In deze uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van de Gouverneur om haar optieverklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen, beoordeeld. Eiseres, geboren in Haïti en sinds 2002 ingeschreven in Curaçao, heeft op 4 december 2023 een optieverklaring afgelegd. De Gouverneur heeft deze op 22 mei 2024 geweigerd, omdat eiseres niet zou voldoen aan de eis van een onafgebroken verblijf van vijftien jaren in Curaçao. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar het Gerecht oordeelt dat de Gouverneur terecht heeft geweigerd de optieverklaring te bevestigen. Het Gerecht stelt vast dat eiseres vanaf 1 juli 2013 niet meer voldeed aan de voorwaarden van haar verblijfsvergunning, omdat haar werkgever naar Nederland was verhuisd. Hierdoor had zij geen rechtmatig verblijf in Curaçao tot zij op 1 september 2015 een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ontving. Het Gerecht concludeert dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en verklaart het beroep ongegrond.