ECLI:NL:OGEAC:2025:236

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
20 november 2025
Zaaknummer
CUR202504248
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Derdenverzet tegen benoeming vereffenaar nalatenschap niet ontvankelijk verklaard

Op 19 november 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaak CUR202504248, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M.M. Bloem, een derdenverzet hebben ingediend tegen de benoeming van mr. B.M. Nagelmakers als vereffenaar van de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoekers stelden dat zij niet ontvankelijk waren in hun verzoek tot schorsing van de benoeming van de vereffenaar, omdat derdenverzet niet mogelijk is in verzoekprocedures zoals deze. De rechtbank heeft vastgesteld dat de benoeming van de vereffenaar een beslissing betreft op een EJ-verzoek, en dat tegen dergelijke beslissingen alleen hoger beroep mogelijk is voor belanghebbenden, maar geen derdenverzet. De rechtbank heeft de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek en geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor onvoldoende aanleiding bestond. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter mr. P.E. de Kort.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202504248
Beschikking van 19 november 2025
in de zaak van

1.STICHTING BEHEER WEEKENDHUIZEN CHOLOMA,

te Curaçao,
2. [VERZOEKER 2],
te Curaçao,
verzoekers, gemachtigde: mr. M.M. Bloem,
tegen

1.[VERWEERDER 1],

te Curaçao,
verweerder, gemachtigde mr. L. Davelaar-Franklin,
2. [DE ERVEN VAN VERWEERSTER 2],
te Curaçao,
verweerders, gemachtigde: mr. A.C. van Hoof,
inzake de nalatenschap van [naam erflater], overleden te Curaçao op […] 1972, vereffenaar: mr. B.M. Nagelmakers.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 21 oktober 2025;
  • het verzoek van het gerecht aan partijen en aan de vereffenaar zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het derdenverzet en de verzochte schorsing van de benoeming van de vereffenaar;
  • de reacties van mr. Bloem, mr. Davelaar-Franklin, mr. Van Hoof en mr. Nagelmakers.

2.De beoordeling

2.1.
Op 6 oktober 2025 heeft dit gerecht vonnis gewezen in de zaken CUR2021100942 en CUR2021I0007. De laatste zaak betrof een vrijwaringszaak van [verweerder 1] tegen [de erven van verweerster 2]. In die zaak heeft het gerecht onder meer het volgende beslist:
“4.5 benoemt mr. B.M. Nagelmakers tot vereffenaar van de onbeheerde nalatenschap van [naam erflater], geboren in Curaçao en overleden op […] 1972;
4.6
draagt de griffier op de benoeming van de vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven;
4.7
draagt de vereffenaar op de benoeming binnen tien dagen nadat deze beschikking ten uitvoer zal kunnen worden gelegd, zal worden bekend gemaakt in het van overheidswege verschijnende blad “Landscourant”, alsmede in de in Curaçao verschijnende dagbladen Extra en Amigoe”
2.2.
Het verzoekschrift van verzoekers behelst een derdenverzet tegen de beslissing tot benoeming van een vereffenaar, alsmede een (incidenteel) verzoek tot schorsing van die beslissing totdat op het derdenverzet is beslist. Verzoekers verwijzen daarbij naar de artikelen 287-291 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.3.
Verzoekers kunnen niet in hun derdenverzet en hun daarmee verband houdende schorsingsverzoek worden ontvangen. Derdenverzet is mogelijk in AR-zaken (vorderingszaken, eindigend in een vonnis). De artikelen 287-291 Rv hebben slechts betrekking op dergelijke zaken. De benoeming van een vereffenaar van een nalatenschap betreft echter een beslissing op een EJ-verzoek (verzoekprocedure, eindigend in een beschikking). Tegen dergelijke beslissingen is hoger beroep mogelijk, ook door derden die belanghebbenden zijn (art. 429n lid 2 Rv), maar geen derdenverzet. Dat de uitspraak waarbij tot de benoeming van de vereffenaar werd beslist door het gerecht is aangeduid als ‘vonnis’ en niet (tevens) als ‘beschikking’ kan bij verzoekers een andere indruk hebben gewekt, maar opent niet de mogelijkheid van derdenverzet tegen die beslissing.
2.4.
Op grond van het voorgaande zullen verzoekers niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek. Hetgeen partijen in hun reacties op de ontvankelijkheidsvraag hebben aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden en behoeft geen nadere bespreking.
2.5.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat onvoldoende aanleiding.

3.De beslissing

Het gerecht:
verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun derdenverzet en hun daarop betrekking hebbend schorsingsverzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken.