ECLI:NL:OGEAC:2023:49

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
CUR202204972
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake geldvordering door een voormalige verpleegkundige tegen haar pensioenverzekeraar

In deze zaak heeft de eiseres, een voormalige verpleegkundige bij de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal, een kort geding aangespannen tegen Ennia Caribe Leven N.V. De eiseres vordert de uitbetaling van een saldo van NAf 324.748,42 dat zij heeft opgebouwd in het kader van een spaarfondsregeling bij Crown Life Fonds. De eiseres heeft verzocht om dit saldo ineens uit te keren, maar Ennia Caribe Leven heeft geweigerd en aangevoerd dat de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) verscherpte maatregelen heeft genomen die uitkeringen ineens uitsluiten. De eiseres stelt dat deze weigering in strijd is met de voorwaarden van de spaarfondsregeling en dat zij een spoedeisend belang heeft bij de uitkering om haar woning te verbouwen.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de eiseres per abuis het inleidende verzoekschrift had gericht tegen Ennia Caribe Holding N.V. in plaats van tegen Ennia Caribe Leven, maar dit werd door de gedaagde partij erkend. De rechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang heeft, maar heeft uiteindelijk de vordering afgewezen. De rechter oordeelde dat het saldo van de eiseres volledig was aangewend voor het inkopen van backservice-pensioenrechten en dat er geen restantsaldo was om uit te keren. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten werd ook afgewezen, en de eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202204972
Vonnis in kort geding d.d. 15 februari 2023
inzake
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: voorheen [naam 1] (geweigerd), thans mr. E.J. Martha,
tegen
de naamloze vennootschap
ENNIA CARIBE LEVEN N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud.
Partijen worden hierna ‘[eiseres]’ en ‘Ennia Caribe Leven’ genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, ingediend op 22 december 2022;
  • de brief van 31 januari 2023 van mr. Hammoud, met producties;
  • de mondelinge behandeling op 1 februari 2023, waarbij [eiseres] en haar gemachtigde mr. Martha zijn verschenen, en waarbij namens Ennia Caribe Leven mevrouw [naam 2] en haar gemachtigde mr. Hammoud zijn verschenen;
  • de pleitaantekeningen met producties van mr. Martha;
  • de pleitaantekeningen van mr. Hammoud.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1. [
Eiseres] is vanaf 1 december 1978 in dienst geweest bij de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal (hierna: Sehos) als verpleegkundige.
2.2. [
Eiseres] is bij haar indiensttreding bij Sehos deelnemer geworden van een spaarfondsregeling bij Crown Life Fonds.
2.3.
Ennia Caribe N.V. heeft als rechtsvoorganger van Ennia Caribe Leven met ingang van 1 juli 1991 een Overeenkomst “pensioen” gesloten met Sehos voor de duur van vijf jaar (hierna: de pensioenovereenkomst). Deze overeenkomst is daarna verlengd.
2.4.
Op de pensioenovereenkomst is het Pensioenreglement Sint Elisabeth Hospitaal Curaçao (hierna: het pensioenreglement) van toepassing. Dit reglement luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
ARTIKEL 17: OVERGANGSREGELING
1. Op de werknemers van de werkgever die voor de ingangsdatum van de onderhavige pensioenregeling deelnemer waren in de vooraf gaande regeling en op 1 juli 1991 in dienst zijn van de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal is de overgangsregeling van kracht zoals neergelegd in de navolgende bepalingen.
2. Per 1 juli 1991 zal voor iedere werknemer die onder de definitie van lid 1 valt de omvang worden bepaald van het op die datum opgespaarde bedrag vanuit de bedoelde regeling.
3. De opgespaarde bedragen per deelnemer zullen worden belegd via de verzekeraar, waarbij jaarlijks door de verzekeraar rente over het saldo zal worden bijgeschreven.
(…)
7. Het saldo van een deelnemer in het fonds komt tot uitkering op het
moment waarop het dienstverband met de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal wordt beëindigd onder inhouding van de verschuldigde belastingen.
