Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.de stichting particulier fonds PRIVATE FOUNDATION 2PROPERTIES,
[eiser in conventie sub 2],
gevestigd in Curaçao, respectievelijk wonend in Nederland,
eisers in conventie,
gemachtigden: mrs. R.F. van den Heuvel en R.L. Mogen,
1.[gedaagde sub 1 in conventie],
[gedaagde sub 2 in conventie],
gedaagden in conventie,
gemachtigden: mrs. M.R. van ’t Landt en J. Pas.
1.De procedure
2.Kern van de zaak
3.De feiten
opdonderen”. [eiser in conventie sub 2] heeft hen meermaals gevraagd om daarmee op te houden, maar zonder resultaat. [naam 1] en [naam 2] bleven dagelijks terugkomen waarbij zij [eiser in conventie sub 2] en zijn partner intimideerden en filmden met hun telefoon. Daarbij dreigden zij hun identiteiten openbaar te maken op social media. Zij riepen [eiser in conventie sub 2] en zijn partner toe dat zij ervoor gingen zorgen dat zij “
geen lekker leven zouden krijgen daar”. Het zou ”
oorlog”worden als zij niet zouden weggaan.
4.De vordering
- i) voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen partijen vernietigd althans ontbonden is, althans deze te vernietigen althans te ontbinden;
- ii) verkopers te bevelen het er binnen twee weken na datum vonnis toe te leiden dat de villa wordt terug geleverd op kosten van gedaagden, een en ander op straffe van een dwangsom van
5.De beoordeling
opdonderen”. Voor zolang kopers daar zouden wonen zouden zij, zo hebben zij kopers meermaals toegeroepen, “
geen fijn leven hebben”. Op beelden gemaakt door een beveiligingscamera bij de woning is te zien dat [naam 1] en/of [naam 2] bij de scheidsmuur staan en daaroverheen reiken en daarbij kopers filmen van een afstand van maar enkele meters van hun terras. Hun gezicht en/of hoofd is daarbij in het geval van [naam 1] met een bivakmuts bedekt en in het geval van [naam 2] met een masker en een indianentooi. Verder is te zien dat [naam 1] een puntig voorwerp in zijn handen heeft, waarvan kopers stellen dat het om een mes of een machete gaat. Uit de daarvan opgemaakte transcripten blijkt dat [eiser in conventie sub 2] [naam 1] en [naam 2] rustig op hun gedrag heeft aangesproken, maar dat dat niet hielp. Zij bleven kopers in stevige bewoordingen zeggen dat zij uit de woning moesten vertrekken. Daarbij gaven zij ook aan dat verkopers hen er met de verkoop en het daarbij zwijgen over hun aanwezigheid, hadden ingeluisd. Ook een aangifte door [eiser in conventie sub 2] bij de politie hielp niet, integendeel werd het daarna, naar stelling van kopers, alleen maar erger. Kopers kunnen dan ook worden gevolgd in hun beslissing om de woning te verlaten. Van [naam 1] en [naam 2] ging een zodanige dreiging uit dat van kopers niet kon worden verwacht dat zij nog langer in de woning zouden blijven.
de indiaan” en vraagt hij hem of de politie er al bij is geweest. Op 1 juni 2021 schrijft hij aan een opvolgend beheerder dat “
we momenteel last hebben van een vervelende nieuwe buurman”. Op 6 juni 2021, nog geen week later, komt hij met [naam 1] overeen dat hij hem geld zal geven voor de uitvoering van een aantal projecten voor de plantage die [naam 1] en [naam 2] hebben aangelegd in het gebied. Het gaat om een bedrag van, afgerond, NAf 20.000,00. De stelling van verkopers in dit verband is dat zij dit vanuit een door hen gevoelde maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben gedaan. Dat kan zo zijn, maar onmiskenbaar zal deze betaling mede zijn bedoeld om [naam 1] en [naam 2] te plezieren en hen daarmee rustig te houden. De situatie bleef daarna inderdaad een tijdje rustig totdat [naam 1] in maart 2022 wederom om geld vroeg en dat niet kreeg. In forse bewoordingen heeft hij verkopers toen geschreven dat zij weg moesten van het eiland en weg moesten van hun terrein. In dezelfde tijd haalde [naam 1] een toevoerslang van verkopers weg van een op kosten van verkopers aangelegde waterput. Verkopers stellen dat zij hierover maar niet in discussie zijn gegaan teneinde de zaak niet te laten escaleren [21] .
een oase van rust met volop privacy”. Hoewel dit een algemene aanprijzing is waaraan kopers nauwelijks rechten kunnen ontlenen lag het, mede tegen de achtergrond van deze aanprijzing, wel zeker voor de hand dat verkopers, of hun makelaar, iets over de aanwezigheid van [naam 1] en [naam 2] en hun gedrag hadden gezegd. Kopers hadden, anders dan verkopers lijken te stellen, niet zelf hoeven te onderzoeken wie hun buren waren. Gelet op de ligging van de woningen, namelijk op grote percelen in een rustig gebied, mochten kopers verwachten dat er over de buren geen bijzonderheden waren te melden. Daarnaar hadden zij ook niet hoeven te vragen.