In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van omwonenden tegen de beslissing van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur om een hindervergunning te verlenen aan Stichting Rancho Balthazar voor het houden van dieren. De eisers, wonend in de nabijheid van de rancho, hebben op 2 mei 2023 beroep ingesteld tegen deze beschikking. De minister heeft gereageerd met een verweerschrift en de vergunninghouder heeft ook gereageerd. De zitting vond plaats op 20 maart 2024, waar de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de minister en de vergunninghouder met hun vertegenwoordigers.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de hindervergunning niet in strijd is met het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) en dat de minister de aanvraag terecht inhoudelijk heeft behandeld. De eisers voerden aan dat het houden van dieren in strijd is met de erfpachtovereenkomst en dat de vergunning niet had mogen worden verleend. Het Gerecht oordeelt echter dat strijd met de erfpachtovereenkomst geen weigeringsgrond is onder de Hinderverordening. Bovendien is de minister tot de conclusie gekomen dat de enige weigeringsgrond, namelijk de bescherming van het milieu, zich niet voordoet.
De uitspraak concludeert dat de beroepsgronden van de eisers niet slagen en dat de verleende hindervergunning in stand blijft. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 mei 2024, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen zes weken na kennisgeving.