ECLI:NL:OGEAC:2023:324

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
CUR202204621
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing en intrekking van toelating van gynaecoloog door ziekenhuis na klachten over patiëntenzorg

In deze zaak vordert [eiser], een gynaecoloog, dat de eerdere schorsingen en de intrekking van zijn toelating tot het Antilliaans Advent Ziekenhuis (Advent) onrechtmatig zijn. Advent heeft de toelating van [eiser] per 28 november 2022 ingetrokken na twee eerdere schorsingen, die waren gebaseerd op klachten over zijn bereikbaarheid en patiëntenzorg. [Eiser] stelt dat deze maatregelen onzorgvuldig zijn genomen en zonder redelijke belangenafweging. Hij vordert schadevergoeding voor de periode waarin hij geen operaties heeft kunnen uitvoeren.

Het procesverloop omvat onder andere een kort geding vonnis van 11 november 2022, waarin werd geoordeeld dat Advent in redelijkheid tot de schorsing kon komen. De rechter oordeelt dat de schorsingen en de intrekking van de toelating niet onrechtmatig zijn. De klachten over [eiser] zijn voldoende onderbouwd en Advent heeft gehandeld in het belang van de patiëntenzorg. De rechter wijst de vorderingen van [eiser] af en veroordeelt hem in de proceskosten van Advent.

De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van zorgverleners en de noodzaak voor ziekenhuizen om te kunnen ingrijpen bij zorgen over de kwaliteit van zorg. De rechter concludeert dat Advent niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de schorsingen en intrekking van de toelating gerechtvaardigd waren.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202204621
Vonnis van 27 november 2023
in de zaak van
[EISER],wonend in Curaçao,
eiser,
gemachtigde: voorheen mr. M.M. Bloem, nu procederend in persoon,
tegen
de stichting ANTILLIAANS ADVENT ZIEKENHUIS,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
Partijen zullen hierna [eiser] en Advent worden genoemd.
Inleiding
[Eiser] is gynaecoloog. Hij was regelmatig werkzaam in Advent op basis van een toelatingsovereenkomst. Advent heeft de toelating van [eiser] per 28 november 2022 ingetrokken, na twee eerdere schorsingen. In deze procedure vordert [eiser] verklaringen voor recht dat de eerdere schorsingen en de intrekking van de toelating onrechtmatig dan wel nietig zijn. [Eiser] wil weer worden toegelaten tot Advent. Daarnaast vordert hij schadevergoeding voor de periode waarin hij geen operaties in Advent heeft kunnen uitvoeren.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het vonnis in kort geding van 29 november 2023,
  • de akte wijziging eis en grondslag van 6 maart 2023,
  • de conclusie van antwoord van 8 mei 2023,
  • de mondelinge behandeling van 14 september 2023.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.De feiten

De feiten zijn (groten)deels ook opgenomen in het vonnis in kort geding van 11 november 2022 (CUR20224138) en het verwijzingsvonnis in kort geding van 29 november 2022.
2.1. [
Eiser] is werkzaam als gynaecoloog. Hij heeft in 2005 een toelatingsovereenkomst gesloten met Advent. In dat kader stelt Advent aan [eiser] (operatie)ruimte ter beschikking, evenals personeel en apparatuur. [eiser] heeft twee vaste operatiedagen per maand.
2.2. [
Eiser] is enkel toegelaten tot Advent, niet tot het CMC.
2.3.
De toelatingsovereenkomst is met ingang van 17 januari 2022 vervangen door een vernieuwde toelatingsovereenkomst. In artikel 2 van deze overeenkomst is onder meer opgenomen:
(…)
2.2
All specialists practicing within the facilities of the hospital must operate according to JCI standards and protocols.
(…)
JCI staat voor Joint Commission International Accreditation Standards for Hopitals. Advent heeft zich daarbij aangesloten. In het reglement van Advent is aansluiting gezocht bij de JCI standaarden en protocollen.
2.4.
In hoofdstuk 9 van het reglement van Advent zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
9.3.1.
The CEO has the authority, whenever immediate action must be taken in the best interests of patient care due to the potential of imminent danger to the health and well-being of an individual, including the Practioner, to immediately suspend all or a portion of a Practioner’s delineated clinical privileges. Such suspension shall become effective immediately upon imposition by the CEO. The typical process to be followed in order to summarily suspend a Practioner’s privileges is as follows:
9.3.2.
