ECLI:NL:OGEAC:2025:60

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
500.00231/24
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van ex-partner met bedreiging en geweld in Curaçao

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 5 mei 2025 uitspraak gedaan in een zedenzaak waarbij de verdachte, de ex-partner van het slachtoffer, is beschuldigd van verkrachting. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, waarbij hij geweld en bedreiging met geweld heeft gebruikt. Het slachtoffer heeft verklaard dat de verdachte haar in de vroege ochtend van 20 augustus 2024 in haar woning heeft verkracht, nadat hij zonder toestemming binnen was gekomen. De verdachte heeft haar met een taser bedreigd en gedwongen tot seksuele handelingen. Ondanks dat het slachtoffer aanvankelijk aangifte deed, heeft zij later geprobeerd deze in te trekken, wat leidde tot vragen over de betrouwbaarheid van haar verklaringen. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van het slachtoffer voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal, waaronder verklaringen van getuigen en de verdachte zelf. De verdachte heeft de feiten ontkend, maar zijn verklaringen zijn inconsistent en stroken niet met de gedetailleerde verklaring van het slachtoffer. Het Gerecht heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan verkrachting en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met toezicht van de reclassering. De uitspraak benadrukt de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer en de noodzaak van begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00231/24

Uitspraak: 5 mei 2025
Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [1986] in [Land],
thans alhier gedetineerd.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Dennaoui-Simon en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman
mr. S. Zahedi, naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
De verdachte wordt na wijzing tenlastegelegd:
dat hij op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 19 augustus 2024 te Curacao, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/ of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte, (meermalen) zijn penis in de vagina en/ of anus en/ of mond van die [slachtoffer] gebracht en/ of geduwd en/ of gehouden, en welk geweld , of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/ of w elke bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan uit
- het met harde, althans verheven/gebiedende, stem zijn/hun de kinderen te ordonneren naar hun slaapkamer te gaan en/ of
- de sleutel van de (voor)deur te confisqueren/ bij zich te houden en/of
- tegen die [slachtoffer] op gebiedende toon zeggen dat zij haar ondergoed en/ of broek, althans de kleding uit moet trekken en/of naar beneden (te) trekken en/ of uit te trekken en/ of opzij te schuiven en/ of
- het neerleggen van een taser naast, althans in de nabijheid, van die [slachtoffer] en/ of aangeven deze bij weerstand van die [slachtoffer] te zullen gebruiken en/of
- het (meermalen) voorbij gaan aan de fysieke en verbale uitingen van die [slachtoffer] dat zij het niet wilde en/ of
- de seksuele handelingen met die [slachtoffer] op te nemen met een telefoon en/ of het dreigen aan die [slachtoffer] om de opgenomen seksuele handelingen op straat te verspreiden en/ of
- te negeren dat die [slachtoffer] (vooraf) had gezegd dat zij geen (vaginale/anale/orale) penetratie wilde zonder condoom en/of
- ( vervolgens) onverhoeds zijn penis zonder het/een condoom te gebruiken en/of zonder condoom in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of houden en/of bewegen en/ of
- ( aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/ of laten voortduren;
Subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 19 augustus 2024 te Curacao, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/ of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen te weten het, (meermalen) brengen van zijn, verdachte's, penis in de vagina en/ of anus en/ of mond van die [slachtoffer] en/of het hebben van onbeschermde seks en/of seks met verdachte, door
- het met harde, althans verheven, stem zijn/hun de kinderen te ordonneren naar hun slaapkamer te gaan en/ of
- de sleutel van de (voor)deur te confisqueren/ bij zich te houden en/ of tegen die [slachtoffer] op gebiedende toon zeggen dat zij
