In deze zaak heeft de dochter haar vader aangeklaagd met betrekking tot het saldo van een oud spaarbankboekje. De dochter, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.E. Lovert, vordert dat het gerecht de vader, vertegenwoordigd door mr. O.E. Kostrzewski, veroordeelt tot betaling van een bedrag van NAf 51.683,65, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op het feit dat er tussen september 1985 en maart 1988 huurpenningen zijn gestort op een spaarrekening, waarvan de vader zonder toestemming van de dochter nagenoeg het gehele bedrag heeft opgenomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2023 is besproken dat het van belang is om inzage te krijgen in het verloop van de spaarrekening in de genoemde periode. Beide partijen hebben ingestemd met een verzoek aan de Maduro & Curiel’s Bank N.V. (MCB) om inzage te verschaffen in het rekeningverloop. Het gerecht heeft in het tussenvonnis bepaald dat MCB binnen zes weken een mutatieoverzicht moet overleggen aan de griffier, en dat de kosten die MCB hiervoor in rekening brengt door de dochter moeten worden voorgeschoten.
De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en zal op 6 november 2023 opnieuw worden besproken voor het opgeven van verhinderdata voor de voortzetting van de comparitie. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.E. de Kort, rechter, bijgestaan door mr. M.M.M. van Leest, griffier.