The CMO will make a recommendation to the CEO that a summary suspension of all or part of the Practioner’s privileges be invoked because the failure to take such action may result in an imminent danger to the safety and welfare of an individual.
2.5.
Op 7 oktober 2022 is door een gynaecoloog van CMC een e-mail gestuurd aan dr. […] van CMC. Deze e-mail is doorgestuurd aan de directeur van Advent. Daarin staat onder meer:
(…)
Ik schrijf u als SLC ai. Betreffende een herhaaldelijk incident waarbij de postoperatieve patiënten van dr. [eiser] (gynaecoloog) geen adequate postoperatieve zorg krijgen.
(…)
Mijn verzoek is dat onze directie de directie van het Advent benaderd om een oplossing te bedenken m.b.t. de postoperatieve zorg van patiënten van collega [eiser]. Telkens moeten wij in CMC zijn patiënten opvangen, want hij is te vaak niet bereikbaar of bereid zijn eigen te evalueren. (…)
2.6.
Per e-mail van 8 oktober 2022 heeft de heer […], medisch directeur van Advent, het volgende aan [eiser] bericht:
(…)
On October 6 2022 at around 3 pm your Colleagues form the CMC tried to reach you to discuss a patient from you who was brought in. (…) however there was no way they could reach you, reason why they called me at 3.45 pm. I called your cellphone at least 3 times no answer. (…)
This is the second time that you are hardly unreachable, first time was in June 2022 also for a patient of yours. (…)
2.7.
Op 9 oktober 2022 heeft [eiser] op dit bericht gereageerd en is hij inhoudelijk ingegaan op de door […] aangehaalde incidenten.
2.8.
Bij brief van 14 oktober 2022 heeft Advent aan [eiser] bericht dat zijn toelating op voordracht van de medisch directeur voor een maand is opgeschort. In de brief is onder meer het volgende opgenomen:
(…)
As stated in our Bylaws Article II, section 3.6.1.11 each medical staff member must provide continuous care for patients under their care during any absences by making appropriate arrangements for coverage for his or her patients as determined by the Medical Staff.
On various occasions our hospital had been confronted with patients, some in pain, who cannot get in touch with you for their medical care or they are not aware which gynecologist is covering you and stranded they end up in CMC.CMC then tries to get in touch with you to help your patients properly, but without any result.
Realizing the gravity of the situation and the damage this can cause tot patients, the reputation of your gynecology colleagues, our hospital’s reputation, and our collaboration agreement with CMC, the medial director submitted a recommendation that a summary suspension of your privileges be invoked, since failure to take immediate action can result in imminent danger to the patient and adversely affect the image of our hospital due to your professional misconduct and substandard care to the patient (Article IX point 9.3.2 of the Medical Bylaw).
Based on the recommendation of the Medical Director and furthermore based on article IX, section 9.3.1 I hereby notify you that starting October 14, 2022 you are suspended from all clinical activities in the hospital for one month, during which, a summary investigation will be conducted.
(…)
2.9.
Advent heeft een commissie ingesteld, de Professional Standard Board (PSB). De PSB, bestaande uit twee gynaecologen, een internist en een chirurg van Advent, heeft een rapport opgesteld. Daarin is aanbevolen om [eiser] onder voorwaarden te laten werken.
2.10. [
eiser] heeft in kort geding gevorderd weer te worden toegelaten tot advent. Op 11 november 2022 is vonnis in kort geding gewezen (CUR202204138). In het vonnis staat onder meer:
4.3.
In deze zaak gaat het niet primair om de vraag of de toelating van [eiser] tot het Advent terecht is opgeschort, maar om de vraag of Advent in redelijkheid niet tot de beslissing tot opschorting van de toelating van [eiser] heeft kunnen komen. Daarbij is van belang dat [eiser] akkoord is gegaan met het beleid van Advent om (al) bij zorgsignalen beslissingen te nemen die kunnen leiden tot een opschorting van de toelating. In dit geval zijn zorgen geuit vanuit het CMC. Het ging daarbij om een kwestie met een patiënte die eerder door [eiser] is geopereerd. Zij is op enig moment met de ambulance naar CMC gebracht en in die middag was [eiser] niet bereikbaar voor overleg, althans heeft CMC hem niet kunnen bereiken. In de e-mail waarin hiervan melding wordt gemaakt, wordt ook melding gemaakt van een ‘herhaaldelijk incident’, van het ‘telkens’ patiënten van [eiser] in CMC opvangen en van ‘te vaak niet bereikbaar’ zijn. Dat deze meldingen bij Advent zorg hebben doen ontstaan over de patiënten(na)zorg door [eiser] is op zichzelf begrijpelijk en rechtvaardigt een vorm van ingrijpen. Uiteraard betekent dat niet dat deze zorgen ook per definitie terecht zijn. Mogelijk klopt het verweer van [eiser] inderdaad en was hij wel afdoende bereikbaar en was er een logische verklaring voor de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan. Dat neemt echter niet weg dat het Advent vrij stond om, in de periode dat daarover nog (te) veel onduidelijkheid bestond, de maatregel van opschorting van de toelating te nemen.
