ECLI:NL:OGEAC:2023:296

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
CUR202103242 en CUR202103243
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van vergunninghouder en exploitant in online kansspelen met betrekking tot uitbetaling van speelwinsten

In deze zaak vorderde de stichting SBGOK hoofdelijke veroordeling van de naamloze vennootschappen Reinvent N.V. en Cyberluck N.V. tot betaling van respectievelijk € 27.935 en € 4.200, alsmede wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vorderingen waren gebaseerd op het niet uitbetalen van speelwinsten aan spelers van online casino's die door Reinvent werden geëxploiteerd onder de vergunning van Cyberluck. SBGOK stelde dat de spelers hun vorderingen aan haar hadden gecedeerd, zodat zij deze kon vorderen. De rechtbank oordeelde dat Cyberluck als vergunninghouder aansprakelijk was voor de uitbetaling van de gewonnen prijzen, omdat zij een bijzondere zorgplicht had om ervoor te zorgen dat haar sub-licentiehouders, zoals Reinvent, aan hun verplichtingen voldeden. De rechtbank volgde eerdere uitspraken waarin werd geoordeeld dat vergunninghouders aansprakelijk zijn voor de uitbetaling van prijzen aan spelers. Reinvent betwistte de vorderingen en stelde dat zij niet tekortgeschoten was, maar de rechtbank oordeelde dat de vorderingen van SBGOK en de tweede eiser gegrond waren. De rechtbank wees de vorderingen toe en veroordeelde gedaagden tot betaling van de hoofdsommen, wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202103242 en CUR202103243
Vonnis d.d. 20 maart 2023
in de zaak van

1. de stichting STICHTING BELANGENBEHARTIGING GEDUPEERDEN ONLINE KANSSPELEN (SBGOK),

gevestigd in Curaçao,

2. [EISER SUB 2],

wonende in Hemhofen (Duitsland),
eisers,
gemachtigde: mr. R.E.F.A. Bijkerk,
tegen

1.de naamloze vennootschap REINVENT N.V.,

gevestigd in Curaçao,
2. de naamloze vennootschap Cyberluck N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.C. Small,
Partijen zullen hierna SBGOK, [eiser sub 2], Reinvent en Cyberluck worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties;
  • de conclusie van antwoord van Reinvent met producties;
  • de conclusie van antwoord van Cyberluck met producties;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de conclusie van dupliek van Reinvent;
  • de conclusie van dupliek van Cyberluck met producties;
  • de akte uitlating producties van SBGOK.
1.2
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.Het geschil

2.1.1 SBGOK vordert de hoofdelijke veroordeling van gedaagden om aan haar € 27.935 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta te betalen, te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke kosten en met de wettelijke rente vanaf 20 november 2020. SBGOK legt aan de vordering ten grondslag dat twee spelers in online casino’s, die Reinvent exploiteert met gebruikmaking van de vergunning van Cyberluck krachtens de Landsverordening ‘buitengaatse hazardspelen’ 1993 (verder: de Landsverordening), speelwinsten niet uitbetaald hebben gekregen. Dat vormt een tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen door Reinvent en tegelijkertijd een schending van haar (wettelijke) plicht jegens de spelers door Cyberluck. De spelers hebben hun vorderingen aan SBGOK gecedeerd zodat zij thans betaling kan vorderen.
2.1.2 [Eiser sub 2] vordert de hoofdelijke veroordeling van gedaagden om aan hem € 4.200 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta te betalen, te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke kosten en met de wettelijke rente vanaf 23 april 2019. [eiser sub 2] legt aan de vordering ten grondslag dat hij in het door Reinvent geëxploiteerde online casino betmaster.com heeft gespeeld. Toen het saldo op zijn account € 4.200 bedroeg, heeft het casino zijn account en uitbetaling van het saldo geweigerd met een beroep op diefstal door [eiser sub 2]. De grondslagen van de vordering zijn verder gelijk aan de hiervoor onder 2.2.1 genoemde.
2.1.3 Op de grondslagen van de vorderingen wordt hierna ingegaan.
2.2.1 Reinvent stelt in essentie dat zij niet is tekortgeschoten in een betalingsverplichting jegens één van de eisers. Voor zover zij enig saldo op een account van een speler niet heeft uitbetaald, was dat met een beroep op haar algemene voorwaarden terecht.
2.2.2 Cyberluck stelt in essentie dat zij niet betrokken is bij enige tekortkoming in de nakoming van een verplichting door Reinvent, als daarvan al sprake is. Zij heeft geen rechtstreekse verplichtingen jegens spelers. Cyberluck heeft haar vergunning krachtens de Landsverordening in sub-licentie gegeven aan Reinvent, en dat is legaal. Cyberluck houdt geen belang in het bedrijf van Reinvent en is bij haar bedrijfsvoering niet als bestuurder of anderszins betrokken.
2.2.3 Op de verweren wordt hierna ingegaan.

