In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiseres tegen de weigering van de Gouverneur om haar optieverklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen. Eiseres, die op 4 december 2023 een verklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap heeft afgelegd, kreeg op 22 mei 2024 te horen dat de Gouverneur deze weigerde. Het Gerecht heeft op 15 januari 2025 geoordeeld dat het beroep ongegrond is, omdat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De Gouverneur had de bevoegdheid om zelfstandig onderzoek te verrichten naar de rechtmatigheid van het verblijf van eiseres in Curaçao, en het Gerecht oordeelt dat het onderzoek dat de Gouverneur heeft uitgevoerd niet onzorgvuldig was. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij zich aan de voorwaarden van haar verblijfsvergunningen heeft gehouden, en het Gerecht volgt haar niet in haar betoog dat zij aan deze voorwaarden voldeed.
Eiseres, geboren in Haïti, is sinds 15 juli 2002 ingeschreven in Curaçao en heeft verschillende verblijfsvergunningen gehad. De Gouverneur stelde vast dat eiseres vanaf 1 juli 2013 niet meer voldeed aan de voorwaarden van haar vergunning, omdat haar werkgever naar Nederland was verhuisd. Eiseres voerde aan dat de Gouverneur niet bevoegd was om zelfstandig onderzoek te doen, maar het Gerecht oordeelde dat de Gouverneur beoordelingsruimte heeft bij de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Het Gerecht concludeert dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en dat de bestreden beschikking in stand blijft.