ECLI:NL:OGEAC:2023:58

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
CUR202200375
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake koop-/aannemingsovereenkomst en dwaling met betrekking tot appartementsrecht

In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een tussenvonnis in een geschil tussen de besloten vennootschap J&W SOFTWARE MANAGEMENT VASTGOED B.V. (hierna: J&W) en de naamloze vennootschappen BLUE BAY GOLF RESORT CE SECTIE N.V. en BLUE BAY GOLF RESORTS N.V. (hierna gezamenlijk: Blue Bay c.s.). J&W heeft een vordering ingesteld op basis van dwaling met betrekking tot een koop-/aannemingsovereenkomst voor een appartementsrecht, dat door J&W is aangeschaft van Smartphonia B.V. De vordering van J&W omvat onder andere de verklaring voor recht dat de koopovereenkomst onder invloed van dwaling is gesloten, alsook de veroordeling van Blue Bay c.s. tot schadevergoeding en aanpassing van de koopprijs.

De mondelinge behandeling vond plaats op 28 september 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. J&W stelt dat zij de overeenkomst niet zou hebben gesloten als zij op de hoogte was geweest van de gebreken aan het appartementsrecht, waaronder een lekkend dak. Blue Bay c.s. hebben de vorderingen van J&W betwist en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van J&W in haar vorderingen.

Het gerecht heeft ambtshalve kennisgenomen van een eerder vonnis van 17 oktober 2022, waarin de koopovereenkomst tussen Smartphonia en J&W nietig is verklaard. Dit vonnis heeft gevolgen voor de huidige procedure, en het gerecht heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202200375
Vonnis d.d. 27 maart 2023
inzake
de besloten vennootschap J&W SOFTWARE MANAGEMENT VASTGOED B.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. L.F. Herben,
tegen

1.de naamloze vennootschap BLUE BAY GOLF RESORT CE SECTIE N.V.,

2. de naamloze vennootschap BLUE BAY GOLF RESORTS N.V.,
beiden gevestigd in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigden: mr. M.G. Woudstra en mr. H.M. Weijand.
Eiseres wordt hierna J&W genoemd. Gedaagden worden hierna gezamenlijk Blue Bay c.s. en ieder afzonderlijk Blue Bay Golfresort Sectie en Blue Bay Golfresorts genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 7 februari 2022 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de brief van 23 september 2022 van mr. Herben, met aanvullende producties;
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 28 september 2022 plaatsgevonden, waarbij namens J&W is verschenen de heer [naam 1], directeur, bijgestaan door de gemachtigde mr. Herben, en waarbij namens Blue Bay Golfresort Sectie is verschenen de heer [naam 2], bestuurder, en namens Blue Bay Golfresorts de heer [naam 3], bestuurder, bijgestaan door hun gemachtigden mr. Woudstra en mr. Weijand. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten nader uiteengezet, mede aan de hand van door hen overgelegde pleitaantekeningen.
1.3.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1.
Tussen Blue Bay Golfresort Sectie als verkoper en de heer [naam 1] en de heer [naam 4] (hierna gezamenlijk: de heren [naam 1 en 4]) als kopers is op 25 januari 2018 een koop-/aannemingsovereenkomst gesloten ten aanzien van een appartementsrecht, plaatselijk bekend als “The Shore” nummer 23 (hierna: het appartementsrecht). De totale koop-/aanneemsom bedroeg USD 1.325.250.
2.2.
In een Addendum overeenkomst The Shore 23, op 16 maart 2018 getekend door de heren [naam 1 en 4], is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen.
“(…) Op 25 januari 2018 hebben de Verkoper en Kopers een koop-/aannemingsovereenkomst getekend (…).
De Kopers wensen thans Smartphonia B.V. in de plaats te stellen van hen als koper van het verkochte.
Smartphonia B.V. aanvaardt alle rechten en plichten met betrekking tot de Overeenkomst tussen Verkoper en de Kopers.
(…)”
2.3.
Bij akte van levering van 21 augustus 2020 is het appartementsrecht door Smartphonia B.V. (hierna: Smartphonia) geleverd aan J&W, waarvan de heer [naam 1] enig bestuurder is.

