In deze zaak, die is behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiseres, een inwoner van Curaçao, een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap La Curaçao. De vordering betreft een geschil over een defecte koelkast die eiseres op 29 augustus 2018 heeft aangeschaft. De koelkast, geleverd door La Curaçao, viel onder een garantie van de fabrikant, LG, die één jaar op onderdelen en arbeid en tien jaar op de compressor gold. Eiseres diende op 11 januari 2023 een klacht in over de koelkast, waarna La Curaçao verschillende keren een monteur heeft gestuurd om het probleem te verhelpen. Uiteindelijk werd vastgesteld dat de compressor defect was en werd er een nieuwe compressor besteld.
Eiseres was het niet eens met de door La Curaçao gevraagde reparatiekosten van NAf 325 en heeft een bedrag van NAf 225 aangeboden, wat door La Curaçao werd geaccepteerd. Echter, eiseres heeft dit bedrag niet betaald, waardoor de koelkast nog steeds bij La Curaçao in het magazijn ligt. Eiseres vorderde in totaal NAf 2.999, vermeerderd met rente en kosten, en stelde dat La Curaçao de koelkast onrechtmatig onder zich houdt.
La Curaçao verweerde zich door te stellen dat de reparatiekosten voor rekening van eiseres zijn en dat zij recht heeft op retentierecht. Het gerecht oordeelde dat La Curaçao terecht haar retentierecht heeft ingeroepen, omdat eiseres akkoord was gegaan met de reparatiekosten en deze niet had voldaan. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van La Curaçao, die op nihil werden begroot. Het gerecht merkte op dat La Curaçao bereid was om de vordering op eiseres te laten varen, wat eiseres in overweging werd gegeven.