In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiser tegen de beslissing van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Curaçao (KvK) om de stichting particulier fonds te ontbinden. Eiser heeft op 18 oktober 2023 beroep ingesteld tegen de ontbindingsbeschikking van 22 augustus 2023. Het Gerecht heeft op 16 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door mr. R.P. Bottse en de KvK door mr. E.G.I. van der Plank.
Het Gerecht oordeelt dat het beroep van eiser ongegrond is. De KvK heeft het voornemen tot ontbinding op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Eiser betoogde dat de KvK het voornemen niet naar het laatst bekende adres had moeten versturen, maar het Gerecht volgt deze redenering niet. Eiser had zelf de verantwoordelijkheid om op de hoogte te blijven van de wet- en regelgeving in Curaçao, inclusief de regels voor bekendmaking van een voornemen tot ontbinding.
De wettelijke bepalingen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in artikel 2:25 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het Gerecht stelt vast dat de KvK terecht heeft geconstateerd dat de stichting particulier fonds aan de voorwaarden voor ontbinding voldeed, aangezien er gedurende meer dan een jaar geen bestuurder was ingeschreven en de jaarlijkse bijdrage niet was betaald. De bekendmaking van de ontbindingsbeschikking is op de juiste wijze uitgevoerd, en de termijn voor het indienen van beroep is correct verlopen. Het Gerecht concludeert dat de beschikking van de KvK om de stichting te ontbinden in stand blijft.