In deze zaak, die op 13 december 2023 werd behandeld, heeft T.W.M. TRUST N.V. (hierna: TWM) een kort geding aangespannen tegen de Landsontvanger van Curaçao. TWM vorderde de terugbetaling van circa NAf 27.000, die zij had betaald voor aanslagen winstbelasting die later zijn vernietigd. Voorafgaand aan de zitting had de Ontvanger echter al terugbetalingen gedaan aan TWM voor winstbelasting over de jaren 2011 en 2015 tot en met 2018, in totaal meer dan NAf 64.000, plus kosten voor het kort geding.
Desondanks heeft TWM het kort geding doorgezet met nieuwe vorderingen, waaronder de oplegging van een aanslag winstbelasting over 2021, restitutie van ten onrechte verrekende boetes, en betaling van advocaatkosten. De rechter oordeelde dat de vorderingen onder a) en b) niet bij de Ontvanger konden worden ingediend, omdat deze vorderingen de Inspecteur aangaan. De vorderingen onder c) en d) werden afgewezen wegens het ontbreken van spoedeisend belang en de kans dat deze vorderingen in een bodemprocedure gegrond zouden worden bevonden.
De rechter concludeerde dat de nieuwe vorderingen van TWM niet toewijsbaar waren en dat TWM als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de Ontvanger werd veroordeeld, die zonder advocaat had geprocedeerd. Het vonnis werd uitgesproken door mr. P.E. de Kort en de proceskosten werden begroot op nihil.