- haar ondergoed en/ of broek, althans de kleding van die [slachtoffer] uit moet trekken en/ of naar beneden (te) trekken en/ of uit te trekken en/ of opzij te schuiven en/ of
- het neerleggen van een taser naast, althans in de nabijheid, van die [slachtoffer] en/ of aangeven deze bij weerstand van die [slachtoffer] te zullen gebruiken en/ of
- het (meermalen ) voorbij gaan aan de fysieke en verbale uitingen van die [slachtoffer] dat zij het niet wilde en/ of
- te negeren dat die [slachtoffer] (vooraf) had gezegd dat zij geen (vaginale/anale/orale) penetratie wilde zonder condoom en/of
- ( vervolgens) onverhoeds zijn penis zonder het/een condoom te gebruiken en/of zonder condoom in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of houden en/of bewegen en/ of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/ of laten voortduren;
Meer subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 19 augustus 2024 te Curacao, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen iets te doen en/of te dulden, te weten het hebben van onbeschermde seks en/of seks met verdachte, door
- het met harde, althans verheven, stem zijn/hun de kinderen te ordonneren naar hun slaapkamer te gaan en/ of
- de sleutel van de (voor)deur te confisqueren/ bij zich te houden en/ of tegen die [slachtoffer] op gebiedende toon zeggen dat zij
- haar ondergoed en/ of broek, althans de kleding van die [slachtoffer] uit moet trekken en/ of naar beneden (te) trekken en/ of uit te trekken en/ of opzij te schuiven en/ of
- het neerleggen van een taser naast, althans in de nabijheid, van die [slachtoffer] en/ of aangeven deze bij weerstand van die [slachtoffer] te zullen gebruiken en/ of
- het (meermalen ) voorbij gaan aan de fysieke en verbale uitingen van die [slachtoffer] dat zij het niet wilde en/ of
- te negeren dat die [slachtoffer] (vooraf) had gezegd dat zij geen (vaginale/anale/orale) penetratie wilde zonder condoom en/of
- ( vervolgens) onverhoeds zijn penis zonder het/een condoom te gebruiken en/of zonder condoom in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of houden en/of bewegen en/ of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/ of laten voortduren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het Gerecht deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
De bewijsbeslissing
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. Op specifieke standpunten wordt – voor zover relevant –hierna nader ingegaan.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat er kritisch moet worden gekeken naar de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en dat zich in het dossier geen steunbewijs bevindt. Op specifieke standpunten wordt – voor zover relevant – hierna nader ingegaan.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De verdachte wordt verweten dat hij het slachtoffer, zijn (ex-)partner en de moeder van zijn kinderen, in de vroege ochtend van 20 augustus 2024 in haar eigen woning heeft verkracht.
Het Gerecht zal het slachtoffer hierna ook aanduiden als aangeefster of [slachtoffer].
Het Gerecht dient de vraag te beantwoorden of kan worden bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft verkracht. Zedenzaken worden in het algemeen gekenmerkt door het gegeven dat naast de verklaring van het slachtoffer en de (ontkennende) verklaring van de verdachte weinig of geen steunbewijs voorhanden is, omdat bij de betreffende handelingen doorgaans alleen de verdachte en het slachtoffer aanwezig waren.
De bewijsminimumregel van artikel 385, derde lid, Sv houdt in dat het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige (waaronder het slachtoffer). In zedenzaken geldt echter wel dat een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met een geloofwaardige en betrouwbare aangifte ertoe kan leiden dat voldaan is aan het bewijsminimum. Niet vereist is dat ieder onderdeel van de bewezenverklaring met bijkomend bewijs wordt ondersteund. Zo is in het geval van verkrachting niet vereist dat de dwang en/of feitelijkheden waarover het slachtoffer verklaart steun vinden in ander bewijsmateriaal. Wanneer de verklaring van het slachtoffer op bepaalde, andere punten bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal kan dat afdoende zijn, mits tussen die verklaring en dat andere bewijsmateriaal niet een te ver verwijderd verband bestaat.