4.4.
Inmiddels lijkt voldoende duidelijk dat [eiser] zijn werkzaamheden in Advent vanaf 14 november 2022 (onder voorwaarden) weer kan oppakken. Om die reden bestaat er ook niet langer een belang bij de vorderingen van [eiser]. De vorderingen van [eiser] zullen daarom worden afgewezen. Dat laatste geldt ook voor de vordering tot vergoeding van een voorschot op de door [eiser] gestelde geleden schade, reeds omdat niet voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] daadwerkelijk schade heeft geleden door het mislopen van een aantal operatiedagen.
2.11.
Op 14 november 2022 heeft Advent [eiser] bericht dat de schorsing niet wordt verlengd. [eiser] is weer toegelaten tot Advent. In de meegestuurde beslissing, gedateerd 11 november 2022, is een aantal voorwaarden opgenomen waaronder [eiser] weer wordt toegelaten, met een proeftijd van drie maanden.
2.12. [
Eiser] heeft te kennen gegeven in bezwaar/beroep te willen gaan tegen de beslissing van Advent. Hij heeft op 19 november 2022 pro forma bezwaar gemaakt.
2.13.
Op 22 november 2022 heeft de medisch directeur [eiser] verzocht aanwezig te zijn op een vergadering op 24 november 2022. Daarop heeft [eiser] te kennen gegeven dan de hele dag operaties te hebben.
2.14.
Er is opnieuw een rapport uitgebracht door de PSB. Bij brief van 23 november 2022 is [eiser] vervolgens opnieuw geschorst. In de brief van de medisch directeur staat:
I hereby inform you that there was an urgent Medical Executive Committee meeting this evening, where the PSB report on the events of the past days involving your person were reviewed. Considering the facts and circumstances of the events, the Medical Executive Committee had no other choice than to recommend immediate suspension of all your privileges in the interest of the hospital’s duty to sae patient care. A formal letter will follow. (…)
2.15.
Bij brief van 28 november 2022 heeft Advent [eiser] bericht dat hij definitief wordt geschorst. In de brief staat onder meer:
During the first three (3) days of resuming work however, you have:
-
Continued to display disrespectful behavior towards the Medical Director despite specific instructions from the MEC.
-
Refused to reply to emails from the Medical Director inviting you to a meeting in compliance with the requirement by the MEC.
-
Refused to communicate with the assistant Medical Director regarding an urgent case.
-
Refused to follow the Urgent Surgical Policy that the head Operating Room reminded you about.
-
Refused to work as a member of a team which is a key requirement in healthcare.
-
Refused to follow the advice of the assistant Operating Room coordinator to lower your cases for the following day, and, as the attending surgeon you failed to inform the patient, leaving your responsibility for the nurses, resulting in a disappointed and dissatisfied patient.
-
Continued to blame others, colleagues and/or staff, for your mistakes.
-
Managed to cause two (2) adverse events in your first two (2) days of work, namely,
o
Bleeding patient because you forgot to suture the vagina top.
o
Bladder perforation.
-
Refused to follow the urgent protocol system properly, resulting in misunderstandings between the assistant Medical Director and heads of departments, causing overall chaos in the hospital. All the while, an innocent patient is suffering due to your refusal to follow established protocols.
-
Created an unsafe and intimidating work environment in the Operating Room and Nursing departments. Staff cannot deliver the required quality care while watching their backs, fearing to be blamed. Some have even expressed reluctance to work with Dr. [eiser].
-
Not modelled quality and safe patient care to your clinical service according to Article 7 of the Admission Agreement, as the gynecology clinical service chief.
