ECLI:NL:OGEAC:2025:45

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
CUR202401349
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overgangsregeling Landsverordening Normering Topinkomens en de gevolgen voor medisch specialisten in loondienst

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, ging het om een geschil tussen de Landelijke Vereniging Medische Professionals in Dienstverband Curaçao (eiseres) en HNO Transitie en Exploitatie N.V. (gedaagde) over de toepassing van de Landsverordening Normering Topinkomens (LNT) op de bezoldiging van medisch specialisten. De eiseres vorderde een verklaring voor recht dat de arbeidsvoorwaarden, zoals opgenomen in de Beloning Medisch Professionals (BMP), niet door de LNT beperkt worden en dat de beloning boven de norm in drie gelijke delen moet worden teruggebracht. De zaak werd behandeld op basis van verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

De rechter oordeelde dat de LNT in de weg staat aan het doorvoeren van indexeringen, loontreden en variabele beloningen als deze de LNT-norm overschrijden. De LNT, die op 21 december 2022 in werking trad, stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi) publieke sector, waaronder medisch specialisten. De rechter concludeerde dat de overgangsregeling van de LNT niet toestaat dat de eerder overeengekomen bezoldigingen worden verhoogd gedurende de overgangsperiode van twee jaar, waarna een afbouw in drie jaar moet plaatsvinden. De vordering van de vereniging werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van het CMC, vastgesteld op Cg 2.500.

Dit vonnis benadrukt de strikte naleving van de LNT en de gevolgen voor de beloning van medisch specialisten in loondienst, waarbij de rechter de belangen van de medisch professionals afwoog tegen het algemeen belang van het terugdringen van bovenmatige bezoldigingen in de publieke sector.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202401349
Vonnis van 14 april 2025
in de zaak van
LANDELIJKE VERENIGING MEDISCHE PROFESSIONALS IN DIENSTVERBAND CURACAO,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
hierna:
de vereniging,
gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en G.B. Steward,
tegen
HNO TRANSITIE EN EXPLOITATIE N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
hierna:
CMC,
gemachtigden: mrs. S. van Lint en D.A.H. Segbert.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van 19 april 2024, met producties,
  • conclusie van antwoord van 19 augustus 2024, met producties,
  • de conclusie van repliek van 11 november 2024, met producties,
  • de conclusie van dupliek van 10 februari 2025.
1.2
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.Waar gaat deze procedure over?

Het gaat over de uitleg van overgangsregeling van de Landsverordening Normering Topinkomens. Volgens de vereniging is een verhoging van de bezoldiging van de medisch specialisten door middel van indexering, loontreden en de variabele beloning tijdens de overgangsregeling geboden en toegestaan, ook als dat betekent dat de beloning daarmee boven de LNT- norm komt.

3.De vordering

De vereniging vordert een verklaring voor recht dat de tussen CMC en de medische professionals geldende arbeidsvoorwaarden, zoals opgenomen in de Beloning Medisch Professionals (BMP) voor wat betreft de indexering van salarissen, het toekennen van loontreden en het uitkeren van variabele beloning over de jaren 2021 tot en met december 2024 niet door de LNT beperkt worden en dat vanaf januari 2025 de beloning boven de norm in de periode van drie jaar in drie gelijke delen moet worden teruggebracht tot het dan geldende maximum.

