance with the rules established thereto by the Corporation and subject to the payment of the charges for use and maintenance of such facilities.
(…).</i>”
3. Het geschil
3.1 [verzoekers] verzoeken het Gerecht vervangende machtiging te verlenen om de akte van splitsing van het Rainbow South gebouw te wijzigen conform de als productie 10 bij het verzoekschrift in het geding gebrachte conceptakte, kosten rechtens.
3.2 Aan hun verzoek leggen [verzoekers] ten grondslag dat verweerders, afgezien van RBTT en Banque Antilles Françaises, zonder redelijke grond hun medewerking of toestemming aan de wijziging van de akte van splitsing weigeren.
3.3 Mary Regina voert verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden besproken. RBTT refereert zich aan het oordeel van het Gerecht.
4. De beoordeling
<i>vooraf</i>
4.1 Het verzoek van [verzoekers] strekt tot het verkrijgen van een machtiging tot wijziging van de splitsingsakte als bedoeld in artikel 5:140 lid 1 BW. [verzoekers] hebben daartoe een concept-splitsingsakte overgelegd waarin de beoogde wijzigingen zijn opgenomen.
4.2 Uit de stukken blijkt naar het oordeel van het Gerecht dat tenminste 22 van de 34 stemmen in de vergadering van eigenaars aan [verzoekers] toekomt, zodat aan het bepaalde in artikel 5:140 lid 2 BW is voldaan. De overige in het verzoekschrift vermelde verweerders zijn bij deurwaardersexploot opgeroepen, maar niet verschenen. Tevens is voldaan aan het bepaalde in artikel 5:140 lid 4 BW. Ook de beperkt gerechtigden zijn opgeroepen om te worden gehoord ter zitting; RBTT is verschenen en heeft zich gerefereerd.
4.3 [verzoekers] hebben gesteld (verz. nr. 28) en ter zitting toegelicht dat zij hebben getracht medewerking voor de wijzigingen te verkrijgen van de appartementseigenaars die de 12 overige stemmen vertegenwoordigen, maar dat de projectontwikkelaar Sabra N.V., wier principalen tevens de principalen van Mary Regina zijn, dit heeft geweigerd en dat de overige appartementseigenaren niet hebben verklaard. Daarmee staat een beroep op artikel 5:140 BW open.
4.4 Verder overweegt het Gerecht in dit verband dat [verzoekers] ter zitting hebben toegelicht dat het hun naar de kern genomen gaat om de wijziging van de artikelen in de splitsingsakte die gaan over (benoeming en ontslag van) de <i>Manager</i>. De huidige <i>Manager</i> is Rainbow Beach Club Management Ltd. Volgens de onweersproken stelling van [verzoekers] bij verzoekschrift (verz. nrs. 19 en 23) en ter zitting is Rainbow Beach Club Management Ltd. een door de principalen van Sabra N.V. en Mary Regina gecontroleerde entiteit. Zonder wijziging van de splitsingsakte kan Mary Regina het ontslag van Rainbow Beach Club Management Ltd als <i>Manager</i> en de benoeming van een ander blokkeren. Teneinde deze impasse te doorbreken – alleen Mary Regina verzet zich hiertegen – kunnen [verzoekers] de weg van artikel 5:140 BW bewandelen. Op de voorgestelde wijziging gaat het Gerecht hieronder nader in.
4.5 Anders dan Mary Regina stelt, kan toepassing van artikel 5:140 BW niet in de splitsingsakte ‘buitenspel’ worden gezet. Mary Regina is toegetreden tot een (bijzondere) gemeenschap, in casu het appartementsrecht in de zin van titel 9 van boek 5 BW, en is daarmee onderworpen aan alle regels die voor zo’n gemeenschap krachtens de wet gelden. Of toetsing van de splitsingsakte aan ‘democratische regels’ dient plaats te vinden, welke vraag Mary Regina (in verw. nr. 40) ontkennend beantwoordt, behoeft hier geen bespreking. De appartementseigenaars zijn – als deelgenoten in deze gemeenschap – verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid (HR 30 oktober 1998, NJ 1999, 83).
