In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, vorderde eiseres, een fulltime room attendant, dat haar loon door City Suites zou worden doorbetaald na een ontslag op staande voet. Eiseres was op 31 juli 2023 in dienst getreden bij City Suites, maar werd op 2 oktober 2023 op staande voet ontslagen. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en vroeg het gerecht om haar verlof te verlenen om kosteloos te procederen en om City Suites te bevelen haar loon door te betalen tot en met 31 januari 2024.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2024, waarbij zowel eiseres als vertegenwoordigers van City Suites aanwezig waren, werd het procesverloop besproken. Eiseres stelde dat het ontslag onterecht was, terwijl City Suites aanvoerde dat eiseres zich niet beschikbaar had gehouden voor werk. Het gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet nietig was, maar dat eiseres zich vanaf 13 oktober 2023 niet beschikbaar had gehouden voor haar werkzaamheden, wat haar aanspraak op doorbetaling van loon beïnvloedde.
Het gerecht verleende eiseres verlof om kosteloos te procederen en oordeelde dat City Suites een voorschot van een maand loon moest betalen, met wettelijke verhogingen en rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 28 maart 2024 door rechter M.E.B. de Haseth.