De eerste vraag die het Gerecht heeft te beantwoorden is aldus of en zo ja, in hoeverre de verklaringen van aangeefster als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt, zulks te meer nu de verdachte ontkent haar te hebben verkracht en de verdediging de betrouwbaarheid van haar verklaringen ook gemotiveerd in twijfel heeft getrokken. Daar komt in dit geval nog bij dat aangeefster de aanvankelijk door haar afgelegde, de verdachte belastende, verklaringen later heeft willen intrekken.
Ter beoordeling van de betrouwbaarheid van een afgelegde verklaring staan in het algemeen diverse wegen open. Zo kan worden gekeken of hetgeen is verklaard overeenkomt met of steun vindt in – zo te noemen – objectieve feitelijke gegevens, of de betreffende verklaring ‘uit zichzelf’ (dat wil zeggen, zonder wetenschap vooraf van hetgeen uit het onderzoek reeds naar voren is gekomen) is afgelegd, of de verklaring op andere onderdelen steeds consistent is en of onderdelen van de verklaring zich verdragen met andere in het onderzoek naar voren gekomen gegevens.
In de onderhavige zaak heeft [slachtoffer] diverse verklaringen afgelegd, bij de politie en bij de rechter-commissaris.
Op 21 augustus 2024 heeft [slachtoffer] zich bij de politie gemeld en heeft er eerst een informatief gesprek plaatsgevonden. [1]
De verbalisant die toen met haar heeft gesproken, heeft als haar verklaring opgetekend dat [slachtoffer] aangifte kwam doen tegen haar ex-partner, de verdachte. Volgens [slachtoffer] heeft de verdachte haar in de vroege ochtenduren van 20 augustus 2024 verkracht en zij verklaarde dat dit niet de eerste keer was. De verdachte is die nacht vermoedelijk door het raam in de slaapkamer van hun kinderen de woning binnengedrongen. [slachtoffer] verklaarde dat zij erg bang was voor de verdachte omdat hij agressief kon worden als hij boos werd. Zij vertelde dat hij haar verschillende keren heeft mishandeld, voor het laatst op 31 juli 2024 tijdens een woordenwisseling. Toen heeft hij haar hoofd tegen de muur geduwd in het bijzijn van hun kinderen. [slachtoffer] heeft nooit aangifte tegen de verdachte gedaan om te voorkomen dat hij vast zou komen te zitten. Dit omdat de verdachte, hoewel zij niet meer samenwonen, goed voor de kinderen en voor haar zorgt. De reden waarom zij nu wel aangifte doet is omdat hij haar met een taser heeft bedreigd en zij had het gevoel dat hij de daad bij het woord zou voegen en omdat hij hun kinderen op een agressievere toon heeft aangesproken.
Op 21 augustus 2024 om 14:26 uur heeft [slachtoffer] aangifte gedaan tegen de verdachte. [2] Haar aangifte houdt in, zakelijk weergegeven, dat de verdachte en zij een langdurige liefdesrelatie hebben gehad, waaruit drie kinderen zijn geboren. Zij heeft in mei 2023 een einde aan hun relatie gemaakt omdat zij het zat was door de verdachte geestelijk en fysiek te worden mishandeld. Ook heeft de verdachte haar gedurende hun relatie verschillende keren gedwongen om seks met hem te hebben. Tijdens een woordenwisseling op 31 juli 2024 heeft hij haar met haar hoofd tegen de muur geslagen. Nadat zij een einde aan de relatie heeft gemaakt, is zij verhuisd. De verdachte komt de kinderen daar af en toe bezoeken.
