ECLI:NL:OGEAC:2023:297

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
CUR202103244
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van vergunninghouder voor uitbetaling van gewonnen prijzengeld in gokzaak

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderde de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen (SBGOK) een hoofdelijke veroordeling van de gedaagden, GLD Group B.V. en Cyberluck Curaçao N.V., tot betaling van € 66.400, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De vordering was gebaseerd op een cessie van een vordering van een speler die in een casino van GLD had gewonnen, maar waarvan de uitbetaling door de gedaagden werd geweigerd. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de handtekeningen in de cessieakte en dat Cyberluck als vergunninghouder aansprakelijk was voor de uitbetaling van het gewonnen prijzengeld. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin de aansprakelijkheid van Cyberluck als vergunninghouder was bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in gebreke waren gebleven en dat de vordering van SBGOK toewijsbaar was. De rechtbank veroordeelde de gedaagden tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten en wettelijke rente, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202103244
Vonnis van 20 maart 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING BELANGENBEHARTIGING GEDUPEERDEN ONLINE KANSSPELEN (SBGOK),
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.E.F.A. Bijkerk,
tegen
de besloten vennootschap
1. GLD GROUP B.V.,en
de naamloze vennootschap

2. CYBERLUCK CURAÇAO N.V.,

beide gevestigd in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.C. Small.
Partijen worden hierna SBGOK, GLD en Cyberluck genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift van 25 oktober 2021, met producties,
  • de conclusie van antwoord, met producties,
  • de conclusie van repliek, met producties,
  • de conclusie van dupliek, met producties,
  • de akte uitlating producties van SBGOK.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.Het geschil

2.1
SBGOK vordert de hoofdelijke veroordeling van gedaagden om aan haar
€ 66.400 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta te betalen, te vermeerderen met 15% wegens buitengerechtelijke incassokosten en met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2022. SBGOK legt aan de vordering, kort gezegd, het volgende ten grondslag. Cyberluck heeft van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen krachtens de Landsverordening ‘buitengaatse hazardspelen’ 1993 (verder: de Landsverordening) op 1 oktober 1996, nadien verlengd, een vergunning (verder: de vergunning) gekregen om online casino 's te exploiteren. Deze exploitatie heeft Cyberluck uitbesteed aan onder anderen GLD. De hierna verder te introduceren speler heeft in een casino van GLD (verder ook: het casino) het bedrag van de hoofdsom gewonnen maar gedaagden weigeren de uitbetaling waartoe zij beiden verplicht zijn. De speler heeft zijn vordering overgedragen (gecedeerd) aan SBGOK.
2.2
Gedaagden voeren een aantal verweren, die het gerecht hierna opsomt en onder 3. in dezelfde volgorde zal beoordelen: (1) SBGOK voldoet niet aan de vereisten van artikel 3: 305 BW en moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard; (2) de akte van cessie is niet ondertekend door de speler; (3) Cyberluck is a priori niet aansprakelijk omdat zij geen overeenkomst heeft met de speler en aan GLD geen werkzaamheden ter uitoefening van haar bedrijf heeft opgedragen;
(4) de speler heeft ook geen vordering op GLD omdat hij het hele positieve saldo dat op enig moment op zijn account stond, later heeft vergokt.
2.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

