ECLI:NL:OGEAC:2025:48

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
CUR202400767
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over overlast door grondwater in Curaçao

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Buurtvereniging Mahaai een vordering ingediend tegen een aantal gedaagden, waaronder een LLC gevestigd in de Verenigde Staten, met betrekking tot overlast door grondwater in de Angloweg. De zitting vond plaats op 12 april 2024, en het tussenvonnis werd op 23 oktober 2024 uitgesproken. De Buurtvereniging verzocht om duidelijkheid over de oorzaak van de overlast en vroeg het gerecht om gedaagden te veroordelen tot het staken van het lozen van water op straat.

Tijdens de procedure bleek dat er geen gezamenlijke bezichtiging had plaatsgevonden, zoals eerder was afgesproken, en dat het Land niet had gereageerd op het verzoek om medewerking. Hierdoor waren de mogelijkheden voor feitenonderzoek binnen het kort geding uitgeput. Het gerecht overwoog dat het niet uitgesloten was dat de gedaagden niet verantwoordelijk waren voor het lek en dat zij niet in staat waren om de waterbron te stoppen. Aangezien de gedaagden grondwater opvangen en afvoeren met een watertruck, kon de vordering van de Buurtvereniging niet worden toegewezen.

Het gerecht besloot de kosten van het geding te compenseren, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten moest dragen. Het vonnis werd uitgesproken door rechter P.E. de Kort in het openbaar op 27 maart 2025.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Vonnis in kort geding van 27 maart 2025
Zaaknummer: CUR202400767
in de zaak van
BUURTVERENIGING MAHAAI,gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.J.C. Anthonio,
tegen

1.[…] LLC,

gevestigd in de Verenigde Staten,

2. […],

wonend in Curaçao,

3. […],

wonend in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. S. Da Costa Gomez.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties van 1 maart 2024,
  • de mondelinge behandeling van 12 april 2024,
  • het tussenvonnis van 23 oktober 2024 (
  • de e-mailberichten van de gemachtigden en het verzoek van de Buurtvereniging alsnog vonnis te wijzen.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Zoals uit het tussenvonnis blijkt, is gepoogd in dit kort geding duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van de overlast door grondwater in de Angloweg. Een gezamenlijke bezichtiging zoals eerder ter zitting afgesproken heeft niet plaatsgevonden, en het Land heeft niet gereageerd op het vervolgens aan het Land (UOW) bij het tussenvonnis gedane verzoek om medewerking. Daarmee zijn de mogelijkheden om binnen het kader van een kort geding feitenonderzoek te doen uitgeput.
2.2.
Niet uit te sluiten is dat de stelling van gedaagden juist is dat het lek niet door hen is veroorzaakt en dat de waterbron door hen niet gestelpt kan worden. Mede gelet op het feit dat gedaagden grondwater opvangen en afvoeren met een watertruck, kan de vordering van de Buurtvereniging om gedaagden te veroordelen om het lozen van water te staken daarom niet worden toegewezen.
2.3.
Gelet op het verloop en de uitkomst van dit geding zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

3.De beslissing in kort geding

Het gerecht:
3.1.
wijst af het gevorderde;
3.2.
compenseert de kosten van het geding in die zin dat partijen de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken.