ECLI:NL:OGEAC:2024:20
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurster kan niet worden gedwongen tot ontruiming van appartement, maar moet huurverhoging betalen
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft huurster een kort geding aangespannen tegen verhuurder. De huurster, die sinds 2002 een appartement huurt, was in een geschil verwikkeld over een huurverhoging en de opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder. De huurprijs was aanvankelijk vastgesteld op NAf 700 per jaar, maar werd in 2021 verhoogd naar NAf 815 per maand. Na oktober 2022 begon de huurster weer NAf 700 te betalen. In november 2023 heeft de verhuurder de huur opgezegd en geëist dat de huurster het appartement per 1 januari 2024 zou ontruimen.
De huurster vorderde in conventie dat de opzegging van de huurovereenkomst onrechtmatig was en dat de verhuurder geen verdere actie mocht ondernemen. In reconventie vorderde de verhuurder betaling van achterstallige huurpenningen en ontruiming van het gehuurde. De rechter oordeelde dat de huurster niet gedwongen kon worden om het appartement te ontruimen, omdat de opzegging van de huurovereenkomst niet rechtsgeldig was. De rechter oordeelde echter wel dat de huurster de eerder afgesproken huurverhoging moest betalen, omdat deze verhoging redelijk was en de huurster zich aan de gemaakte afspraken diende te houden.
De rechter verleende de huurster toestemming om kosteloos te procederen en wees de vorderingen van de verhuurder tot ontruiming af. De rechter compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Dit vonnis werd uitgesproken op 16 februari 2024 door mr. P.E. de Kort.