3.De beoordeling

Inleiding
3
Zoals aan partijen, in elk geval aan SBGOK en Cyberluck en de gemachtigden, bekend is, heeft het gerecht een groot aantal zaken in behandeling (gehad) met vorderingen en verweren die ongeveer gelijkluidend zijn aan de vorderingen en de verweren in deze zaak. Deze zijn het meest recent en uitvoerig beoordeeld in het vonnis van dit gerecht van 13 maart 2023 inzake SBGOK/Cyberluck en Suncast, nr CUR202200098. Voorts heeft het Hof op
14 maart 2003 vonnis gewezen in een zaak tussen SBGOK en onder anderen Cyberluck, nr CUR2021H00364. Het Hof heeft in dit vonnis geoordeeld over de aansprakelijkheid van Cyberluck als vergunninghouder voor een vordering van de speler op een online casino (in dat geval geëxploiteerd door Trigonon N.V.). Het gerecht verwijst naar deze beide vonnissen voor een uitvoeriger motivering van de beslissingen die hierna kort zijn gemotiveerd.
Artikel 3:305a BW en cessie ter incasso
3.1
Het zou niet in strijd zijn met dit wetsartikel wanneer SBGOK schadevergoeding zou vorderen. Zij vordert echter geen schadevergoeding maar nakoming van een betalingsverplichting uit overeenkomst. SBGOK legt ook geen cessie ter incasso aan haar vordering ten grondslag maar een volledige overdracht van de vordering van de speler, die daardoor in haar vermogen is gevallen.
Ondertekening akte van cessie
3.2.1
De in artikel 3:94 lid 3 BW bedoelde gewaarmerkte uittreksels van de akte van cessie en de daaraan ten grondslag liggende titel, zijn geen vereisten voor het bewijs van de echtheid van de akte. Dat geldt ook voor een notariële echtheidsverklaring al dan niet met apostille, die gedaagden verlangen. De bewijslast van de echtheid van de ondertekening, die gedaagden niet erkennen, rust op SBGOK krachtens artikel 138 lid 2 Rv. Alle door de wet niet uitgesloten middelen kunnen als bewijs dienen en de rechter is vrij in de waardering van het bewijs (artikel 131 Rv).
3.2.2
De enige feitelijke aanwijzing die gedaagden hebben gegeven dat de handtekening onder de akte van cessie niet zou zijn gezet door de bij haar bekende speler, is dat die handtekening afwijkt van de handtekening in het paspoort van die persoon, waar gedaagden kennelijk ook over beschikken (opgenomen in de conclusie van antwoord onder 3.3). Deze constatering, die het gerecht deelt, heeft echter kennelijk voor het casino niet eerder aanleiding gevormd om de identiteit van de speler in verband met de cessie nader te onderzoeken, ook niet in de correspondentie die het casino met de gemachtigde van SBGOK heeft gevoerd (productie 9 bij het verzoekschrift). Die gaat net als de eerdere communicatie met de speler (productie 3 bij het verzoekschrift) vooral over het al dan niet gelden van een
loss limitof
self-exclusion(waarop hierna onder 3.4 wordt ingegaan) en de invloed daarvan op het recht op uitbetaling. Bovendien stemt de handtekening op het rijbewijs van de speler (opgenomen in de conclusie van antwoord onder 3.3) in hoge mate overeen met die onder de akte van cessie (productie 7 bij het verzoekschrift). Het gerecht ziet geen grond om eraan te twijfelen dat beide handtekeningen zijn geplaatst door dezelfde persoon, te weten de betrokken speler.
3.2.3
De stelling van gedaagden dat onechtheid van de handtekening ook zou volgen uit het feit dat de account bij het casino is aangemaakt door de speler wonende te “Wien” terwijl de akte van cessie als diens woonplaats “Vienna” vermeldt, heeft, nu evident is dat het om dezelfde stad gaat, geen verdere weerlegging nodig. SBGOK heeft het van haar gevergde bewijs geleverd.
Aansprakelijkheid Cyberluck
3.3.1
Het gerecht volgt op dit punt het oordeel in zijn voornoemde vonnis van
13 maart 2023 en dat van het Hof in zijn vonnis van 14 maart 2023. Kort gezegd: de vergunninghouder (Cyberluck) is, naast de houder van de (sub-)licentie tot exploitatie van het online casino (GLD), aansprakelijk voor uitbetaling van het prijzengeld omdat op de vergunninghouder een bijzondere zorgplicht rust die meebrengt dat zij waarborgt dat gewonnen prijzengeld wordt uitbetaald door haar (sub-) licentiehouders. Cyberluck staat in voor uitbetaling van het regulier gewonnen prijzengeld, aldus oordeelt het Hof. Dat volgt uit het systeem van de wet. Cyberluck is daarnaast aansprakelijk uit onrechtmatige daad, daaruit bestaande dat zij er niet voor heeft gezorgd dat haar contractpartner GLD zich hield aan de vergunningvoorwaarden, met name het uitbetalen van het regulier gewonnen prijzengeld. Tot slot is Cyberluck aansprakelijk uit hoofde van artikel 6:76 BW. Zij heeft voor de uitvoering van haar verbintenis jegens de speler gebruik heeft gemaakt van GLD als hulppersoon, voor wiens gedragingen zij dan op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk is.
3.3.2
Nu - afgezien van het hierna te verwerpen verweer dat de speler geen aanspraak meer had op het prijzengeld omdat hij dit na het te hebben gewonnen weer heeft vergokt - de hoogte van het prijzengeld niet is betwist, is de vordering in hoofdsom ook tegen Cyberluck toewijsbaar.
Loss limit, self-exclusion en stand van de account
3.4.1
De op de kansspelovereenkomst met de speler toepasselijke algemene voorwaarden van GLD bepalen:

