ECLI:NL:OGEAC:2024:191

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
20 januari 2025
Zaaknummer
CUR202402593
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering na samenwerking tot het aanbieden van opleiding accountants met gedeeltelijke toewijzing en zekerheidstelling

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft Global International Management LLC (hierna: Global LLC) een geldvordering ingesteld tegen Stichting Curses, handelend onder de naam Inter-Continental University of the Caribbean (ICUC). De vordering betreft een geschil over de verdeling van collegegeld dat door ICUC aan Global LLC is betaald in het kader van een samenwerking voor het aanbieden van een Master in Accounting opleiding. Global LLC vordert een bedrag van USD 168.401, terwijl ICUC in reconventie een voorschot op schadevergoeding van USD 175.000 vordert en terugbetaling van een eerder betaald bedrag. De procedure begon met een verzoekschrift van Global LLC op 12 juli 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord van ICUC. De behandeling vond plaats op 4 september 2024, waarna de uitspraak op 19 september 2024 volgde.

Het gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vorderingen van Global LLC. Het verweer van ICUC dat onduidelijk is of Global LLC haar contractspartij is, werd verworpen. Het gerecht concludeerde dat Global LLC recht heeft op betaling van USD 114.401, vermeerderd met wettelijke rente, onder de voorwaarde van zekerheidstelling ter afdekking van het restitutierisico. De vorderingen van ICUC in reconventie werden afgewezen, en ICUC werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten in zakelijke samenwerkingen en de noodzaak van duidelijke afspraken over financiële verplichtingen. Het gerecht heeft ook rekening gehouden met het restitutierisico voor ICUC, gezien de vestiging van Global LLC in Delaware. De beslissing om zekerheid te eisen, zoals een bankgarantie, is genomen om de belangen van ICUC te beschermen in het geval van een toekomstige terugbetalingsvordering.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202402593
Vonnis in kort geding van 19 september 2024
in de zaak van
GLOBAL INTERNATIONAL MANAGEMENT LLC,
te Delaware, Verenigde Staten,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. B.M. Nagelmakers,
tegen
STICHTING CURISES,
handelend onder de naam Inter-Continental University of the Caribbean (ICUC),
te Curacao,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigden: mrs. M.F. Murray en K.A. Doekhi.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Global heeft op 12 juli 2024 een verzoekschrift ingediend. Namens ICUC is vervolgens een conclusie van antwoord met eis in reconventie ingediend. Het kort geding is behandeld op 4 september 2024. De advocaten hebben gepleit en pleitnotities overgelegd.
1.2.
Uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De feiten

a. a) Partijen zijn in 2021 gaan samenwerken in het kader van een door ICUC aan te bieden opleiding Master in Accounting, die moet leiden tot een aanwijzing van de desbetreffende student tot Certified Public Accountant (CPA).
b) In het kader van de samenwerking is onder meer afgesproken dat Global LLC toegang zou verstrekken tot de Online Learning Software van de firma Becker, met betrekking tot welke software Global LLC licentiehouder / reseller is.
c) Het collegegeld bedroeg USD 10.000 per student, voor de gehele opleiding. Van dat bedrag was USD 1.999 bestemd als licentievergoeding.
e) In totaal zijn 54 studenten aan de opleiding begonnen. Een aantal van hen heeft de opleiding al voltooid.
f) Tussen partijen is een geschil ontstaan over de verdeling van het betaalde collegegeld. ICUC heeft in totaal USD 155.599 aan Global LLC betaald.

