ECLI:NL:OGEAC:2023:78

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
CUR202201085
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2006. De minderjarige staat sinds 30 maart 2022 onder toezicht. Op 2 maart 2023 is er een verzoek ingediend, vergezeld van een rapport van de Stichting Gezinsvoogdij Instelling Curaçao (GVI), om het toezicht met zes maanden te verlengen en de uithuisplaatsing voort te zetten. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2023 was alleen de gezinsvoogd, mw. S. Schoop, aanwezig.

De moeder van de minderjarige woont in Jamaica, terwijl de minderjarige illegaal op Curaçao verblijft. De gezinsvoogd heeft nog geen contact kunnen leggen met de minderjarige, en de politie heeft hem nog niet kunnen oppakken. Er zijn aanwijzingen dat het niet goed gaat met de minderjarige, wat de noodzaak voor voortzetting van het toezicht en de uithuisplaatsing onderstreept. Het gerecht heeft geoordeeld dat de zedelijke of geestelijke belangen van de minderjarige ernstig worden bedreigd en heeft besloten het toezicht en de plaatsing met zes maanden te verlengen, op basis van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek.

Het gerecht heeft het voorstel van de GVI om het toezicht op te heffen als de plaatsing niet gerealiseerd kan worden, afgewezen. De grond voor het toezicht blijft bestaan, en de minderjarige heeft behandeling nodig. Het gerecht heeft bepaald dat het Land verantwoordelijk is voor het opsporen van de minderjarige en zijn behandeling. De kosten van de plaatsing zullen ten laste komen van de Landskas, aangezien niet is gebleken dat de moeder of de minderjarige deze kosten kunnen dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
zaaknummer: CUR202201085
Beschikking verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing d.d. 13 april 2023
inzake de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 in Curaçao

Belanghebbende: [moeder] (de moeder)

De procedure en het verzoek

De minderjarige staat sinds 30 maart 2022 onder toezicht. Op 2 maart 2023 is ingekomen een verzoek, vergezeld van een rapport van de Stichting Gezinsvoogdij Instelling Curaçao (GVI), strekkende tot verlenging van het toezicht met 6 maanden en tot verlenging van de uithuisplaatsing.
Bij de mondelinge behandeling, op 29 maart 2023, is alleen de gezinsvoogd mw. S. Schoop namens de GVI. De uitspraak is bepaald op heden.

De beoordeling

De moeder woont in Jamaica. De minderjarige is illegaal op Curaçao. De gezinsvoogd heeft nog geen contact met hem gehad. De politie heeft hem nog niet kunnen oppakken en de plaatsing in JJIC is daarom nog niet gerealiseerd. Onduidelijk is waar de minderjarige is en er zijn aanwijzingen dat het niet goed met de minderjarige gaat. Voldoende aannemelijk is dan ook dat nog steeds sprake is van een situatie waarin de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige ernstig worden bedreigd en waarin de plaatsing dient te worden voortgezet. Met toepassing van art. 1:258 lid 1 BW en art. 1:263 lid 1 BW zullen daarom het toezicht en de plaatsing worden verlengd met zes maanden.
Het gerecht kan zich niet vinden in het voorstel van de GVI om het toezicht op te heffen als de plaatsing de komende zes maanden niet wordt gerealiseerd, welk voorstel wordt gedaan omdat er nu voor niets een plek bij JJIC is gereserveerd en er andere minderjarigen op de wachtlijst staan. De grond voor het toezicht bestaat immers nog steeds en de minderjarige heeft behandeling nodig. Daarin behoort het Land te voorzien door de minderjarige op te sporen, naar JJIC over te brengen en te doen behandelen. Het gerecht kan billijken dat de minderjarige eerst op de gesloten afdeling wordt opgenomen. Dat geeft de GVI, JJIC en de andere jeugdbeschermingsinstellingen de ruimte om eventueel een opname in een andere, meer geschikte omgeving voor te bereiden.
Niet gebleken is dat de moeder of minderjarige de kosten van de plaatsing kunnen dragen, zodat deze ten laste zullen moeten komen van de Landskas.

De beslissing

Het gerecht:
verlengt de termijn van de ondertoezichtstelling van de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 in Curaçao met zes maanden, ingaande 30 maart 2023,
handhaaft de plaatsing van de minderjarige in JJIC te Curaçao,
bepaalt dat de kosten verbonden aan de plaatsing ten laste komen van de Landskas,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.F. Gerard, rechter, uitgesproken ter zitting van 13 april 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.