In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiseres, wonend in Nederland, dat de notaris het resterende deel van de nalatenschap van haar overleden vader aan haar uitkeert. De vader is overleden zonder testament en zonder erkende kinderen, maar er zijn aanwijzingen dat hij nog een andere dochter heeft die niet erkend is. Eiseres heeft al een deel van de nalatenschap ontvangen, maar de notaris weigert de rest uit te keren omdat er onzekerheid bestaat over de aanspraken van de andere dochter. De notaris heeft een zorgplicht en kan niet zomaar de gehele nalatenschap aan eiseres uitkeren zonder rekening te houden met de mogelijke aanspraken van de andere dochter. Het gerecht oordeelt dat, hoewel de termijn voor het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de andere dochter is verstreken, dit niet betekent dat eiseres automatisch recht heeft op de gehele nalatenschap. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. Het gerecht benadrukt dat de situatie complex is en dat de rechten van alle betrokken partijen zorgvuldig moeten worden afgewogen.