-
Not provided a revised on-call list with your name included in accordance with the Medical Bylaws, Rules and Regulations Article Ill, section 3.6, point 3.6.1.1, and R.4, point R.4.1.2. to provide 24/7 care to patients.
Based on the above mentioned the MEC, (…) voted, to recommend to the CEO to permanently revoke the privileges of Dr. [eiser] based on a failed FPPE, on the grounds of substandard patient care, professional misconduct, very serious patient care concerns and professional incompetence. (…)

3.De vordering en de standpunten van partijen

3.1. [
Eiser] vordert – samengevat – dat het gerecht
voor recht verklaart dat de op 14 oktober 2022 genomen maatregel van schorsing van [eiser] door Advent onrechtmatig is/was jegens [eiser], althans nietig is/was/is genomen,
voor recht verklaart dat de op 23 november 2022 genomen tweede maatregel van schorsing van [eiser] door Advent onrechtmatig is/was jegens [eiser], althans nietig is/was/is genomen,
voor recht verklaart dat de intrekking van de toelating van [eiser] tot het Advent, althans de opzegging van de toelatingsovereenkomst tot het Advent van 28 november 2022 onrechtmatig is jegens [eiser], althans nietig is,
de gevolgen van de intrekking van Advent van de toelatingsprivileges van [eiser] opheft, met bevel aan Advent om de toelatingsovereenkomst van 17 januari 2022 na te komen op straffe van een dwangsom,
of
Advent veroordeelt om [eiser] -en zijn patiënten die hij verwijst naar Advent- zonder enige belemmering toe te laten tot Advent en hem per direct in de gelegenheid te stellen zijn medische werkzaamheden uit te voeren en zijn patiënten te behandelen conform de toelatingsovereenkomst van 17 januari 2022, op straffe van een dwangsom,
5. Advent veroordeelt dan wel beveelt om aan [eiser] een schadevergoeding te betalen van NAf 5.000 voor elke kalenderdag sinds 14 oktober 2022 dat Advent [eiser] heeft belemmerd in zijn toelatingsprivileges, althans voor elke operatiedag, althans NAf 25.000 per maand, als gevolg van de schade die [eiser] lijdt door de genomen maatregelen op 14 oktober 2022, 23 november 2022 en 28 november 2022.
6. Advent veroordeelt in de proceskosten.
3.2. [
Eiser] legt aan de vorderingen het volgende ten grondslag. Door Advent wordt zonder motivering of bewijs gesteld dat [eiser] niet zou functioneren. [eiser] ontkent alle genoemde redenen zoals door Advent aangevoerd in de brief van 28 november 2022. [eiser] heeft er belang bij dat de schorsingen en de intrekking van zijn toelating alsnog op rechtmatigheid worden getoetst. [eiser] stelt dat deze maatregelen onzorgvuldig zijn genomen en zonder redelijke belangenafweging. Er heeft geen hoor en wederhoor plaatsgevonden. Ook blijkt niet op basis van welke stukken de commissie tot schorsing en intrekking heeft geoordeeld. De eigen statuten en reglementen zijn niet gevolgd. Er lijkt te zijn geoordeeld op basis van vooringenomenheid en op basis van persoonlijke motieven van de medisch directeur. De schorsingen, gevolgd door de intrekking zijn onrechtmatig jegens [eiser]. Het wordt hem feitelijk onmogelijk gemaakt om zijn medische werkzaamheden uit te voeren en zijn patiënten de nodige behandeling te geven. [eiser] lijdt daardoor schade. Deze schade dient Advent te vergoeden.
3.3.
Advent heeft het volgende verweer gevoerd. [eiser] heeft zich verbonden om de regels en protocollen van het ziekenhuis na te leven. Die verplichting heeft hij meerdere malen geschonden. Na de schorsing van [eiser] in oktober 2022 is hem een proefperiode van drie maanden opgelegd, waarbij het belang van naleving van de regels is benadrukt. Vervolgens is het in de eerste drie dagen van deze proefperiode al op diverse manieren misgegaan, waarna de
medical executive committee(hierna: MEC) unaniem heeft gestemd voor het intrekken van de toelating van [eiser]. Doordat [eiser] steeds weigert om zich te conformeren aan de regels is hij onhoudbaar in een organisatie waarin goede samenwerking en communicatie cruciaal zijn. Advent is bevoegd om [eiser] de toegang te ontzeggen en die beslissing is niet lichtzinnig of zonder goede gronden genomen. Dat [eiser] middels collegiale toetsing is beoordeeld is gebruikelijk en voorgeschreven. Het is de opzet van het systeem dat [eiser] wordt beoordeeld door de CMO, leden van de MEC of leden van de PSB. [eiser] is voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn standpunt kenbaar te maken, maar heeft daar geen gebruik van gemaakt. Het intrekken van de toelating is te wijten aan [eiser] zelf en Advent is daarom geen schadevergoeding verschuldigd.