8. Het saldo van een deelnemer kan op ieder moment tussen 1 juli 1991
en het moment van uitkering van het saldo op grond van lid 7, worden aangewend om de backservice-pensioenrechten in te kopen onder de dan geldende pensioenregeling voor werknemers van de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal gebaseerd op het totaal aantal werkelijke dienstjaren tot 1 juli 1991, waarbij geldt dat de in te kopen dienstjaren niet meer mogen bedragen dan maximaal 35 jaren en niet meer kunnen bedragen dan voor zover het saldo toereikend is.
9. Het eventuele restant saldo op grond van de toepassing van lid 8 bij inkoop van de rechten over alle verstreken dienstjaren voorafgaande aan 1 juli 1991, wordt op verzoek van de deelnemer op enig moment liggend tussen het moment van inkoop en de beëindiging van het dienstverband door de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal uitgekeerd in contanten, onder inhouding van de over dit bedrag verschuldigde belastingen.
(…)”
2.5.
Op 24 augustus 2019 is [eiseres] met pensioen gegaan.
2.6. [
Eiseres] heeft op enig moment Ennia Caribe Leven verzocht het saldo ineens aan haar uit te keren.
2.7.
Per e-mail van 21 oktober 2022 heeft mevrouw [naam 3], in haar hoedanigheid van Technical Insurance Officer bij Ennia Caribe Leven, aan [eiseres] het volgende bericht:
“(…)
Ik stuur u deze mail ter vastlegging van ons telefonisch gesprek van zojuist.
U heeft een saldo opgebouwd bij Crown Life via de werkgever SEHOS. SEHOS heeft bij het sluiten van de pensioenovereenkomst bij ENNIA het saldo van Crown Life overgeheveld naar ENNIA. Er is bij de overheveling afgesproken dat de deelnemers de optie hebben om hun saldo ineens op te nemen of te gebruiken voor het aankopen van extra ouderdomspensioen. Uw saldo uit Crown Life bedraagt NAf 324.748,42. U heeft verzocht om dit saldo na aftrek van belastingen en sociale premies ineens uit te keren.
Er is op dit moment de Noodregeling van toepassing op ENNIA. Ten gevolge van de Noodregeling heeft de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) een aantal verscherpte maatregelen genomen ten aanzien van uitkeringen ineens. Dit brengt met zich mee dat het saldo uit Crown Life volledig benut dient te worden voor het aankopen van pensioen. Uitkeringen ineens worden afgewezen op grond van artikel 65 van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf.
U dient het saldo van Crown Life aan te wenden voor het aankopen van extra ouderdomspensioen.
U heeft reeds NAf 13.023,80 bruto per jaar opgebouwd, dit is een bruto maandbedrag van NAf 1.085,32. Het extra aan te kopen jaarlijks bruto ouderdomspensioen bedraagt NAf 18.552,73 (= NAf 1.546,06 bruto per jaar). Uw jaarlijks bruto ouderdomspensioen wordt dus aangevuld tot NAf 31.576,53 (= 2.631,38 bruto per maand).
De uitbetaling van het extra ouderdomspensioen wordt meegenomen bij de volgende uitbetaling.
(…)”
2.8.
Op 2 november 2022 is door Ennia Caribe Leven een bedrag van NAf 6.493,06 netto aan [eiseres] uitgekeerd, te weten het pensioen over november 2022 en een eenmalige nabetaling van het pensioen over september en oktober 2022.
2.9.
Per brief van 11 november 2022 heeft de voormalig gemachtigde van [eiseres] gereageerd op de in r.o. 2.7 genoemde e-mail. Te kennen is gegeven dat [eiseres] het niet eens is met het besluit en gesommeerd is om het saldo van [eiseres] binnen vijf werkdagen ineens aan [eiseres] uit te keren.

3.Het geschil

3.1. [
Eiseres] vordert – na mondelinge eisvermindering – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Ennia Caribe Leven te veroordelen om aan [eiseres] het netto equivalent van NAf 324.748,42 te restitueren c.q. te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 november 2022 tot en met de dag van algehele voldoening en de buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Ennia Caribe Leven in de proceskosten.