4.6 Centraal staat in artikel 5:140 lid 1 BW het begrip “weigeren van toestemming zonder redelijke grond”. De rechter dient vast te stellen of van weigering zonder redelijke grond sprake is.
4.7 Onjuist is derhalve de stelling van Mary Regina dat: i) de wijziging een ‘zwaarwegend belang’ vereist of ‘noodzakelijk’ is (verw. nr. 6), ii) er een ‘dringende reden’ voor wijziging is (verw. nr. 13), iii) een bepaling ‘dringend wijziging behoeft’ (verw. nr. 26), iv) zij geen ‘dringende reden’ voor wijziging kan bedenken (verw. nr. 27), v) geen ‘zwaarwegende redenen’ voor wijziging worden gegeven (verw. nr. 37), vi) de vraag zou moeten zijn waarom het zo ‘urgent’ is dat dit artikel gewijzigd moet worden en de vraag zou moeten zijn welk ‘zwaarwegend belang’ zich tegen dit artikel verzet (verw. nr. 43), vii) voor iedere wijziging moet worden aangetoond dat ‘het baat en niet schaadt’ (verw. nr. 45).
4.8 Bij de beoordeling van de vraag of een weigering tot medewerking zonder redelijke grond is, mag mede betrokken worden een afweging van de redelijkheid van de beoogde wijziging tegen die van de bestaande regeling (HR 3 oktober 1986, NJ 1987, 40). In zijn conclusie voor deze beschikking schreef A-G mr. Leijten: “<i>Hiervoor stelde ik het regeltje op, dat wie door zijn weigering ook anderen bindt, die anders willen, eerder zonder redelijke grond handelt dan hij wiens weigering alleen voor hemzelf gevolgen heeft. Daaraan vasthoudend, meen ik, dat verzet tegen een wijziging, die objectief (dat is meestal: voor de meesten) een veel betere situatie schept dan de te wijzigen situatie eerder zonder redelijke grond zal zijn dan wanneer de ene situatie — objectief — geen ‘grotere redelijkheid’ in zich draagt dan de andere.</i>” In deze overweging, waarbij het Gerecht zich aansluit, ligt voor de onderhavige zaak besloten dat de weigering van Mary Regina, die zich in haar eentje verzet tegen de voorgestelde wijzigingen, mede getoetst mag worden aan de vraag of zij daarmee ook de andere appartementseigenaars en dan met name [verzoekers], die een ruime meerderheid vormen, bindt. Voorzover de voorgestelde wijzigingen alle appartementseigenaren aangaan, ligt in deze objectieve toets – anders dan Mary Regina in verw. nr. 40 veronderstelt – inderdaad in zoverre een democratisch element besloten.
<i>gemeenschappelijke gedeelten</i>
4.9 Bij notariële splitsingsakte van 6 april 2006 heeft de projectontwikkelaar Sabra N.V. haar perceel met een daarop staand gebouw, in die akte tezamen aangeduid als <i>Property</i>, verdeeld is 34 appartementsrechten. Het gebouw en grond bestaan na de splitsing uit privé-gedeelten, <i>private section(s)</i>, en gemeenschappelijke gedeelten, de <i>common areas</i>, waarbij alles wat niet als privé-gedeelte wordt beschouwd bestemd is tot gemeenschappelijk gebruik. Tot de gemeenschappelijke gedeelten behoren blijkens artikel 2 sub d van de splitsingsakte onder meer de <i>common facilities</i>. Het Gerecht concludeert dat wanneer het in de splitsingsakte gaat over de gemeenschappelijke gedeelten, het betreft de gemeenschappelijke gedeelten van het gesplitste perceel met daarop het Rainbow South gebouw. Niet tevens over andere percelen en gebouwen die onderdeel uitmaken van het Rainbow Beach Club Project.
4.10 [verzoekers]verzoeken machtiging tot wijziging van de splitsingsakte waar in deze akte staat dat onder de gemeenschappelijke gedeelten slechts wordt verstaan de gemeenschappelijke gedeelten van het Rainbow South gebouw. Volgens [verzoekers] blijkt uit de koopovereenkomst dat zij recht hebben op gebruik van de gehele gemeenschappelijke grond van het Rainbow Beach Club Project en van de Rainbow Beach Club <i>Facilities</i>, die bestaan uit onder meer beveiliging, zwembaden en tennisbanen (zie artikel 1 sub m van de splitsingsakte).