3.De vorderingen en de standpunten van partijen

3.1.
J&W vordert – samengevat –, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
I. voor recht te verklaren dat J&W onder invloed van dwaling de koopovereenkomst heeft gesloten;
II. Blue Bay c.s. te veroordelen tot opheffing van het nadeel dat J&W door die dwaling heeft geleden door aanpassing van de koopprijs en terugbetaling daarvan;
III. Blue Bay c.s. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan J&W terug te betalen een deel van de koopprijs, in de vorm van een voorschot van USD 500.000 op dit nog exact vast te stellen nadeel, op een door J&W nader aan te wijzen bankrekening, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en vermeerderd met kosten door betaling daarvan op de door J&W nader aan te wijzen bankrekening;
subsidiair:
IV. Blue Bay c.s. te verplichten tot de nakoming van hun verplichtingen voortvloeiend uit de koop-/aannemingsovereenkomst en J&W op grond van artikel 3:299 lid 1 BW te machtigen om zelf datgene te bewerkstelligen waartoe nakoming zou hebben geleid;
V. voor recht te verklaren dat Blue Bay c.s. zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen voortvloeiend uit de koop-/aannemingsovereenkomst en J&W op grond van artikel 3:299 lid 1 BW te machtigen om zelf datgene te bewerkstelligen waartoe nakoming zou hebben geleid;
VI. Blue Bay c.s. te veroordelen tot schadevergoeding als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van hun verplichtingen voortvloeiend uit de koop-/aannemingsovereenkomst en tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan J&W te betalen een bedrag, in de vorm van een voorschot van USD 500.000 op deze nog exact vast te stellen schade, op de door J&W nader aan te wijzen bankrekening, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening door betaling daarvan op de door J&W nader aan te wijzen bankrekening;
VII. Blue Bay c.s. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan J&W te betalen de (buitengerechtelijke) kosten ten bedrage van NAf 10.000, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII. Blue Bay c.s. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan J&W te betalen de kosten gemaakt ter vaststelling van de hoogte van de schade door de onderzoekers nader in deze procedure over te leggen;
IX. Blue Bay c.s. te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder die in verband met gelegde derdenbeslag, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
J&W legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. J&W doet primair een beroep op dwaling (artikel 6:228 BW) en nadeelsopheffing (artikel 6:230 lid 2 BW). Volgens J&W zou zij de koop-/aannemingsovereenkomst niet hebben gesloten als zij wist dat zij een appartementsrecht zou kopen ten aanzien van een appartement met een lekkend dak waardoor het niet geschikt is voor normaal gebruik. Om het (nog nader vast te stellen) nadeel dat J&W hierdoor lijdt op te heffen, dienen Blue Bay c.s. een voorschot van USD 500.000 aan J&W te betalen. Subsidiair stelt J&W dat ten aanzien van de koop-/aannemingsovereenkomst sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Blue Bay c.s., omdat Blue Bay c.s. niet deugdelijk presteren terwijl J&W aan al haar (betalings)verplich-tingen heeft voldaan. Volgens J&W dienen Blue Bay c.s. daarom verplicht te worden tot nakoming van hun verplichtingen. Daarnaast wenst J&W gemachtigd te worden om zelf datgene te bewerkstelligen waartoe nakoming zou hebben geleid (artikel 3:229 lid 1 BW). Zij heeft er geen enkel vertrouwen meer in dat Blue Bay c.s. uit zichzelf of na een gerechtelijke uitspraak hun verplichtingen zullen nakomen jegens J&W. Als gevolg van de toerekenbare tekortkoming dienen Blue Bay c.s. (alvast) een voorschot van USD 500.000 aan schadevergoeding te betalen aan J&W. Ten slotte zijn Blue Bay c.s. aan J&W de buitengerechtelijke incassokosten, de kosten ter vaststelling van de hoogte van de schade door de onderzoekers en de proceskosten verschuldigd.
3.3.
Blue Bay c.s. concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van J&W in haar vorderingen jegens Blue Bay Golfresorts en voor het overige tot afwijzing van de vorderingen, kosten rechtens.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 september 2022. Het gerecht is ambtshalve bekend geraakt met een tussen Microsoft Corporation enerzijds en Smartphonia B.V. en J&W anderzijds gewezen vonnis van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 17 oktober 2022 (ECLI:NL:OGEAC:2022:351). Deze procedure heeft onder meer betrekking gehad op de overdracht en levering van het appartementsrecht door Smartphonia B.V. aan J&W.
4.2.
De beslissing van het vonnis van 17 oktober 2022 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
in conventie
Het gerecht:
I. verklaart voor recht dat de tussen Smartphonia en J&W kennelijk gesloten koopovereenkomst ter zake van het appartementsrecht en de levering en overdracht daarvan aan J&W nietig zijn;
II. veroordeelt Smartphonia en J&W alle benodigde medewerking te verlenen aan het voorgaande en al het nodige te doen teneinde te bewerkstelligen dat, voor zover nodig, voornoemd appartementsrecht binnen tien dagen na betekening van dit vonnis wordt teruggeleverd en overgedragen aan Smartphonia en, in ieder geval, in de openbare registers weer op naam van Smartphonia wordt gesteld, zodat Microsoft, na het verkrijgen van een executoriale titel jegens Smartphonia, zich kan verhalen op het appartementsrecht, en bepaalt dat Smartphonia en J&W ten gunste van Microsoft hoofdelijk dwangsommen verbeuren van USD 100.000,- voor elke dag of gedeelte daarvan dat zij met het voorgaande geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven en/of het voorgaande op enigerlei wijze (trachten te) verhinderen, zulks tot een maximum van USD 1.995.000;
III. machtigt Microsoft, in het geval het appartementsrecht niet binnen een maand na betekening van dit vonnis heeft geleid tot de onder II bedoelde teruglevering, overdracht en wijziging van de tenaamstelling, de teruglevering en overdracht van het appartementsrecht aan Smartphonia en wijziging van de tenaamstelling in de openbare registers zelf te bewerkstelligen, met bepaling dat het in deze zaak te wijzen vonnis krachtens artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degenen die tot de rechtshandeling gehouden zijn;
(…)
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de veroordelingen onder II – V uitvoerbaar bij voorraad;
(…)”
4.3.
Voor zover bekend staat tegen het vonnis van 17 oktober 2022 geen gewoon rechtsmiddel meer open en is het vonnis in kracht van gewijsde gegaan.
4.4.
Uit het vonnis volgt dat er ter zake van het appartementsrecht geen koopovereenkomst meer bestaat tussen Smartphonia B.V. en J&W. Omdat het vonnis van 17 oktober 2022 is gewezen na de in de onderhavige procedure gehouden mondelinge behandeling op 28 september 2022, ziet het gerecht aanleiding partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het bovenstaande en de eventuele gevolgen daarvan voor de door J&W ingediende vordering in de onderhavige procedure. Daartoe wordt de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een akte, zoals in de beslissing vermeld.
4.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van
maandag 24 april 2023voor het nemen van een akte door beide partijen zoals bedoeld in r.o. 4.4.;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, bijgestaan door mr. M.M. Schalk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2023.