In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonend in Aruba, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De eiser ontvangt een Ouderdomspensioen van de SVB, maar heeft bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de SVB waarin zijn pensioen met 10% werd verlaagd en de kerstgratificatie werd stopgezet. De SVB verklaarde het bezwaar van de eiser niet-ontvankelijk omdat hij geen domicilie op Curaçao had gekozen, wat wettelijk vereist is om een bezwaarschrift in behandeling te nemen.
De eiser had in zijn beroepschrift het adres van het Gerecht als domicilie opgegeven, wat het Gerecht niet accepteerde. Het Gerecht oordeelde dat de domiciliekeuze op het adres van het Gerecht niet voldoet aan de wettelijke vereisten van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De eiser was eerder woonachtig op Curaçao, maar woont nu in Aruba en heeft geen andere adressen op Curaçao opgegeven. Het Gerecht benadrukte het belang van een correcte domiciliekeuze voor de correspondentie en de behandeling van de zaak.
Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het beroep van de eiser niet-ontvankelijk, omdat hij niet voldeed aan de wettelijke eisen voor het indienen van een beroepschrift. Er zijn geen proceskosten toegewezen aan de SVB. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.