4.De beoordeling

Arbeidsvoorwaarden medisch specialisten CMC
4.1
In de BMP van 2 november 2019 zijn de arbeidsvoorwaarden die gelden tussen het CMC en de bij het CMC werkzame professionals vastgelegd. In artikel 3.1.5. van de BMP staat dat het salaris na twee jaar per 1 juli van elk kalenderjaar conform de stijging van de kosten van het levensonderhoud volgens een bepaalde staffel wordt geïndexeerd. Bijlage I van de BMP bevat 14 salaristreden. In bijlage II is het beleid voor variabele begroting uitgewerkt. De hoogte van de variabele beloning hangt af van het behalen door het CMC van financiële doelstellingen.
Landsverordening normering topinkomens Curaçao
4.2
Op 21 december 2022 is in werking getreden de Landsverordening normering topinkomens Curaçao (LNT) [1] . Vanaf die dag geldt conform artikel 3, lid 1, LNT dat ten aanzien van topfunctionarissen die werkzaam zijn voor de overheid of een overheid gelieerde entiteit geen bezoldiging mag worden overeengekomen die per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 4, lid 1, LNT. Op grond van dit artikel bedraagt de bezoldiging van een topfunctionaris van een grote vennootschap per kalenderjaar Cg 386.000. Volgens de definitie van bezoldiging opgenomen in artikel 1, lid 1 sub j. LNT gaat het daarbij om de som van alle vergoedingen, de belastbare (vaste en variabele) onkostenvergoedingen en het werkgeversdeel van pensioenbijdragen.
4.3
Het huidig jaarsalaris van de medisch specialisten in het CMC bedraagt tussen Cg 300.000 en Cg 660.000 afhankelijk van ervaring en diensten.
LNT van toepassing op de medische professionals
4.4
In een uitspraak van dit gerecht is geoordeeld dat de maximale bezoldigingsnorm als bepaald in de LNT ook geldt voor de medisch professionals in loondienst van het CMC [2] .
4.5
Artikel 7, lid 1, LNT luidt: Voor zover partijen een hogere bezoldiging overeenkomen dan bij of krachtens deze landsverordening is toegestaan, bedraagt de bezoldiging van rechtswege het bedrag dat ten hoogste bij of krachtens deze landsverordening is toegestaan. Betalingen die dat bedrag
overschrijden, zijn onverschuldigd betaald.
De overgangsregeling in de LNT
4.6
In artikel 23 LNT is een overgangsregeling opgenomen (hierna: de overgangsregeling). Deze houdt in voor zover van belang:
(i) dat een voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze landsverordening tussen partijen overeengekomen bezoldiging die meer bedraagt dan de maximale bezoldiging is toegestaan voor ten hoogste twee jaar na de inwerkingtreding van deze landsverordening (periode I);
(ii) dat indien de periode van twee jaar is verstreken, de overeengekomen bezoldiging in een periode van drie jaar in drie gelijke delen wordt teruggebracht tot het geldende maximum, bedoeld in artikel 4, eerste lid (periode II).
De overgangsregeling en de hier aan de orde zijnde beloningscomponenten
4.7
De vereniging stelt dat de LNT geen belemmering vormt om gedurende de overgangsperiode de afspraken over de indexering van salarissen, het toekennen van loontreden en de variabele beloning (de beloningscomponenten) na te komen.
4.8
Het CMC heeft aangevoerd dat het doorvoeren van indexeringen, het toekennen van loontreden en het uitbetalen van de variabele beloning door de LNT wordt beperkt, in die zin dat ze gedurende de overgangsperiode niet mogen worden doorgevoerd als hiermee de LNT-norm wordt overschreden. Zij heeft wel de indexering doorgevoerd en loontreden toegekend aan medisch professionals voor zover daarmee niet werd uitgestegen boven het in de LNT vastgestelde maximum. Daarnaast heeft zij de variabele beloningen over de jaren 2021, 2022 en 2023 inmiddels voldaan, maar deze zullen worden teruggevorderd als blijkt dat deze niet waren verschuldigd.
4.9
Het CMC verwijst naar de tekst en wetsgeschiedenis van de LNT. Volgens CMC is van belang voor de uitleg van de LNT en meer specifiek de overgangsregeling van de LNT dat die mede tot stand is gekomen in samenhang met de voorwaarden die Nederland heeft verbonden aan de verstrekking van liquiditeitssteun aan het Land Curaçao vanwege de COVID-19 pandemie. Een van die voorwaarden was dat de arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen binnen de (semi) publieke sector moesten worden gemaximaliseerd tot 130% van het nieuw genormeerde salaris van de Minister-president van Curaçao.
4.1
Aanvankelijk was in de LNT een gelijke formulering met betrekking tot de overgangsregeling opgenomen als in de overgangsregeling in de Nederlandse wet Normering Topinkomens (WNT). In artikel 7.3 van de WNT is uitdrukkelijk bepaald dat een bezoldiging die boven het maximum uitstijgt gedurende de overgangsperiode slechts wordt verhoogd, indien deze verhoging en de wijze waarop deze wordt berekend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet tussen partijen zijn overeengekomen. In een gewijzigd ontwerp van de LNT van