Zij is op 19 augustus 2024 omstreeks 22:00 uur gaan slapen. De kinderen sliepen bij haar. Omstreeks 03:00 uur werd zij wakker. Zij zag dat haar telefoon niet meer naast haar bed lag. Zij is haar telefoon gaan zoeken. [dochter], die toevallig wakker was heeft haar helpen zoeken. Toen zag ze dat de verdachte uit de slaapkamer van de kinderen komen. Ze schrok daarvan. Ze had hem geen toestemming gegeven om in haar woning te komen. De verdachte zei tegen [dochter] en de andere kinderen dat ze moesten gaan slapen. Tegen het slachtoffer zei hij dat ze in de woonkamer op de bank moest gaan zitten. Dat heeft ze gedaan. De verdachte liep daarbij achter haar aan, ging op haar benen zitten, pakte een "taser" uit zijn tas en legde deze naast haar op de bank. Hij zei dat hij de taser zou gebruiken als zij nog iets tegen [dochter] zou zeggen. De verdachte zei daarna met harde stem tegen de kinderen dat zij moesten gaan slapen. Hij heeft het licht in de slaapkamer uitgedaan en de deur dichtgetrokken. De verdachte heeft daarna de sleutels uit de voordeur gehaald, heeft het licht in de woonkamer uitgedaan en is voor haar gaan staan. Hij zei tegen haar dat hij anale en vaginale seks met haar zou gaan hebben. Zij is de strijd niet aangegaan, omdat zij bang was dat de verdachte de taser zou gebruiken. De verdachte heeft tegen [slachtoffer] gezegd dat zij haar kleren uit moest trekken. Daarna moest ze op zijn penis zuigen, is hij met zijn stijve penis in haar anus gegaan, heeft hij zijn penis weer in haar mond gedaan en daarna weer in haar anus, waarna hij is klaargekomen. Later heeft hij haar ook vaginaal gepenetreerd. [slachtoffer] durfde niets te zeggen omdat zij bang was. Ze weet hoe hij reageert als ze niet doet wat hij zegt. [slachtoffer] heeft nog aangegeven dat zij financieel afhankelijk is van de verdachte en dat zij daarom niet eerder aangifte tegen hem heeft gedaan. Zij heeft verder verklaard dat de verdachte, toen hij die ochtend uit haar woning vertrok, haar telefoon heeft meegenomen. Met die telefoon heeft de verdachte de verkrachting opgenomen. [slachtoffer] heeft die video, nadat ze haar telefoon had teruggekregen, gewist. Zij schaamde zich en wilde niet dat iemand de video zag. Volgens haar kon je op de video zien dat zij geen seks wilde omdat zij huilde en de verdachte bleef vragen om te stoppen. Zij geeft nog aan dat zij vermoedt dat de verdachte via een schuifraam in de slaapkamer van de kinderen is binnen gekomen. Op 20 augustus 2024 heeft de verdachte haar nog verschillende keren opgebeld. De verdachte heeft toen tegen haar gezegd: “Denk eraan dat ik een video-opname van je heb.”
Op 17 oktober 2024 heeft [slachtoffer] weer een verklaring afgelegd. [3]
Zij verklaart dan dat zij in de maand augustus aangifte heeft gedaan tegen de verdachte omdat hij haar verschillende keren heeft mishandeld en heeft gedwongen om tegen haar wil in seks met hem te hebben. Zij geeft aan dat hetgeen zij toen heeft verklaard waar is. Zij geeft aan dat de verbalisant haar de gevolgen van het doen van aangifte heeft uitgelegd, waarna zij aangifte heeft gedaan omdat zij bang was voor de verdachte en wilde dat hij haar met rust liet. Zij geeft aan haar aangifte toch te willen intrekken omdat de kinderen elke dag huilen om hun vader en omdat zij het financieel niet redt zonder zijn steun. Zij benadrukt dat de verdachte geen slecht persoon is, maar dat hij agressief wordt als hij emotionele problemen niet kan oplossen. Zij wil dat de verdachte een tweede kans krijgt en dat hij wordt geholpen.
