Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
- het tussenvonnis van 6 maart 2023;
- het deskundigenbericht van prof. em. dr. [naam] van 4 september 2023;
- de conclusies na deskundigenbericht zijdens partijen.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. G. Scheperboer-Parris, een vordering ingesteld tegen het Land Curaçao, vertegenwoordigd door mr. H.W. Braam, naar aanleiding van een ongeval dat op 12 december 2014 plaatsvond. Eiser stelt letselschade te hebben geleden door een val in een put zonder deksel, wat leidde tot klachten aan zijn rechterbeen. Het gerecht heeft een deskundigenrapport laten opstellen door prof. em. dr. [naam], die de vraag moest beantwoorden of er een causaal verband bestaat tussen de klachten van eiser en het ongeval. Het deskundigenrapport concludeert dat er bij het ongeval geen fractuur is vastgesteld, maar slechts een contusie of verstuiking, wat doorgaans leidt tot kortdurende klachten. De deskundige stelt dat de huidige klachten van eiser niet het gevolg zijn van het ongeval, maar mogelijk voortkomen uit andere medische aandoeningen.
Tijdens de zitting hebben beide partijen het deskundigenrapport niet betwist en geen verweer gevoerd tegen de conclusies. Het gerecht heeft op basis van het rapport geoordeeld dat er geen causaal verband is tussen het ongeval en de door eiser gestelde klachten. Hierdoor is de vordering van eiser afgewezen. Daarnaast is bepaald dat de kosten van de deskundige voor rekening van het Land komen, maar dat eiser geen recht heeft op kosteloze rechtsbijstand, aangezien hij niet meer op Curaçao woont en geen recente bewijsstukken heeft overgelegd. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt, gezien de gedeeltelijke aansprakelijkheid van het Land.