In deze zaak heeft QBE EUROPE SA/NV H.O.D.N. BRITISH MARINE, een maritieme verzekeraar, een kort geding aangespannen tegen BALDAWIN MARINE CORP, de eigenaar van het schip 'WATERMARK ST. GEORGE'. De eiseres vordert betaling van verschillende bedragen, in totaal USD 257.652,85, als gevolg van kosten die zijn ontstaan na het 'abandonment' van het schip door de gedaagde. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, die plaatsvond op 29 april 2025, en heeft de vorderingen van de eiseres niet betwist.
De eiseres heeft de bemanning van het schip hun achterstallige lonen betaald en heeft kosten gemaakt voor voedsel, water, en bewaking van het schip. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eiseres gegrond zijn, gezien het ontbreken van verweer van de gedaagde en het spoedeisend belang van de zaak. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken door mr. P.E. de Kort, met mr. P. Stubbe als griffier, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en het meer of anders gevorderde is afgewezen.