In deze zaak, die betrekking heeft op de zaaknummers CUR202501141 en CUR202501142, heeft de besloten vennootschap Bokata Inter B.V. een kort geding aangespannen tegen de openbare rechtspersoon De Ontvanger van het Land Curaçao en De Inspecteur der Belastingen. Bokata Inter, die een restaurant exploiteert in de foodcourt van Sambil Curaçao, heeft over de jaren 2022 tot en met 2024 geen belastingen afgedragen. De Ontvanger heeft op 4 februari 2025 executoriaal beslag gelegd op roerende goederen van Bokata Inter, met een totale belastingschuld van Cg 475.590,07. Bokata Inter vordert in dit kort geding schorsing van het executoriaal beslag, een periode van zes maanden om haar administratie in te halen, en een betalingsregeling van Cg 1.500 totdat de juistheid van de belastingschuld is vastgesteld.
De rechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van Bokata Inter zijn gebaseerd op de stelling dat het executoriaal beslag misbruik van bevoegdheid zou zijn, omdat het zou leiden tot faillissement en werkloosheid van haar werknemers. De Ontvanger heeft echter betoogd dat Bokata Inter een aanzienlijke belastingschuld heeft en dat de onderneming niet levensvatbaar is. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Bokata Inter moeten worden afgewezen, omdat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid door de Ontvanger. De rechter heeft ook geoordeeld dat Bokata Inter in de proceskosten moet worden veroordeeld, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.
De beslissing van de rechter is dat de vorderingen van Bokata Inter in beide zaken worden afgewezen, en dat zij in de proceskosten wordt veroordeeld, die aan de zijde van de Ontvanger en de Inspecteur op nihil zijn begroot.