4.11 Het Gerecht oordeelt dat de hiervoor aangeduide splitsingsakte slechts betrekking heeft op het in die akte vermelde perceel met daarop het Rainbow South gebouw. Uit hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd moet worden afgeleid dat de Rainbow Beach Club <i>Facilities</i> niet zijn gelegen op het gesplitste perceel en dat de splitsingsakte van Rainbow South daarop geen betrekking heeft. Het is niet mogelijk een stuk grond dat aan een derde toebehoort te splitsen en vervolgens een wijziging van de akte van splitsing te bewerkstelligen. Het daarop gerichte verzoek dient derhalve te worden afgewezen.
<i>hotel complex</i>
4.12 Daarnaast verzoeken [verzoekers] machtiging tot wijziging van de splitsingsakte terzake het volgende. Zoals de koopovereenkomst vermeldt hebben de appartementseigenaren een <i>single family residence</i> gekocht in het Rainbow South gebouw. In deze koopovereenkomst wordt tevens gesproken van gemeenschappelijke gedeelten, waarvoor de koper een onderhoudsbijdrage voldoet. In de leveringsakte wordt echter een nieuw element toegevoegd. Daarin wordt beschreven dat het Rainbow South gebouw onderdeel uitmaakt van het <i>Rainbow Beachclub Project</i> dat is ontwikkeld door Sabra N.V. en dat als geheel als <i>condo-hotel</i> zal worden geëxploiteerd. De splitsingsakte vermeldt dat gehele project, waarvan het Rainbow South gebouw deel uitmaakt, wordt geëxploiteerd als <i>hotel complex</i>. Ook in de splitsingsakte wordt over het gehele project gesproken als hotel complex. [verzoekers] stellen dat de appartementseigenaren niet hebben deelgenomen aan de facultatieve <i>Rental Pool</i> vermeld in artikel 1 sub n van de splitsingsakte zodat hun appartementen niet zonder hun instemming mogen worden verhuurd aan derden. Zij hebben het sterke vermoeden (verz. nr. 15) dat dit toch gebeurt en dat de ontwikkelaar Sabra N.V. en de <i>Manager</i> althans hun principa(a)l(en) hierin de hand heeft/hebben. Zij verzoeken daarom – kort gezegd – verwijzingen in de splitsingsakte naar het gebouw en de appartementen met <i>hotel (complex)</i> te verwijderen.
4.13 Mary Regina stelt hiertegenover dat de meeste kopers inderdaad niet meedoen (verw. nrs. 19 en 26), maar zij wel participeert in de <i>Rental Pool</i> en dus de benaming ‘hotel’ in de splitsingsakte gehandhaafd dient te blijven. Zij wil met haar appartement als hotel(kamer) adverteren.
4.14 Naar het oordeel van het Gerecht weigert Mary Regina zonder redelijke grond. Nu [verzoekers] niet aan de <i>Rental Pool</i> deelnemen en alleen Mary Regina zich hierover heeft uitgelaten, houdt het Gerecht het ervoor dat Mary Regina de enige appartementseigenaar is die belang heeft bij handhaving van de verwijzingen naar het Rainbow South als <i>hotel complex</i>. De verwijzingen naar Rainbow South als <i>hotel complex</i> dienen geen doel. De bedoeling van de projectontwikkelaar Sabra N.V. om aan de appartementseigenaars ‘in feite een volledig ingerichte hotelkamer’ (verw. nrs. 19 en 32) te verkopen doet niet terzake nu zij – behalve Mary Regina – niet aan de <i>Rental Pool</i> deelnemen. Het gebruik van de <i>Rainbow Beach Club Facilities</i> vindt grondslag in erfdienstbaarheden die ten behoeve van de appartementseigenaars zijn gevestigd en niet in de aanduiding van Rainbow South als <i>hotel complex</i> in de splitsingsakte.
