In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiseres tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) om haar geen ongevallengeld toe te kennen op basis van de Landsverordening Ongevallenverzekering. Eiseres had in februari 2022 melding gemaakt van een bedrijfsongeval en ontving op 9 november 2022 een primaire beschikking waarin haar aanvraag voor ongevallengeld werd afgewezen. Na bezwaar van eiseres handhaafde de SVB deze beslissing op 24 mei 2023. Eiseres heeft op 18 juli 2023 beroep ingesteld, maar het Gerecht verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat het te laat is ingediend. Eiseres heeft geen goede reden gegeven voor de vertraging in het indienen van haar beroepschrift.
Tijdens de zitting op 23 november 2023 heeft het Gerecht de toelichting van eiseres gehoord, maar oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om de gestelde valpartij te onderbouwen. De verklaring van eiseres wordt niet ondersteund door andere bewijsstukken, zoals doktersverklaringen of getuigenverklaringen van haar collega’s. Het Gerecht concludeert dat de SVB terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van de Landsverordening, waardoor zij geen recht heeft op ongevallengeld. De beslissing van de SVB blijft in stand en het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.