In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een vordering van de stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen (SBGOK) tegen de naamloze vennootschap Gaming Services Provider N.V. (GSP). De vordering is gericht op het vaststellen van het tegoed van een speler op het moment dat het internetcasino zijn activiteiten heeft gestaakt. De uitspraak volgt op een eerder tussenvonnis van 20 maart 2023, waarin GSP werd opgedragen om een overzicht van het account van de speler te overleggen.
De rechter heeft vastgesteld dat de vordering van SBGOK bestaat uit het saldo van de speler op het moment van sluiting van het casino. Dit saldo is het bedrag dat het casino aan de speler verschuldigd was. De sluiting van het casino wordt als een omstandigheid beschouwd die voor rekening en risico van GSP komt. De rechter heeft geoordeeld dat GSP niet kan volstaan met de terugbetaling van de inleg, maar dat het volledige saldo moet worden vergoed.
De partijen zijn het erover eens dat de speler voor het eerst heeft gespeeld op 19 oktober 2019 en dat er geen stortingen of weddenschappen meer zijn geweest na 15 augustus 2020. Na berekeningen van beide partijen is vastgesteld dat het gevorderde bedrag van € 11.194,30 toewijsbaar is. Daarnaast heeft de rechter de buitengerechtelijke kosten van SBGOK toegewezen, evenals de proceskosten die GSP moet vergoeden. De wettelijke rente over het verschuldigde bedrag is toegewezen vanaf 16 september 2021.
De uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock en is openbaar uitgesproken op 4 december 2023.