In deze zaak heeft de eiseres, een voormalige verpleegkundige bij de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal, een kort geding aangespannen tegen Ennia Caribe Leven N.V. De eiseres vordert de uitbetaling van een saldo van NAf 324.748,42 dat zij heeft opgebouwd in het kader van een spaarfondsregeling bij Crown Life Fonds. De eiseres heeft verzocht om dit saldo ineens uit te keren, maar Ennia Caribe Leven heeft geweigerd en aangevoerd dat de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) verscherpte maatregelen heeft genomen die uitkeringen ineens uitsluiten. De eiseres stelt dat deze weigering in strijd is met de voorwaarden van de spaarfondsregeling en dat zij een spoedeisend belang heeft bij de uitkering om haar woning te verbouwen.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de eiseres per abuis het inleidende verzoekschrift had gericht tegen Ennia Caribe Holding N.V. in plaats van tegen Ennia Caribe Leven, maar dit werd door de gedaagde partij erkend. De rechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang heeft, maar heeft uiteindelijk de vordering afgewezen. De rechter oordeelde dat het saldo van de eiseres volledig was aangewend voor het inkopen van backservice-pensioenrechten en dat er geen restantsaldo was om uit te keren. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten werd ook afgewezen, en de eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.