3.De vorderingen

3.1.
Global LLC vordert in conventie om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
- ICUC te veroordelen tot betaling van USD 168.401, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2022, proceskosten en nakosten.
3.2.
ICUC vordert in reconventie om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Global LLC te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding ter grootte van USD 175.000 (althans het equivalent daarvan in NAf) voor de door ICUC reeds geleden en nog te lijden schade;
II. Global LLC te veroordelen tot terugbetaling aan ICUC van het bedrag ad NAf 85.894,90 in hoofdsom, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 25 augustus 2022 tot en met de dag van ontvangst van integrale terugbetaling;
III. aan Global LLC te verbieden om over te gaan tot:
a. het ontzeggen en/of beperken en/of op welke andere wijze dan ook verhinderen van de toegang aan studenten van ICUC tot de Online Learning Software van Becker gedurende de studieduur van de studenten van de Master in Accounting aangeboden door ICUC voor een periode van 6 jaar gerekend vanaf de aanvangsdatum van iedere specifiek per student verkregen licentie, zulks onder de verbeurte van dwangsommen.
b. het ontzeggen en/of beperken en/of op welke andere wijze dim ook verhinderen van de toegang aan ICUC tot het online dataplatform Navigator van Becker zolang er nog studenten actief zijn in de Master in Accounting opleiding van ICUC en toegang hebben tot de Online Learning Software, zulks onder de verbeurte van dwangsommen;
met veroordeling van Global LLC in de proceskosten en nakosten.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Van spoedeisend belang bij het gevorderde is voldoende gebleken.
voorts in conventie
4.2.
Zoals uit de feitenvaststelling al volgt, verwerpt het gerecht het verweer van ICUC dat onduidelijk is of Global LLC - de in dit kort geding optredende entiteit - wel haar contractspartij is. In het bijzonder gelet op de overgelegde facturering door Global LLC en de betalingen door ICUC, alsmede gelet op hetgeen over de contractspartijen is overwogen in het vonnis van 17 mei 2024 (CUR202401241) in het door ICUC tegen Global International Management B.V. gevoerd kort geding, is aannemelijk dat in een eventuele bodemprocedure zal worden geoordeeld dat Global LLC de contractspartij van ICUC is terzake de hier aan de orde zijnde vorderingen.
4.3.
Ter zitting heeft […], bestuurder van Global International Management B.V., namens die vennootschap en voor zichzelf in privé desgevraagd uitdrukkelijk bevestigd dat wordt ingestemd met betaling van het in dit kort geding gevorderde aan Global LLC. Daarover kan bij ICUC dan ook in redelijkheid geen twijfel bestaan.
4.4.
Partijen hebben hun afspraken niet schriftelijk vastgelegd, wat verband zal houden met de aanvankelijk kennelijk vriendschappelijke banden. Partijen zijn het er wel over eens dat bij aanvang van de samenwerking terzake de CPA-opleiding afgesproken is dat beide partijen zouden delen in de te ontvangen collegegelden. Volgens Global LLC was de afspraak dat haar eerst de licentievergoeding van USD 1.999 zou worden betaald, en dat het restant van USD 8.000 bij helfte tussen partijen zou worden gedeeld. ICUC daarentegen stelt dat de afspraak was dat ieder de helft van het collegegeld zou krijgen, dus zonder dat eerst aan Global LLC een bedrag voor de licentie zou worden betaald.
4.5.
Voor het standpunt van Global LLC over de wijze van verdeling bieden de overgelegde stukken onvoldoende steun. In dit kort geding kan dan ook niet worden aangenomen dat van het collegegeld eerst USD 1.999 aan Global LCC zou toekomen, wat neerkomt op een 60/40-verdeling. Waarvan wel kan worden uitgegaan is dat, zoals ICUC stelt, de afspraak was om op 50/50-basis te verdelen. Dit is ook het standpunt dat ICUC heeft ingenomen in haar e-mail van 11 augustus 2022, nadat zij door Global LLC tot betaling was aangesproken
(“Als je de werkzaamheden kijkt van het afgelopen jaar is het denk ik 80% ICUC en 20% GIM. Dus wat mij betreft was het en is het 50/50”).
4.6.
Bij het voorgaande merkt het gerecht nog het volgende op. Global LLC heeft ter onderbouwing van de door haar getelde 60/40-afspraak verwezen naar haar appbericht van 17 december 2021, waarin zij aan ICUC vraagt of dit de afgesproken verdeling is, en waarin zij aankondigt hierover een “korte agreement” op te zullen stellen. Het feit dat hierop door ICUC in de daaropvolgende app niet is gereageerd is weliswaar een aanwijzing dat ICUC hier niet direct afwijzend tegenover stond, maar is onvoldoende voor het aannemen van wilsovereenstemming. Bovendien is de door Global LLC aangekondigde concept-agreement uitgebleven.