29. RESPONSIBLE GAMING AND GAMBLING 1. We are committed to endorsing responsible gaming as a policy of customer care and social responsibility. We believe it is our responsibility to you, our customers, to ensure that you enjoy your wagering experience on our site while remaining fully aware of the social and financial harms associated with problem gambling. 2. Financial limits - A player may set financial limits mainly related to deposits, wagers and losses by contacting our support team or by going to ‘My account’ section if available. Once these limits are set the player will not be able to exceed these limits (…). 3. Self-exclusion - If you feel that you may have lost control of your gambling, we provide a self- exclusion facility which can be activated by contacting [e-mail]. Self-exclusion means that your account will remain closed during the entire exclusion period. (…)
3.4.2
SBGOK heeft onder verwijzing naar de correspondentie tussen de speler en het casino van GLD (producties 4 en 5 bij het verzoekschrift) bewezen dat de speler meerdere malen om een
loss limitheeft gevraagd, en uiteindelijk heeft laten weten dat hij helemaal niet meer in het casino wil spelen, dus een
self-exclusionheeft willen realiseren. Een
loss limitheeft het casino nu eens geregistreerd in en dan weer verwijderd uit haar systeem. De
self exclusionheeft in elk geval niet tot gevolg gehad dat de speler niet meer kon spelen in het casino. GLP heeft hiermee haar zorgplicht jegens de speler geschonden. Die plicht heeft zij met name ter bescherming van de categorie van spelers die hun goklust niet kunnen bedwingen, anders gezegd
(bijna-)gokverslaafden, tot welke categorie de speler onweersproken behoorde. Het gevolg van deze schending is geweest dat de speler - anders dan hij had mogen verwachten wanneer GLP haar eigen regels zou hebben gevolgd - de gelegenheid had om het op zijn account opgebouwde saldo alsnog kon vergokken. Blijkens de correspondentie kwam dit saldo ook wat betreft GLP voor uitbetaling (al dan niet in gedeelten) in aanmerking. De schade die de speler hierdoor heeft geleden is gelijk aan dat saldo en komt voor rekening van GLP.
3.4.3
Gedaagden hebben nog aangevoerd dat zij niet bekend zijn met een verzoek van de speler in 2021 om een of
permanent closing, en hebben gesteld dat zo'n verzoek wel in 2018 is gedaan. De screenshots die zij ten bewijze daarvan in de conclusie van antwoord hebben opgenomen, zijn echter (afgezien van wat er kennelijk later bij is getypt) onleesbaar. Dat geldt niet voor de email- en chatberichten van de speler, die duidelijk uit 2021 zijn.
3.4.4
Afgezien van de beperkingen die het casino in de correspondentie heeft opgeworpen tegen uitbetaling aan de speler van het saldo van zijn account, heeft zij de hoogte van dat saldo niet gemotiveerd betwist, zelfs impliciet erkend door telkens vooruit te lopen op betalingen die zouden gaan plaatsvinden als bepaalde voorwaarden waren vervuld, zoals de beschikbaarheid van iemand van het
Finance team.
Slotsom
3.5.1
De vordering in hoofdsom wordt toegewezen tegen beide gedaagden, hoofdelijk omdat zij beiden voor het geheel aansprakelijk zijn. Door het verzuim van gedaagden zijn zij de wettelijke rente verschuldigd geworden, waarvan de door SBGOK gestelde ingangsdatum niet is betwist. Ook wat dat betreft wordt de vordering dus toegewezen.
3.5.2
Het is gebleken dat de gemachtigde van SBGOK genoodzaakt was buiten rechte werkzaamheden ter verkrijging van voldoening te verrichten. Deze rechtvaardigen de veroordeling van gedaagden tot betaling van incassokosten. Anders dan gevorderd bepaalt het Gerecht de hoogte daarvan op basis van het Procesreglement, dat wil zeggen bij een hoofdsom van (omgerekend) NAf. 126.675 op het bedrag van NAf. 3.000.
3.5.3
Omdat zij In het ongelijk worden gesteld, worden gedaagden tot slot veroordeeld om de proceskosten van SBGOK te betalen. Het gerecht begroot deze kosten tot de uitspraak van dit vonnis als volgt: exploot Cyberluck NAf 339,82 exploot GLD 429,82 griffierecht 1.390,00 salaris gemachtigde
5.000,00totaal 7.159,64

4.De beslissing

Het Gerecht:
4.1
veroordeelt Cyberluck en GLD hoofdelijk om aan SBGOK te betalen: - € 66.400 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2022 tot de dag van voldoening; - NAf. 3.000;
4.2
veroordeelt Cyberluck en GLD hoofdelijk om aan SBGOK haar proceskosten te betalen, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op NAf. 7.159,64;
4.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en in het openbaar uitgesproken.