Op 8 november 2024 heeft [slachtoffer] nog een verklaring afgelegd. [4]
Zij verklaart dan dat ze de eerste keer niet naar het bureau is gekomen om de vader van haar kinderen op te laten sluiten, maar omdat ze rust nodig had. De verdachte en zij hadden relatieproblemen. De verdachte had een relatie met een andere vrouw. Daarom heeft zij de verdachte die nacht ook gevraagd om een condoom om te doen. Dat heeft de verdachte niet gedaan. Daar was zij heel boos over. Ze werd angstig en besloot daarom naar de politie te gaan zodat hij haar met rust zou laten. Daarom heeft zij aangifte gedaan. Ze wil niet dat hij de gevangenis in moet. Hij is de vader van haar kinderen; als zij ziek is dan komt hij om voor haar en de kinderen te zorgen. Ze heeft gelogen over die nacht. Hoewel ze in eerste instantie geen seks met hem wilde, heeft ze uiteindelijk vrijwillige seks met hem gehad. In haar aangifte heeft ze de situatie overdreven. Dit is een gevolg van de angstziekte waaraan zij lijdt. Ze wil dat de zaak wordt geseponeerd.
Op 6 maart 2025 heeft [slachtoffer] een verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris. [5]
[slachtoffer] verklaart dan dat zij de verdachte afgelopen zaterdag voor het laatst gesproken. Zij geeft aan dat zij haar aangifte niet wil intrekken vanwege financiële problemen, maar vanwege gewetenswroeging. De verdachte is die nacht met zijn eigen sleutel haar woning binnengekomen. Dat hadden ze afgesproken. Zij was boos op hem omdat hij in haar telefoon keek. Ze hebben ruziegemaakt. De kinderen zijn wakker geworden, waarna hij tegen de kinderen heeft gezegd dat ze weer moesten gaan slapen. De verdachte en zij hebben daarna eerst een goed gesprek gehad en hadden daarna seks. Ze heeft aangifte gedaan omdat ze jaloers was omdat ze hem met een andere vrouw zag. Als zij boos wordt, heeft ze haar emoties niet onder controle. Daarom heeft ze aangifte gedaan. Hij heeft de taser gepakt toen hij naar een condoom zocht. Het bericht dat zij een dag later heeft gestuurd was omdat zij boos was omdat hij een andere vrouw had. Kort en goed, komt het erop neer dat zij alles heeft verzonnen en dat zij die nacht vrijwillige seks hebben gehad. Ze legt daarbij nog uit dat als zij nee zegt en hij haar op het bed gooit als zij probeert weg te lopen, dit geen verkrachting is. Soms heeft zij geen zin en zegt ze nee, dan wil hij toch. Dat is gewoon seks.
De verdediging heeft betoogd dat de verklaringen van [slachtoffer] wisselend en tegenstrijdig zijn, onder meer omdat zij haar eerste verklaringen bij de politie later verschillende malen heeft willen intrekken en daarbij heeft verteld dat zij had gelogen. Het Gerecht overweegt daarover als volgt.
De verbalisant die [slachtoffer] reeds op 21 augustus 2024 te woord heeft gestaan, heeft gezien dat zij erg emotioneel was en dat zij af en toe begon te huilen. Deze verbalisant heeft aan [slachtoffer] uitgelegd wat de gevolgen kunnen zijn van het doen van aangifte, waarna [slachtoffer], die aangaf een en ander te hebben begrepen, daadwerkelijk aangifte tegen de verdachte heeft gedaan. Ook heeft de verbalisant [slachtoffer], die aangaf bang te zijn dat de verdachte haar opnieuw zou komen mishandelen/verkrachten, in contact gebracht met slachtofferhulp, waarna [slachtoffer] en de kinderen in het belang van hun veiligheid in een shelter zijn geplaatst. De verbalisant merkt nog op dat zij van slachtofferhulp had begrepen dat [slachtoffer] twee weken voor dit incident al contact had opgenomen met slachtofferhulp.
Ten slotte is [slachtoffer] drie dagen na het doen van haar aangifte teruggekomen naar het bureau om haar aangifte te ondertekenen.