4.15 Er bestaat aldus geen enkele grond waarop een ander dan de individuele appartementseigenaar over zijn eigen privé-gedeelte beschikt, terwijl de Vereniging van Eigenaren het beheer voert over de bijzondere gemeenschap van appartementseigenaars, waartoe tevens behoort het toezicht op het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en zaken. De verwijzingen in de akte van splitsing naar het gebruik of de exploitatie als hotel door Sabra N.V. dienen derhalve geen doel. Verder is het bezwaar tegen de beoogde wijziging van de bestaande <i>opt-out</i> regeling terzake de <i>Rental Pool</i> onredelijk, nu niemand behalve Mary Regina hieraan meedoet. Er bestaat aldus onvoldoende reden om appartementseigenaren te verplichten te trachten een overeenkomst te sluiten opdat zij niet meedoen.
4.16 Dit leidt er toe dat het Gerecht machtiging verleent tot wijziging van de splitsingsakte conform de overgelegde concept-splitsingsakte voorzover daarin wordt verwezen naar het Rainbow South gebouw als – kort gezegd – hotel. De machtiging geldt dus niet voorzover in de akte wordt verwezen naar het <i>Rainbow Beachclub Project</i>. De machtiging betreft de volgende bepalingen: artikel 1 sub g, 1 sub n, 10 lid 3 en 10 lid 3 sub ii. Verder betreft de machtiging artikel 10 lid 4.
<i>manager</i>
4.17 Verder verzoeken [verzoekers] machtiging tot wijziging van artikel 47 leden 7 en 8 van de splitsingsakte. In die bepaling wordt geregeld dat het bestuur van de Vereniging van Eigenaren bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzitter en een <i>manager</i>. Over deze <i>manager</i> bepaalt artikel 47 lid 6 het volgende: <i>The Manager, will be in charge with de day to day management of the association, including the management of the South Rainbow common areas, the South Rainbow common objects and the means of the association and will furthermore execute or cause to be executed all the resolutions of the Meeting. The association shall contract with the manager on terms and conditions set forth in a separate document, hereinafter referred to as the “Management Contract”</i>.
4.18 In artikel 47 leden 7, 8 en 9 van de splitsingsakte is – samengevat weergegeven – bepaald dat een beslissing tot beëindiging of schorsing van de <i>manager</i> slechts kan worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle appartementseigenaren aanwezig zijn en dat het uitvoeren van deze beslissing is geschorst totdat de Vereniging van Eigenaren van de andere gebouwen een gelijke beslissing hebben genomen. Verder is opgenomen dat deze beslissing alleen genomen kan worden “<i>in case of gross negligence or gross mismanagement bij the Manager”</i>. [verzoekers] willen de beslissing tot beëindiging bij gewone meerderheid van stemmen kunnen nemen zonder beperking ten aanzien van de graad van verwijtbaarheid. Zij willen dat de VvE kan contracteren met een <i>Manager</i> die zij zelf selecteert en niet behoort tot de groep van de projectontwikkelaar Sabra N.V. die haar bij oprichting heeft aangesteld.
4.19 Het Gerecht overweegt eerst dat de Vereniging van Eigenaren is opgericht in de splitsingsakte op 6 april 2006 (zie artikel 5:109 jo. 5:112 lid 1 sub e BW) en dat daarbij een voorzitter (Sabra N.V.) en een <i>manager</i> (Rainbow Beach Club Management Limited) zijn benoemd. Verder is de weigering op de grond dat mogelijk een <i>manager</i> wordt benoemd die niet op Sint Maarten woont of als een “verkeerde” moet worden beschouwd niet redelijk. Er is geen concrete aanleiding te veronderstellen dat [verzoekers] dat met de voorgestelde wijziging beogen. [verzoekers] hebben ter zitting gesteld dat zij de naamloze vennootschap Solutions Accounting and Management N.V. tot <i>manager</i> willen benoemen. Dit is een professionele op Sint Maarten gevestigde onderneming die ervaring heeft met het management van VvE’s. Zij hebben verder toegelicht dat de overgrote meerderheid van de 150 individuele appartementseigenaren in de Rainbow Beach Club deze onderneming zullen verzoeken om het onderhoud te verzorgen van de <i>Rainbow Beach Club Facilities</i>, die iedere appartementseigenaar op grond van een erfdienstbaarheid gebruikt. Daarmee zouden de VvE’s waarvan de <i>manager</i> na wijziging van artikel 47 van de splistingsakte kan worden vervangen en de meerderheid van de 150 appartementseigenaren voor de <i>Rainbow Beach Club Facilities</i> kunnen contracteren met een en hetzelfde bedrijf, Solutions Accounting and Management N.V.