4.7.
De stelling van ICUC in dit geding dat de 50/50-verdeling alleen zou gelden voor het ‘eerste cohort’ studenten, is door Global LLC betwist en vindt geen steun in de stukken. Ook de hiervoor genoemde e-mail van ICUC van 11 augustus 2022 zegt daar niets over. Als partijen daadwerkelijk van de oorspronkelijke afspraak hadden willen afwijken, of als ICUC dat had gewild, zou daarvan blijk moeten zijn gegeven. In plaats daarvan is kennelijk op dezelfde basis voortgegaan, ookal was ICUC blijkens diezelfde e-mail kennelijk de mening toegedaan dat zij het grootste deel van het werk voor haar rekening nam.
4.8.
Naar het oordeel van het gerecht is op grond van het voorgaande aannemelijk dat in een eventuele bodemprocedure zal worden geoordeeld dat ICUC gehouden is aan Global LLC alsnog de afgesproken bedragen - althans op basis van 50/50 - te betalen. Na aftrek van hetgeen reeds betaald is, resulteert dat in een te betalen bedrag van USD 114.401.
4.9.
De door ICUC in dit kort geding ingenomen stellingen over het niveau van de door Global LLC geleverde aanvullende diensten, kan naar voorlopig oordeel geen afbreuk doen aan haar betalingsverplichting. Dit reeds omdat onvoldoende is gebleken van ingebrekestelling en verzuim. De overeenkomst is door ICUC ook niet (op grond van tekortkoming door Global LLC) ontbonden. De door ICUC in dit kort geding aan Global LLC gemaakte verwijten, die door Global LLC zijn bestreden, kunnen wellicht het uiteengaan van partijen verklaren, maar leveren naar voorshands oordeel geen grond op voor een vordering van ICUC op Global LLC tot schadevergoeding, en evenmin een grond om de afgesproken (door)betaling achterwege te laten.
4.10.
Voor zover ICUC een beroep op (opschorting ter) verrekening beoogt, wordt daaraan voorts met verwijzing naar artikel 6:136 BW aan voorbijgegaan.
4.11.
Het gerecht volgt ICUC wel tot op zekere hoogte in hetgeen zij heeft opgemerkt over het restitutierisico. Global LLC is een in Delaware gevestigde entiteit. Global LLC heeft gesteld (ook) over activa in Curaçao te beschikken, hetgeen ICUC bij gebrek aan wetenschap heeft betwist en Global LLC niet nader heeft willen specificeren. De vrees van ICUC dat, ingeval zij in hoger beroep of in een bodemprocedure in het gelijk zal worden gesteld, verhaal op Global LLC illusoir kan blijken, kan niet ongegrond worden geacht. Bij een afweging van belangen weegt het belang van zekerheid voor ICUC voor een mogelijke terugbetalingsvordering zwaarder dan het belang van Global LLC om onvoorwaardelijke betaling te ontvangen. Daarom zal over de zekerheidstelling worden beslist als in het dictum omschreven.
voorts in reconventie
4.12.
Uit de beoordeling in conventie volgt dat de betalingsvorderingen van ICUC in dit kort geding niet toewijsbaar zijn.
4.13.
Bij de vorderingen van ICUC om, samengevat, Global LLC te verbieden de studenten van ICUC de toegang tot de online software en het online platform te ontzeggen, beslaat onvoldoende belang. Global LLC heeft ter zitting bevestigd dat zij zich daarvan zal onthouden en dat zij de studenten niet wil duperen. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat Global LLC tot een (hernieuwde) ingreep zal overgaan om een rechterlijk verbod op dit punt te rechtvaardigen.
ten slotte in conventie en in reconventie
4.14.
ICUC zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

5.Beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
veroordeelt ICUC aan Global LLC te betalen USD 114.401, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2022 tot de dag der voldoening, zulks tegen zekerheidstelling door Global LLC ter afdekking van het restitutierisico door afgifte van een bankgarantie van USD 100.000 van een in Curaçao gevestigde of kantoorhoudende bank, op de gebruikelijke voorwaarden;
5.2.
veroordeelt ICUC in de kosten van dit geding, aan de zijde van Global LLC begroot op NAf 3.060 aan griffierecht, NAf 372,68 aan oproepingskosten en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde, alle bedragen bij uitblijven van tijdige betaling te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis, alsmede te vermeerderen met de nakosten;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.5.
wijst af het gevorderde;
5.6.
veroordeelt ICUC in de kosten van dit geding, aan de zijde van Global LLC begroot op NAf 750 voor salaris gemachtigde, bij uitblijven van tijdige betaling te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis, alsmede te vermeerderen met de nakosten;
5.7.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 19 september 2024 in het openbaar uitgesproken.