10 februari 2022 is de overgangsregeling echter aangepast waarbij de regeling ter zake reeds overeengekomen bezoldigingsverhogingen is komen te vervallen. In de derde nota van wijziging is toegelicht dat dit is gedaan om twee redenen, namelijk vanwege de precaire financiële situatie van het Land Curaçao en omdat dit een voorwaarde was voor het verstrekken van de derde tranche liquiditeitssteun door Nederland. De regeling ter zake reeds overeengekomen bezoldigingsverhogingen, zoals deze in eerste instantie naar het model van de WNT in de LNT was opgenomen, is daarom verwijderd. Op basis van deze achtergrond meent het CMC dat het uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever is geweest dat de reeds overeengekomen hogere bezoldigingen gedurende de eerste periode van twee jaar worden bevroren waarna ze gedurende drie jaren worden afgebouwd. Het is dus uitdrukkelijk de bedoeling geweest van de wetgever om dit soort verhogingen, ook indien tevoren overeengekomen, gedurende de overgangsperiode niet toe te staan.
4.11
Het gerecht is van oordeel dat de LNT in de weg staat aan het doorvoeren van indexeringen, het toekennen van loontreden en het uitbetalen van de variabele beloning, als hiermee de LNT-norm wordt overschreden. Het gerecht overweegt hiertoe als het volgende.
4.12
De LNT ziet op beloningen in de (semi) publieke sector. De bekostiging van rechtspersonen en organisaties behorend tot deze sector vindt middellijk of rechtstreeks geheel of in aanzienlijke mate plaats uit publieke middelen. De wetgever heeft met de invoering van de LNT de beloningen bij instellingen in de (semi) publieke sector tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau willen reduceren. Met andere woorden bovenmatige bezoldigingen willen tegengaan. De wetgever heeft hiertoe een norm gesteld. Zoals hiervoor weergegeven bevatte de ontwerptekst van de LNT aanvankelijk een bepaling die gelijk was aan de regeling in de Nederlandse WNT, waarin wel de mogelijkheid was opgenomen om reeds voor de inwerkingtreding overeengekomen verhogingen toe te staan en is in de uiteindelijke wettekst die mogelijkheid verdwenen. De formulering is aangepast en veranderd naar de huidige formulering van artikel 23 lid 1 LNT. Hieruit volgt naar het oordeel van het gerecht dat de reeds overeengekomen verhogingen, zoals de jaarlijkse indexering, de verhoging op basis van loontreden en de variabele beloning niet kunnen worden doorgevoerd, als de bezoldiging al meer bedraagt dan de maximale bezoldiging volgens de LNT-norm.
4.13
De vereniging heeft verder aangevoerd dat uit het proportionaliteitsvereiste voortvloeit dat de afspraken ter zake de beloningscomponenten gedurende de overgangsperiode moeten worden nagekomen, anders zou de betreffende wetgeving in strijd komen met het eigendomsrecht (ongestoord genot van eigendom).
4.14
Door de invoering van de LNT is sprake van inmenging van het eigendomsrecht van (onder anderen) de medisch professionals. Volgens vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens worden rechten en belangen die een vermogenswaarde vertegenwoordigen beschouwd als eigendom in de zin van artikel 1 EVRM, mits dat recht of belang met voldoende zekerheid vaststaat. Nu aan de salariëring arbeidsovereenkomsten en met daaraan gekoppeld beloningsafspraken ten grondslag liggen, is aan genoemd vereiste voldaan.
4.15
Vervolgens moet worden beoordeeld of aan het vereiste van proportionaliteit tussen het nagestreefde algemeen belang en de rechten van de betrokken individuen wordt voldaan. Dat de afspraken met betrekking tot de beloning worden doorkruist door de LNT in die zin dat zij niet wordt uitgekeerd als sprake is van of als dat leidt tot een hoger bedrag dan de LNT-norm, maakt niet dat er geen fair balance meer is tussen dat nagestreefde algemeen belang en de rechten van de medisch professionals. Door de vereniging is hiertoe verder niets aangevoerd wat tot een ander oordeel kan leiden, daarbij kan nog worden opgemerkt dat het achterwege laten van (ontoelaatbare) verhogingen minder ingrijpend is dan de afbouw van een (ontoelaatbaar) hoge beloning waarin de LNT ook voorziet.
4.16
Dat de betreffende looncomponenten wel aan een deel van de specialisten uit worden gekeerd, namelijk aan diegenen die daarmee niet boven de LNT-norm uitstijgen, leidt niet tot willekeur, zoals door de vereniging wordt betoogd, maar vloeit zoals hiervoor is weergegeven voort uit de contractuele bepalingen die van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst, als uit de LNT zoals hiervoor weergegeven. Het CMC kan geen beloningen toekennen die met de wettelijke bepalingen in strijd komen.
Conclusie en proceskosten
4.17
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen wordt de vordering afgewezen, omdat de LNT daaraan in de weg staat. Omdat de vereniging in het ongelijk worden gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van het CMC worden tot aan deze uitspraak begroot op Cg 2.500 aan gemachtigdensalaris
(2 punten/tarief 5).
Uitvoerbaar bij voorraad
4.18
De proceskostenveroordeling in deze uitspraak gaat meteen in en kan ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing

Het gerecht:
wijst de vordering van de vereniging af,
veroordeelt de vereniging in de proceskosten van het CMC vastgesteld op Cg 2.500 voor gemachtigdensalaris,
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. Tubben, rechter, en op 14 april 2025 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.P.B. 2022, no. 133,