4.20 Indien ontslag of benoeming van een <i>manager</i> in de vergadering van de VvE aan de orde mocht komen, dan kan Mary Regina ter vergadering trachten de meerderheid van de appartementseigenaren te overtuigen van haar standpunt. Vervolgens kan de meerderheid ter vergadering besluiten met welke <i>manager</i> de Vereniging van Eigenaren een overeenkomst wil aangaan. Evenmin heeft Mary Regina een redelijke grond aangevoerd voor weigering toe te stemmen in het verlagen van de drempel voor het beëindigen van de overeenkomst met de <i>manager</i>. Het Gerecht oordeelt dat de door [verzoekers] voorgestelde regeling in artikel 47 van de splitsingsakte afgezet tegen de bestaande regeling waartegen alleen Mary Regina zich verzet redelijker is, nu de meerderheid in de nieuwe regeling een andere professionele <i>manager</i> naar keuze kan aanstellen.
4.21 Het Gerecht zal machtiging verlenen artikel 47 lid 7, 8 en 9 te wijzigen volgens de overgelegde concept-akte.
<i>overige wijzigingen</i>
4.22 Naar het oordeel van het Gerecht heeft Mary Regina geen redelijke grond zijn medewerking te weigeren aan de overige voorgestelde wijzigingen van de splitsingsakte van – kort gezegd – het Rainbow South gebouw. Mary Regina’s argumenten komen er op neer dat zij tevreden is met de huidige bepalingen, maar zonder nadere toelichting – die ontbreekt – maakt dat de weigeringsgrond niet redelijk. Tegen de achtergrond van hetgeen hiervóór in de onderdelen 4.6 tot en met 4.8 werd vooropgesteld, en dan met name het element dat Mary Regina zich in het algemeen niet met succes zal kunnen verzetten tegen een door een meerderheid van de appartementseigenaars verlangde wijziging die deze meerderheid ook aangaat, mocht van Mary Regina worden verwacht dat zij toelichtte waarom de ongewijzigde splitsingsakte – objectief bezien – toch gehandhaafd moet worden.
4.23 Ook hier geldt dat geen machtiging tot wijziging wordt verleend van bepalingen die rechtstreeks zien op de Rainbow Beach Club <i>Facilities</i> nu de splitsingsakte geen betrekking heeft op de gronden waarop deze zijn gelegen. Sabra N.V. is geen partij in deze procedure.
4.24 Het Gerecht verleent machtiging om de artikelen 4 lid 2, 4 lid 3, 6 lid 4, 7 lid 4, 11 lid 2, 11 lid 8, 12, 21 lid 2, 23 lid 2, 3, 4 en 5, 31 lid 1, 39 lid 2, 40 lid 3, 42 lid 2, 44 lid 2 en 48 te wijziging conform de overgelegde concept splitsingsakte.
4.25 Als de in het ongelijk te stellen partij zullen verweerders worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
5. De beslissing
Het Gerecht in eerste aanleg:
5.1 machtigt [verzoekers] tot wijziging van de akte van splitsing van het Rainbow South gebouw volgens het concept dat bij verzoekschrift in deze procedure is overgelegd, voorzover dit concept ziet op de artikelen 1 sub g, 1 sub n, 4 lid 2, 4 lid 3, 6 lid 4, 7 lid 4, 10 lid 3, 10 lid 3 sub ii, 10 lid 4, 11 lid 2, 11 lid 8, 12, 21 lid 2, 23 lid 2, 3, 4 en 5, 31 lid 1, 39 lid 2, 42 lid 2, 44 lid 2, 47 lid 7, 8 en 9 en 48;
5.2 veroordeelt verweerders in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoekers] begroot op NAfl. 3.089,-- aan verschotten en NAfl. 2.700,-- aan salaris gemachtigde.
5.3 verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4 wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mr. D.M. Thierry, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2012 in aanwezigheid van de griffier.