4.De beoordeling

uitgangspunten
4.1.
Voor toewijzing van de vorderingen van [eiser] is in de eerste plaats vereist dat geoordeeld wordt dat Advent in redelijkheid niet tot de beslissingen om [eiser] te schorsen en (uiteindelijk) zijn toelating in te trekken heeft kunnen komen. Het gaat er daarbij met name om of Advent voldoende zorgvuldig heeft gehandeld, hoor en wederhoor heeft toegepast en of zij geen onjuiste belangenafweging heeft gemaakt.
4.2.
Partijen zijn het er over eens dat [eiser] zich middels de toelatingsovereenkomst contractueel heeft verbonden om de regels en protocollen van Advent te volgen. Verder staat niet ter discussie dat Advent verantwoordelijk is voor de zorg voor de patiënten en dat Advent in beginsel bevoegd is om een arts de toelating te ontzeggen.
de schorsing van 14 oktober 2022
4.3.
De schorsing van 14 oktober 2022 is gebaseerd op e-mails vanuit het CMC met klachten over (de bereikbaarheid van) [eiser]. In het kort geding vonnis van 11 november 2022 is geoordeeld dat het Advent op basis van de ontvangen informatie vrij stond tot die schorsing te komen. In deze procedure handhaaft [eiser] zijn stellingen dat sprake is van niet onderbouwde verwijten en een partijdige commissie die over zijn schorsing heeft beslist. Dat er concrete verwijten zijn gemaakt vanuit het CMC over de handelwijze van [eiser] staat echter niet ter discussie. Dat [eiser] het niet eens is met deze verwijten betekent niet dat deze niet de basis konden vormen voor de beslissing tot schorsing. Daar komt bij dat niet aannemelijk is geworden dat de door Advent ingestelde PSB vanuit partijdigheid tot zijn beslissing is gekomen. Dat niet alle leden van de PSB [eiser] goed gezind zouden zijn -wat daar verder ook van zij- betekent niet dat iedere conclusie vanuit de PSB per definitie onzorgvuldig of op onjuiste wijze tot stand is gekomen. Daarbij is ook van belang dat de vanuit het CMC gegeven signalen niet op zichzelf stonden en er verwezen is naar meerdere eerdere zorgelijke (medische) situaties met patiënten van [eiser]. Aan [eiser] is bovendien voldoende gelegenheid geboden om zijn standpunt en visie kenbaar te maken.
4.4.
De conclusie is dat de door [eiser] gevorderde verklaring voor recht dat de schorsing onrechtmatig dan wel nietig is, niet toewijsbaar is.
de schorsing van 23 november 2022 en de daarop volgende intrekking
4.5.
De schorsing van [eiser] van 14 oktober 2022 eindigde op 14 november 2022. [eiser] is toen – onder voorwaarden- weer toegelaten tot Advent. Daarbij is benadrukt dat [eiser] zich dient te houden aan de reglementen van Advent. Een aantal dagen nadat [eiser] weer in Advent is gaan opereren wordt in het PSB rapport melding gemaakt van het volgende:
That Dr. [eiser] continues to provide in professional misconduct.
It is the responsibility of the attending surgeon if a patient needs a catheter or not for a certain surgery. Blaming his mistake on the OR team and not accepting his fault is irresponsible and dangerous.
His lack of communication is something to consider as well. When he decided to switch to an open surgery, he was supposed to consider all the important details.
That there are serious patient care concerns
Dr [eiser] called mrs. […] on November 18 regarding an urgent curettage for a patient with “heavy’ bleeding. Mrs. […] informed him about the Urgent Surgical Policy, it was until Monday, November 21, that he reached Dr. [naam andere dokter] (72 hours later). Patient arrived early Monday morning November 21, 2022 with admission stating surgery planned for Thursday November 24, 2022, just after eating, hemodynamically stable, and by indication of Dr [eiser] was transfused 2 packet cells. The recommendation of Dr Meija was to do the surgery the next day first hour, however, Dr. [eiser] never replied. The OR coordinator was forced to adjust the surgery program for this urgent case. This was supposed to be an “urgent” patient, again the miscommunication of Dr. [eiser] and patient care is disturbing. Either he left an urgent patient waiting for 3 days, or he was manipulating the system from the beginning.
