In deze zaak heeft eiser, wonend in Curaçao, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschappen Guardian Group Fatum N.V. en Seguros Brouwer N.V. naar aanleiding van de beëindiging van zijn ziektekostenverzekering. De gedaagde partijen hebben de verzekering beëindigd op basis van de stelling dat eiser zijn mededelingsplicht heeft geschonden bij het aangaan van de verzekering. Eiser betwist deze beschuldiging en vordert schadevergoeding, herziening van de beëindigingsbrief en teruggave van betaalde premies. De rechter heeft op 7 november 2023 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechter heeft vastgesteld dat eiser bij het afsluiten van de verzekering op 21 maart 2022 een aanvraagformulier heeft ingevuld, waarin hij vragen over zijn medische geschiedenis heeft beantwoord. De gedaagde partijen hebben de verzekering beëindigd omdat zij van mening zijn dat eiser niet volledig is geweest in zijn mededelingen over zijn gezondheidstoestand. Eiser heeft echter aangevoerd dat hij zijn aandoening, psoriasis, correct heeft gemeld en dat hij niet op de hoogte was dat het gebruik van het medicijn Emtricitabine, dat hij preventief gebruikte, ook gemeld moest worden.
De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn. De vordering tot schadevergoeding is afgewezen omdat eiser niet heeft aangetoond dat hij schade heeft geleden door de korte periode waarin hij onverzekerd was. Ook de vordering tot herziening van de beëindigingsbrief is afgewezen, omdat eiser inmiddels een nieuwe verzekering heeft afgesloten. De vordering tot terugbetaling van premies is eveneens afgewezen, omdat de wetgeving in Curaçao geen recht biedt op premierestitutie in dit geval. Eiser is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op NAf 1.500.