3.De beoordeling

Inleiding

3.1
Zoals aan partijen, in elk geval aan SBGOK en Cyberluck en de gemachtigden, bekend is, heeft het gerecht een groot aantal zaken in behandeling (gehad) met vorderingen en verweren die ongeveer gelijkluidend zijn aan de vorderingen en de verweren in deze zaak. Deze zijn het meest recent en uitvoerig beoordeeld in het vonnis van dit Gerecht van 13 maart 2023 inzake SBGOK/Cyberluck en Suncast, nr CUR202200098. Voorts heeft het Hof op 14 maart 2003 vonnis gewezen in een zaak tussen SBGOK en onder anderen Cyberluck, nr CUR2021H00364. Het Hof heeft in dit vonnis geoordeeld over de aansprakelijkheid van Cyberluck als vergunninghouder voor een vordering van de speler op een online casino (in dat geval geëxploiteerd door Trigonon N.V.). Het gerecht verwijst naar deze beide vonnissen voor een uitvoeriger motivering van de beslissingen die hierna kort zijn gemotiveerd.
Aansprakelijkheid Cyberluck
3.2
Het gerecht volgt op dit punt het oordeel in zijn voornoemde vonnis van 13 maart 2023 en dat van het Hof in zijn vonnis van 14 maart 2023. Kort gezegd: de vergunninghouder (Cyberluck) is, naast de houder van de (sub-)licentie tot exploitatie van het online casino (Reinvent), aansprakelijk voor uitbetaling van het prijzengeld omdat op de vergunninghouder een bijzondere zorgplicht rust die meebrengt dat zij waarborgt dat gewonnen prijzengeld wordt uitbetaald door haar (sub-)licentiehouders. Cyberluck staat in voor uitbetaling van het regulier gewonnen prijzengeld, aldus oordeelt het Hof. Dat volgt uit het systeem van de wet. Cyberluck is daarnaast aansprakelijk uit onrechtmatige daad, daaruit bestaande dat zij er niet voor heeft gezorgd dat haar contractpartner Reinvent zich hield aan de vergunningvoorwaarden, met name het uitbetalen van het regulier gewonnen prijzengeld. Tot slot is Cyberluck aansprakelijk uit hoofde van artikel 6:76 BW. Zij heeft voor de uitvoering van haar verbintenis jegens de speler gebruik heeft gemaakt van Reinvent als hulppersoon, voor wiens gedragingen zij dan op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk is.
Aansprakelijkheid Reinvent
3.3
Vanzelfsprekend kan Reinvent worden aangesproken op uitbetaling van saldo’s die spelers in haar online casino 's hebben verdiend, dat betwist zij ook niet. Zo’n betalingsverplichting bestaat niet in het geval dat Reinvent in haar recht stond bij het sluiten van het account van de betrokken speler en het zich toe-eigenen van diens saldo. Of dat geval zich in deze zaak heeft voorgedaan, wordt hierna onder 3.4 en 3.5 beoordeeld.
Formele verweren tegen de vordering van SBGOK; bewijs van cessie
3.4.1
Het zou niet in strijd zijn met artikel 3:305a BW wanneer SBGOK schadevergoeding zou vorderen, zoals gedaagden stellen. Zij vordert echter geen schadevergoeding maar nakoming van een betalingsverplichting uit overeenkomst respectievelijk (mede) uit onrechtmatige daad. Daartoe is zij bevoegd. SBGOK legt ook geen cessie ter incasso aan haar vordering ten grondslag maar een volledige overdracht van de vordering van de speler, die in haar vermogen is gevallen mits de cessie bewezen rechtsgeldig is. Óf de cessie dat is, wordt nu beoordeeld.
3.4.2
De in artikel 3:94 lid 3 BW bedoelde gewaarmerkte uittreksels van de akte van cessie en de daaraan ten grondslag liggende titel, zijn geen vereisten voor het bewijs van de echtheid van de akte. Dat geldt ook voor een notariële echtheidsverklaring al dan niet met apostille, die gedaagden verlangen. De bewijslast van de echtheid van de ondertekening, die gedaagden niet erkennen, rust op SBGOK krachtens artikel 138 lid 2 Rv. Alle door de wet niet uitgesloten middelen kunnen als bewijs dienen en de rechter is vrij in de waardering van het bewijs (artikel 131 Rv).