Dit alles laat zich naar het oordeel van het Gerecht niet rijmen met de twee laatste verklaringen van [slachtoffer], inhoudende – kort gezegd – dat zij eerder heeft gelogen en dat zij uit wraak/jaloezie heeft gehandeld. Daar komt nog bij dat de verklaring die [slachtoffer] op 21 augustus 2024 heeft afgelegd, zeer gedetailleerd is en dat zij op 17 oktober 2024 – terwijl zij toen haar eerdere verklaring wilde intrekken – de waarheidsgetrouwheid van die verklaring nog eens heeft onderstreept. Ten slotte vindt haar verklaring, zoals hierna nog zal worden weergegeven, steun in ander objectief bewijsmateriaal.
Het Gerecht acht de verklaring van [slachtoffer] van 21 augustus 2024 dan ook betrouwbaar en derhalve bruikbaar voor het bewijs.
De aangifte van [slachtoffer] vindt niet alleen steun in de door de verbalisant geconstateerde emoties, maar ook in de verklaring van [dochter] en in het bijzonder de verklaringen van de verdachte zelf.
Het Gerecht noemt in dit verband de verklaring van [dochter]. [6]
Uit haar verklaring blijkt in ieder geval dat de verdachte en het slachtoffer veel ruzie maakten, waarbij de verdachte haar moeder ook mishandelde. Onder meer heeft hij haar hoofd een keer tegen de muur geslagen. Ook blijkt uit haar verklaring dat haar vader op 20 augustus 2024 via haar slaapkamerraam de woning is binnengekomen. Zij verklaart dat haar moeder haar telefoon kwijt was en dat zij haar moeder toen heeft helpen zoeken. Toen zag zij haar vader in haar slaapkamer staan. Tenslotte blijkt uit haar verklaring dat haar vader tegen haar en haar broertje had gezegd dat ze moesten gaan slapen, en dat haar vader de slaapkamerdeur dicht had gedaan. Toen ze later toch heeft gekeken, heeft ze haar ouders naakt op de bank gezien.
De verdachte heeft diverse verklaringen afgelegd.
Daarbij heeft hij bevestigd het slachtoffer in het verleden te hebben mishandeld en recent nog, waarbij hij haar hoofd tegen de muur heeft geduwd. Uit zijn verklaring blijkt verder dat het slachtoffer en hij die nacht naar de woonkamer zijn gegaan en dat hij daar tegen het slachtoffer heeft gezegd dat zij seks met elkaar zullen gaan hebben. Ook heeft hij tegen haar gezegd dat zij haar kleding uit moest trekken. Uit zijn verklaring blijkt nog dat hij haar telefoon in zijn bezit had en dat er sprake was van de aanwezigheid van een taser. En voorts dat hij de volgende dag heeft ‘gedreigd’ om de video van haar op straat te verspreiden. [7]
Uit zijn derde verklaring blijkt dat hij haar in het verleden heeft gedwongen om seks met hem te hebben omdat het niet zo kan zijn dat hij wel een vrouw heeft, maar altijd nee te horen krijgt. Die dag heeft hij in ieder geval geen nee geaccepteerd. Hij heeft het slachtoffer teruggeduwd toen zij van het bed probeerde op te staan, waarna zij seks hadden. [8]
In zijn vierde verklaring bevestigt de verdachte dat hij de sleutel uit de deur heeft gehaald. Hij heeft de sleutel en de taser op de bank gelegd. Volgens de verdachte was het echter niet zijn bedoeling om haar daarmee te bedreigen. Hij heeft wel tegen haar gezegd dat zij seks zouden gaan hebben. Het klopt dat zij toen niet heeft geantwoord. Hij verklaart dan ook dat hij haar telefoon heeft afgepakt en dat hij met haar telefoon de seksuele handelingen heeft opgenomen. Toen hij de telefoon op een later moment aan het slachtoffer teruggaf heeft hij tegen haar gezegd dat ze de opname moest wissen. Hij herhaalt dat het klopt dat hij het slachtoffer heeft opgebeld en heeft gezegd dat hij de video van hun seksuele handelingen zou verspreiden. [9]
Opvallend in dit verband is nog het op 20 augustus 2024 om 09:48:07 PM door het slachtoffer aan de verdachte verzonden spraakbericht, inhoudende:

David luister dit is niet het tijd, hetgeen je gisteren had gedaan is eigenlijk verkrachting. Je hebt me verkracht. Meer dan een keer had je dat gedaan en dan verwacht je dat ik met jou zou praten alsof alles tussen ons goed is. Dat is wat je wil David. Elke keer dat je me iets doet wil je dat wij met elke ga praten alsof alles goed is. David ik heb je gezegd om mij afstand te geven. Geef me tijd ik heb woede van binnen tot op het moment dat ik genezen wordt van al de dingen die je me altijd deed, moeten wij niet eens met elkaar praten om eerlijk te zeggen. Want het bleef aandringen en het gaat terug. Nu dat je rustig bent krijgt ik terugblik en ik word overgestuurd.”