In short, Dr. [eiser]:
(…)
- In the first two days Dr. [eiser] had two potential adverse events:
1.
Bleeding reason: he forgot to suture the vagina top, resulting in patient returning to the operating room and causing delay in surgery program
2.
Bladder perforation (see report medical director) and then blames the staff for his mistake. (…)
4.6. [
Eiser] betwist op zichzelf niet dat hiervoor bedoelde situaties zich hebben voorgedaan. Hij heeft ter zitting opnieuw gesteld dat deze situaties niet zijn fouten zijn en daarbij gewezen op het operatiepersoneel. Voor Advent was het rapport aanleiding om [eiser] opnieuw te schorsen, vooruitlopend op de definitieve intrekking die een aantal dagen later op papier is gezet. Onder deze omstandigheden kan niet worden gesteld dat Advent niet in redelijkheid tot deze beslissingen kon komen. De beslissingen zijn genomen nadat is gerapporteerd door de PSB, die unaniem tot de aanbeveling is gekomen om de toelating van [eiser] in te trekken. Er is sprake van meerdere zorgelijke situaties in een heel kort tijdsbestek. Dat Advent niet het risico wilde lopen dat zich meer of ernstiger incidenten zouden voordoen kan haar niet worden verweten. Dit nog daargelaten dat uit het verhandelde ter zitting en de processtukken van beide partijen volgt dat de samenwerking en communicatie tussen partijen al een aantal jaren zeer moeizaam verloopt. Er zijn diverse pogingen gedaan om, in samenspraak met de gemachtigde van [eiser], te komen tot een hoorzitting waarin de bezwaren van [eiser] tegen deze beslissingen aan de orde konden komen. Daarbij heeft Advent een voorzitter van buiten benaderd om de indruk van vooringenomenheid te voorkomen. Kennelijk heeft dit er bij [eiser] niet toe geleid dat hij vertrouwen kreeg in een eerlijke behandeling. Dat hij er daarom voor heeft gekozen om niet op de hoorzitting te verschijnen kan echter niet leiden tot de conclusie dat dus geen hoor en wederhoor is toegepast door Advent.
4.7.
Ten slotte heeft [eiser] aangevoerd dat geen goede belangenafweging heeft plaatsgevonden. [eiser] heeft een evident belang bij voortzetting van zijn praktijk, hoewel hij, gelet op zijn leeftijd (71 jaar), zijn praktijk op enig moment zal moeten afbouwen. Als gynaecoloog heeft hij het ziekenhuis nodig om operaties te kunnen uitvoeren. Door de intrekking van zijn toelating kan hij nu een deel van zijn werkzaamheden niet uitvoeren. Hij heeft geen toelating bij een ander ziekenhuis. Daartegenover staat het belang van Advent om patiënten veilige en kwalitatief hoogwaardige zorg te bieden. Die belangenafweging heeft er bij Advent niet toe geleid dat zij aanleiding hebben gezien om af te zien van intrekking. Ook daarvoor geldt dat niet kan worden geoordeeld dat Advent niet in redelijkheid tot die beslissing kon komen.
4.8.
De door [eiser] gevorderde verklaringen voor recht ten aanzien van de tweede schorsing en de definitieve intrekking zullen daarom eveneens worden afgewezen.
slotsom en proceskosten
4.9.
De slotsom is dat niet kan worden geoordeeld dat Advent onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] of dat de schorsingen en de intrekking van de toelating nietig zijn. Gelet daarop bestaat er geen grond om [eiser] opnieuw toe te laten tot Advent. Er bestaat evenmin grond voor toewijzing van (een vorm van) schadevergoeding. Het is duidelijk dat [eiser] schade lijdt, doordat hij een belangrijk deel van zijn werkzaamheden (het uitvoeren van operaties) niet meer zal kunnen uitvoeren. Dat is echter niet aan Advent te wijten en kan Advent niet worden toegerekend.
4.10.
Omdat [eiser] in het ongelijk wordt gesteld, wordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten. De kosten van Advent worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 3.750 (3 punten x tarief NAf 1.250) aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van Advent van NAf 3.750;
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en in het openbaar uitgesproken.