Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Hisham Overseas S.A.,gevestigd in Panama,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.H. Barten,
Delta Petroleum N.V.,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. R.F. van den Heuvel en R.L. Mogen.
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van 19 augustus 2022,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, tevens houdende wijziging van eis,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating producties en overlegging productie,
- de akte houdende wijziging van eis, tevens overlegging productie,
- de per e-mail toegestuurde productie van Hisham,
- het pleidooi en de pleitnotities van 10 januari 2024.
2.De feiten
3.De vordering en de standpunten van partijen
4.De beoordeling
legal counselvan Hisham heeft bevestigd dat de betalingstransactie een geldlening betreft. Ook volgt uit die verklaring dat er zorgen waren bij Delta over het renteloze karakter van de lening en dat “
the Board informed Mrs. [naam 4][
legal counselvan Hisham]
, during a conference call, that a Loan Agreement needed to be entered in order to comply with Financial Rules and Regulations and that interest at arms-length needed to be included.”
legal counselvan Hisham als tussenstap in de onderhandelingen moeten worden aangemerkt, verliest zij daarbij uit het oog dat de betaling reeds een feit was. Bovendien staat vast dat het hier volgens Hisham om een geldlening gaat en de bestuurder van Delta heeft laten weten daarmee akkoord te zijn. Dat de bestuurder van Delta aanvankelijk onwetend is geweest wat betreft de titel van de transactie is daarom niet relevant. Bovendien ontbreken aanwijzingen dat het om een schenking van Hisham aan Delta zou gaan of om een daarmee vergelijkbare vermogensverschuiving binnen de groep. Onvoldoende gemotiveerd gesteld is ook dat vermogensverschuivingen (zonder titel), waarvoor in de administratie ook verantwoording moet worden afgelegd, gebruikelijk waren binnen de groep. Verder is het enkele feit dat de betalingstransactie aanvankelijk in de jaarrekeningen is verwerkt in een post “
Account payable to shareholder & group companies” bij gebreke van onderliggende stukken onvoldoende om aan te nemen dat Delta het bedrag van US$ 15.000.000 van [naam 1] zelf heeft geleend of verkregen en Hisham het bedrag namens hem aan Delta heeft verstrekt. Stukken waaruit bijvoorbeeld blijkt dat Hisham een vordering heeft op [naam 1] zijn niet overgelegd.
.Ook als ervan moet worden uitgegaan dat er geen terugbetalingstermijn is afgesproken, betekent het voorgaande dat van verjaring geen sprake is. Hisham heeft Delta immers (eerst) op 24 juni 2022 gesommeerd om het geleende bedrag terug te betalen.
It was agreed that an interest of 5% was going tot be included and calculated”, is die enkele verklaring gelet op de betwisting van Delta onvoldoende om vast te stellen dat het gestelde percentage ook daadwerkelijk tussen Hisham en Delta is overeengekomen. Stukken die steun bieden aan deze stelling van Hisham ontbreken, terwijl duidelijk is dat er bij aanvang van de lening geen intentie bestond rente te berekenen. Ook in de brief van 24 juni 2022, die in de lezing van Hisham zou zijn verstuurd nadat er overeenstemming over het rentepercentage was bereikt, wordt hiervan geen melding gemaakt. Niet kan daarom worden vastgesteld dat een rente van 5% is overeengekomen. In plaats van de gevorderde rente zal daarom de (Curaçaose) wettelijke rente, waartegen Delta geen specifiek verweer heeft gevoerd, worden toegewezen, en wel vanaf de datum van het verzoekschrift.