Waar een ontkenning ter zake van de verkrachting door de verdachte in de rede had gelegen of in ieder geval het stellen van een vraag hierover aan het slachtoffer, antwoordt de verdachte om 10:34:22 PM slechts: “
Ik zou u je tijd geven. Ok”. [10]
Het Gerecht acht, zoals hiervoor is weergegeven, de verklaring van [slachtoffer] van 21 augustus 2024 betrouwbaar en is van oordeel dat die verklaring in voldoende mate wordt ondersteund door de hiervoor genoemde bewijsmiddelen.
Het door [slachtoffer] geschetste scenario van de jaloerse, wraakzuchtige vrouw, welk scenario de verdachte ter terechtzitting heeft onderschreven, past simpelweg niet bij al het voorgaande. Ook niet na de pogingen van [slachtoffer] om haar aangifte in te trekken. Daar komt bij dat verdachtes verklaring evenmin strookt bij zijn scenario van vrijwilligheid, namelijk voor zover het betreft het pakken van haar huissleutels, het zeggen dat zij seks gaan hebben en dat zij haar kleding uit moest trekken, het pakken van haar telefoon en het dreigen de video met hun seksuele handelingen te verspreiden.
Uit de verklaring van [slachtoffer] leidt het Gerecht af dat de verdachte de sleutel van de voordeur bij zich hield, gezegd heeft dat zij haar kleding uit moest trekken en dat zij zich vervolgens in die situatie en uit angst voor de taser niet heeft verzet. Wel huilde zij tijdens de seksuele handelingen en heeft zij hem bij herhaling gevraagd te stoppen. Deze noodkreten werden door de verdachte genegeerd. De verdachte heeft het slachtoffer in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte, situatie gebracht, dat het daardoor voor haar niet mogelijk was om zich aan de seksuele handelingen te onttrekken. Hiermee is de dwang gegeven.
Het Gerecht acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
dat hij omstreeks 19 augustus 2024 te Curaçao, door bedreiging met geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte, meermalen zijn penis in de vagina en anus en mond van die [slachtoffer] gebracht en welke bedreiging met geweld en andere feitelijkheden hebben bestaan uit
- het bij zich houden van de sleutel van de voordeur en
- het zeggen tegen die [slachtoffer] dat zij haar kleding uit moet trekken en
- het neerleggen van een taser naast die [slachtoffer] en aangeven deze te zullen gebruiken en
- het meermalen voorbij gaan aan de fysieke en verbale uitingen van die [slachtoffer] dat zij het niet wilde en
- aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het bewezen wordt als volgt gekwalificeerd:

verkrachting.

Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van zijn (ex-)partner. Hij is in de nachtelijke uren de woning van het slachtoffer binnengedrongen, een plek waar zij zich veilig moet voelen. De verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer. De verdachte heeft de grenzen van het slachtoffer niet gerespecteerd en enkel oog gehad voor zijn eigen lustgevoelens.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met aftrek van de tijd doorgebracht in voorlopige hechtenis, met toezicht en begeleiding van de Reclassering.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het Gerecht gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, alsook op de straffen die in vergelijkbare gevallen door het Hof en de Gerechten plegen te worden opgelegd. Daarbij kan acht worden geslagen op de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt in het geval van verkrachting als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren gegeven.