3.2. [
Eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat Ennia Caribe Leven uit hoofde van de spaarfondsregeling gehouden is om op verzoek van [eiseres] het netto equivalent van het spaargeld van NAf 324.748,42 van [eiseres] ineens uit te keren, onder inhouding van belastingen en sociale premies. Het beroep van Ennia Caribe Leven op artikel 65 van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf om het bedrag niet ineens uit te keren is in strijd met de door [eiseres] overeengekomen voorwaarden voor deelneming in de spaarfondsregeling. Daarnaast is het een schending van [eiseres]’s recht op uitkering. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij uitkering van het bedrag ineens om te kunnen starten met de verbouwing van haar woning in appartementen bestemd voor verhuur.
3.3.
Ennia Caribe Leven concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In rechte betrokken partij
4.1.
Vooropgesteld wordt dat [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling te kennen heeft gegeven dat per abuis het inleidende verzoekschrift was gericht tegen Ennia Caribe Holding N.V. in plaats van tegen Ennia Caribe Leven. [eiseres] heeft verzocht het inleidend verzoekschrift aldus te lezen dat de vordering zich richt tegen Ennia Caribe Leven. In reactie hierop is door mr. Hammoud te kennen gegeven dat Ennia Caribe Leven vrijwillig verschijnt en dat zij namens Ennia Caribe Leven optreedt.
4.2.
Het gerecht begrijpt aldus dat Ennia Caribe Leven als verwerende partij moet worden aangemerkt en is verschenen. Dit is reeds in de kop van dit vonnis tot uitdrukking gebracht.
Spoedeisend belang
4.3.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van [eiseres] bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor Ennia Caribe Leven als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.
4.4.
Voldoende is gebleken dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vorderingen.
De vordering
4.5.
De vordering van [eiseres] strekt – kort gezegd – tot betaling van het netto equivalent van het opgebouwde bruto saldo van NAf 324.748,42 ineens.
4.6.
Ennia Caribe Leven heeft primair aangevoerd dat het saldo van [eiseres] volledig is aangewend om backservice-pensioenrechten in te kopen en dat er geen restant is om uit te keren (artikel 17 lid 8 en 9 van het pensioenreglement). Voor zover het gerecht van oordeel is dat [eiseres] recht heeft op uitkering van het saldo ineens, heeft Ennia Caribe Leven subsidiair een beroep gedaan op artikel 65 van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf op grond waarvan zij niet genoodzaakt kan worden uitkeringen ineens te doen.
4.7.
Uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht, begrijpt het gerecht dat het saldo van de spaarfondsregeling bij Crown Life Fonds per 1 juli 1991 is overgedragen aan (de rechtsvoorganger van) Ennia Caribe Leven en dat daarop een overgangsregeling van kracht is zoals opgenomen in artikel 17 van het pensioenreglement. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Ennia Caribe Leven te kennen gegeven dat in de e-mail van 21 oktober 2022 (zie r.o. 2.7) per abuis een beroep is gedaan op artikel 65 van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf en dat voornoemde bepaling alleen van toepassing zou zijn als er een restantsaldo zou zijn. Ennia Caribe Leven heeft echter onbetwist aangevoerd dat op grond van artikel 17 lid 8 van het pensioenreglement het saldo van [eiseres] volledig is aangewend om backservice-pensioenrechten in te kopen en dat er dus geen restantsaldo is om ineens uit te keren. Voor zover uit haar vordering moet worden afgeleid dat [eiseres] zich op het standpunt stelt dat artikel 17 lid 8 van het pensioenreglement ten onrechte of verkeerd op haar is toegepast, heeft zij hiertoe onvoldoende gesteld. Gelet op het voorgaande wordt de vordering afgewezen.
4.8.
Gelet op het voorgaande behoeven de overige stellingen en verweren geen bespreking.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.9.
Omdat de hoofdsom wordt afgewezen, wordt de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten ook afgewezen.
Proceskosten en nakosten
4.10. [
Eiseres] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Ennia Caribe Leven tot op heden begroot op NAf 1.500 aan gemachtigdesalaris.
4.11.
De gevorderde nakosten worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld.
4.12.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten wordt eveneens toegewezen zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Ennia Caribe Leven tot op heden begroot op NAf 1.500, bij niet-voldoening te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na heden, alsmede te vermeerderen met NAf 250 aan nakosten, in geval van betekening te vermeerderen met NAf 150. Ook is [eiseres] de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over laatstgenoemde bedragen verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. van Leeuwen, rechter, bijgestaan door mr. M.M. Schalk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.