ECLI:NL:OGEAC:2025:184

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
1 september 2025
Zaaknummer
CUR202404045
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en voorwaardelijke ontruiming in huurzaak tussen stichting en gedaagde

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft de stichting FUNDASHON KAS POPULAR (FKP) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een huurachterstand die is ontstaan uit een huurovereenkomst van 30 juni 2022, waarbij de gedaagde een woning huurde van FKP. De huurprijs bedroeg Cg 1.000 per maand, met een bijkomende Cg 65 aan servicekosten. Tot oktober 2024 had de gedaagde een huurachterstand van Cg 25.070,99 opgebouwd, ondanks meerdere aanmaningen om te betalen. De gedaagde heeft erkend dat er een huurachterstand is, maar heeft aangegeven dat deze is ontstaan door persoonlijke omstandigheden en heeft verzocht om een betalingsregeling.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 mei 2025 heeft de gedaagde verzocht om de ontruiming voorwaardelijk toe te wijzen, afhankelijk van het nakomen van een betalingsregeling. Het gerecht heeft vastgesteld dat er onregelmatigheden waren in de huurbetalingen en dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming te rechtvaardigen. Echter, gezien de omstandigheden van de gedaagde, waaronder het feit dat zij met twee minderjarige kinderen woont, heeft het gerecht besloten om de vordering van FKP voorwaardelijk toe te wijzen. De gedaagde moet elke maand 25% van de huurprijs extra betalen om de achterstand af te lossen, en de ontruiming zal pas plaatsvinden als zij in een bepaalde maand niet aan haar betalingsverplichtingen voldoet. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202404045
Vonnis van 7 juli 2025
in de zaak van
de stichting FUNDASHON KAS POPULAR,gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gevolmachtigde: mr. J. de Wind,
tegen
[Gedaagde],
wonend in [woonplaats],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna FKP en [gedaagde] genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 25 oktober 2024,
  • de conclusie van antwoord,
  • de nadere producties van FKP,
  • de mondelinge behandeling van 26 mei 2025.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Bij huurovereenkomst van 30 juni 2022 heeft FKP de woning [adres 1] aan [gedaagde] verhuurd. De huurprijs was en is Cg 1.000 per maand, plus Cg 65 servicekosten.
2.2. [
gedaagde] heeft tot nu toe vier betalingen gedaan, waarvan de laatste op 12 januari 2023.
2.3.
De huurachterstand beloopt, berekend tot en met oktober 2024, Cg 25.070,99.
2.4.
Ondanks aanmaning is [gedaagde] niet tot betaling overgegaan. [gedaagde] woont nog in de woning, met haar twee kinderen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
FKP vordert, in de kern, te verklaren voor recht dat de huurovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, met veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de woning en tot betaling van de achterstallige bedragen.
3.2. [
gedaagde] erkent de huurachterstand. Deze is ontstaan vanwege bepaalde omstandigheden. [gedaagde] heeft te kennen gegeven een betalingsregeling te willen treffen. Zij heeft het gerecht verzocht om de gevorderde ontruiming toe te wijzen op de voorwaarde dat zij de te treffen betalingsregeling niet nakomt. Voor het overige betwist [gedaagde] de vorderingen.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat er van begin af aan onregelmatigheden hebben bestaan in de huurbetaling door [gedaagde]. Dat heeft ertoe geleid dat FKP na sommatie en ingebrekestelling de huurovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden.
4.2. [
gedaagde] heeft de huurachterstand van Cg 25.070,99 erkend. Een dergelijke huurachterstand is, gelet op de huurprijs, ernstig genoeg om de ontbinding en de veroordeling tot ontruiming te rechtvaardigen.
4.3. [
gedaagde] heeft een beroep gedaan op andere gevallen waarin het gerecht bij een huurachterstand tot een voorwaardelijke ontruiming heeft bevolen en verzoekt het gerecht dit ook in haar geval te doen. Het gerecht begrijpt dat [gedaagde] hiermee heeft verzocht om de door het Hof bij uitspraak van 26 november 2024 (ECLI:NL:OGHACMB:2024:281) ingezette lijn toe te passen. Het gerecht ziet daar aanleiding toe, omdat het ook in deze zaak gaat om een jarenlange betalingsachterstand, een ontruiming voor [gedaagde] en haar minderjarige kinderen ernstige gevolgen heeft en [gedaagde] bereid is de achterstand in termijnen af te lossen en haar huurbetalingen te hervatten. Dit leidt tot toewijzing van de vorderingen op na te melden wijze. De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

5.De beslissing

Het gerecht:
Het gerecht:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de huurachterstand tot heden, met dien verstande dat de opeisbaarheid wordt opgeschort zo lang als [gedaagde] zich houdt aan de volgende verplichtingen:
5.2.
veroordeelt [gedaagde] elke maand een bedrag van 25% van de huurprijs
extra te betalen aan FKP ter aflossing van de achterstand;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om, op verzoek van FKP, een machtiging aan FKP te verlenen om bij de eventuele werkgever of bank van [gedaagde] tot incasso over te gaan;
5.4.
ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde] tot ontruiming, met al het hare en de haren, voor het geval [gedaagde], in enige maand, drie weken na de eerste dag van de maand de huurprijs en de 25%-verhoging niet betaald heeft;
5.5.
verstaat dat de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent alvast toestemming voor vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv;
5.6.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten
draagt;
5.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en in het openbaar uitgesproken.