ECLI:NL:OGEAC:2024:176

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
CUR202402693
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking beroep tegen uitblijven beslissing op Lob-verzoek en veroordeling in proceskosten

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft verzoekster Carin Cares Holding B.V. een beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob). Dit verzoek betrof het bouwdossier van het perceel Lyraweg 41. Op 12 augustus 2024 heeft verweerder, de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, alsnog uitvoering gegeven aan het Lob-verzoek door verzoekster inzage te verlenen in de relevante stukken. Hierdoor is verweerder tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster, die vervolgens haar beroep heeft ingetrokken tijdens de zitting van 21 augustus 2024.

Het Gerecht heeft besloten om het verzoek van verzoekster om verweerder te veroordelen in de proceskosten toe te wijzen. De proceskosten zijn begroot op NAf 175,-, en het Gerecht heeft bepaald dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van NAf 150,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter mr. drs. S. Lanshage en is openbaar uitgesproken op 25 september 2024. De griffier, M.F.G. Maes, was aanwezig bij de uitspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen twee weken verzet in te stellen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Uitspraak

in het geding tussen:

CARIN CARES HOLDING B.V.,

verzoekster,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof, advocaat,
en

de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

verweerder,
gemachtigden: mrs. G.N. Hollander en L.J. Reenis,

Procesverloop

Bij email van 26 maart 2024 heeft verzoekster verweerder verzocht om openbaarmaking op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) van kort gezegd het bouwdossier dat ziet op het perceel Lyraweg 41.
Verzoekster heeft op 10 juli 2024 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beschikking op haar Lob-verzoek.
Op 12 augustus 2024 is alsnog uitvoering gegeven aan het verzoek door verzoekster inzage te verlenen in de stukken waarop het Lob-verzoek betrekking heeft.
Verzoekster heeft naar aanleiding van de inzage haar beroep ingetrokken tijdens de zitting van 21 augustus 2024, waarbij ook twee andere beroepen van verzoekster (CUR202401358 en CUR202400457) zijn behandeld. Verzoekster heeft het Gerecht verzocht om verweerder te veroordelen in de door haar gemaakte proceskosten.
Verweerder heeft tijdens de zitting verklaard het griffierecht en de door het Gerecht vast te stellen proceskosten te zullen vergoeden.
Overwegingen
1. Het Gerecht sluit het onderzoek en zal op grond van artikel 50, elfde lid, in samenhang met artikel 79 van de Lar, uitspraak doen buiten zitting.
2. Op grond van artikel 50, tiende lid, van de Lar kan in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de betreffende partij is tegemoet gekomen, het betrokken overheidslichaam op verzoek van die partij bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten worden veroordeeld.
3. Op 12 augustus 2024 heeft verweerder alsnog uitvoering gegeven aan het Lob-verzoek door verzoekster inzage te verlenen in de stukken waarop het verzoek betrekking heeft. Daarmee is verweerder tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster. Het Gerecht zal het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten daarom toewijzen.
4. Het Gerecht begroot de proceskosten op NAf 175,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, waarde per punt NAf 700,-, wegingsfactor 0,25 in verband met de relatieve eenvoud van de zaak). Verder zal het Gerecht bepalen dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht ter hoogte van NAf 150,- aan haar moet vergoeden.

Beslissing

Het Gerecht:
  • veroordeeltverweerder in de proceskosten tot een bedrag van NAf 175,- (zegge: honderdvijfenzeventig Nederlands Antilliaanse guldens), te betalen aan verzoekster;
  • draagtde minister
    ophet betaalde griffierecht van NAf 150,- (zegge: honderdvijftig Nederlands-Antilliaanse guldens) aan verzoekster te vergoeden.
Aldus gegeven door mr. drs. S. Lanshage, rechter in het Gerecht, en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024 te Curaçao, in tegenwoordigheid van
mr. M.F.G. Maes, griffier.

Informatie als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen verzet instellen bij het Gerecht.
Het verzetschrift moet worden ingediend
binnen twee wekenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Het verzet moet worden ingediend bij het Gerecht dat de uitspraak heeft gedaan.
De indiener van het verzet moet in ieder geval:
  • het verzetschrift indienen in tweevoud;
  • een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
  • vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (gronden van verzet).
Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de verzettermijn te volstaan met een pro-forma verzetschrift. Dit betekent dat de gronden van verzet op een later moment worden ingediend.
Voor het instellen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.