In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen [verzoeker] en ANTILLEAN FLIGHT SERVICE N.V. (AFS). Het geschil betreft een ontslag op staande voet dat door AFS is gegeven op basis van beschuldigingen van diefstal en vernieling van bagages op de luchthaven. De verzoeker, [verzoeker], heeft het ontslag betwist en verzocht om vernietiging van de ontslagbeslissing. AFS heeft in de procedure bewijs gepresenteerd, waaronder videobeelden en screenshots die de betrokkenheid van [verzoeker] bij de vermeende diefstal zouden aantonen.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat AFS niet alleen de ontslagbrief heeft overgelegd, maar ook bewijs heeft geleverd dat [verzoeker] op de videobeelden zichtbaar is terwijl hij in de nabijheid van een collega is die koffers opent en doorzoekt. De rechter concludeert dat [verzoeker] medeplichtig is aan de handelingen van zijn collega, hoewel niet kan worden vastgesteld dat hij zelf iets heeft weggenomen. De rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet op goede gronden is gegeven, en wijst het verzoek van [verzoeker] af. Tevens wordt [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten van AFS.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor AFS om tijdig bewijs te leveren en de gevolgen van het niet voldoen aan bewijsverplichtingen in civiele procedures. De rechter heeft ook geoordeeld dat het zelfstandig tegenverzoek van AFS niet behoeft te worden beoordeeld, omdat de voorwaarde voor het verzoek niet is vervuld. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. O. Nijhuis, rechter, in aanwezigheid van de griffier.