De verdachte heeft een blanco strafblad.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 3 februari 2025. Hieruit volgt dat de verdachte het merendeel van zijn leefgebieden op orde heeft en dat er geen bijzonderheden te melden zijn met betrekking tot zijn emotionele toestand. Hierdoor lijkt hulpverlening in het kader van recidivevoorkoming overbodig. De rapporteur onthoudt zich van enig strafadvies, maar merkt op dat de verdachte bij veroordeling te allen tijde begeleiding kan ontvangen. Tevens heeft het Gerecht kennisgenomen van een enkelvoudige Pro Justitia rapportage van 22 oktober 2024. De psychiater rapporteert dat er geen aanwijzingen zijn voor psychopathologie op grond waarvan het delict, indien bewezen, hem verminderd valt aan te rekenen.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de rol die hij
– ook financieel gezien – vervult in de levens van zijn in totaal zes kinderen, acht het Gerecht het aangewezen om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Dit voorwaardelijk deel dient als stok achter de deur om de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
Daarbij overweegt het Gerecht nog in het bijzonder dat de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer zich nauwelijks anders laat omschrijven als toxisch. De in gezonde relaties voor alle betrokkenen duidelijke grenzen zijn in deze relatie naar het lijkt compleet vervaagd. De verdachte heeft er ter terechtzitting in het geheel geen blijk van gegeven het strafbare van zijn handelen in te zien. Sterker nog, hij legt de schuld van hetgeen hem nu overkomt volledig neer bij zijn (ex-)partner. Zij is jaloers, wraakzuchtig en instabiel. Ook aan zijn kinderen houdt de verdachte voor dat hij enkel en alleen door de leugens van hun moeder vast zit en niet bij hen kan zijn. Een goed voorbeeld voor zijn kinderen vormt hij daarmee geenszins, en de druk die de verdachte hiermee op het slachtoffer legt moet enorm zijn. Dit alles baart het Gerecht zorgen. Het Gerecht ziet hierin aanleiding om aan de verdachte verplicht Reclasseringscontact op te leggen.
Het Gerecht zal, alles afwegende, de strafeis van de officier van justitie volgen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op artikel 1:19, 1:20, 1:21, 1:22 en 2:197 van Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot
8 (acht) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten om dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt;
als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat:
- de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Uitvoeringsorganisatie Justitiële Zorg, ook als dat inhoudt het volgen van cursussen en/of het ondergaan van behandelingen, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.C. Bours, bijgestaan door
mr. J. Mulder, griffier, en is op 5 mei 2025 uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van informatief gesprek, opgemaakt op 18 maart 2025 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar E. Raphaela-Simmons (2e aanvullend proces-verbaal einddossier).
2.Proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 24 augustus 2024 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar E. Raphaela-Simmons (Einddossier, pagina 1 e.v.).
3.Proces-verbaal van tweede verhoor aangeefster, opgemaakt op 17 oktober 2024 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar E. Raphaela-Simmons (Einddossier, pagina 7 e.v.).
4.Proces-verbaal van derde verhoor aangeefster, opgemaakt op 17 oktober 2024 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar E. Raphaela-Simmons (Einddossier, pagina 10 e.v.).
5.Proces-verbaal van getuigenverhoor, opgemaakt opgemaakt op 6 maart 2025 door de rechter-commissaris.
6.Proces-verbaal van studioverhoor van 2 september 2024, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar F.C. de Paula (pagina 21 e.v.).
7.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 28 augustus 2024, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar F.C. de Paula (pagina 72 e.v.).
8.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 28 augustus 2024, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar F.C. de Paula (pagina 77 e.v.).
9.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 28 augustus 2024, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar F.C. de Paula (pagina 82 e.v.).
10.Proces-verbaal van bevindingen chatgesprek van 2 december 2024, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar E. Raphaela-Simmons (pagina 50 e.v.).