3.4.3
Gedaagden erkennen niet de echtheid van de ondertekening van de akten van cessie (producties 6 en 12 bij het verzoekschrift) door de spelers [naam 1] en [naam 2] (verder: speler 1 en speler 2). Deze betwisting onderbouwen gedaagden slechts met de stelling dat de op de akten van cessie opgevoerde handtekeningen niet op echtheid zijn te controleren. Dat moge juist zijn, maar van gedaagden mocht een meer gemotiveerde betwisting worden verwacht. Reinvent heeft immers de identiteit van de spelers vooraf geverifieerd. Zij had dat althans moeten doen voordat zij hen toeliet om in haar casino 's te spelen, ook krachtens het zogenoemde Know Your Customer (KYC) beleid en artikel 2 lid 1 van de Landsverordening identificatie bij financiële dienstverleners:
“De dienstverlener is verplicht de identiteit van een cliënt en de uiteindelijke belanghebbende indien die er is, vast te stellen voordat hij aan die cliënt een dienst verleent. (…)”Speler 1 heeft zich na haar uitbetalingsverzoek (nogmaals) moeten identificeren door het sturen van een
selfiemet haar paspoort in de hand en de chatcorrespondentie met het casino op de achtergrond, zo stelt SBGOK onbetwist. De handtekening van speler 2 onder de akte van cessie lijkt sprekend op die onder zijn identiteitsbewijs (productie 16 bij het verzoekschrift). Aldus beschikt Reinvent over informatie, waaronder de handtekeningen van spelers 1 en 2 in (verschillende) identiteitsdocumenten, op grond waarvan zij haar betwisting van de echtheid van de ondertekening van de akten van cessie had kunnen en moeten onderbouwen. Onder deze omstandigheden volstaat een blote ontkenning niet. Het gerecht ziet verder geen grond of aanleiding om aan de echtheid van de ondertekeningen te twijfelen. Die staat hiermee vast.
De saldo’s van de spelers en de wettelijke rente
3.6.1
Reinvent heeft, zo mag dat wel gezegd worden, de spelers geruime tijd ‘aan het lijntje gehouden’ na hun verzoeken om uitbetaling van de saldo’s van hun accounts bij de casino’s. Reinvent heeft zich vervolgens beroepen op het recht om die betaling te weigeren of op te schorten, zelfs om zich de saldo’s toe te eigenen, wegens overtredingen door de spelers van verboden in haar algemene voorwaarden. Bij geen van die gelegenheden heeft Reinvent, zo blijkt uit de overgelegde correspondentie, betwist dat de spelers (behoudens dus dat recht van Reinvent) te vorderen hadden wat zij stelden te vorderen te hebben. De gevorderde hoofdsom is aldus ten aanzien van alle drie de spelers naar hoogte onbetwist en staat vast. Dit betekent dat de vorderingen in hoofdsom, waarop de aan de spelers terugbetaalde inzetten reeds in mindering zijn gebracht, zullen worden toegewezen. Tenzij het hieronder te beoordelen, aan de algemene voorwaarden van Reinvent ontleende verweer mocht slagen.
3.6.2
Slaagt dat verweer niet, dan zijn gedaagden over de hoofdsommen de wettelijke rente verschuldigd zoals gevorderd. Zij zijn immers in betalingsverzuim geraakt en de ingangsdatum daarvan hebben zij niet betwist.
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden
3.5.1
SBGOK en [eiser sub 2] hebben gesteld dat zij de bedingen in de algemene voorwaarden waar Reinvent zich op beroept hebben vernietigd op de grondslag van artikel 6:233 lid 2 BW dat de gebruiker (Reinvent) aan de wederpartij (de spelers) niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. In het bijzonder bij langs elektronische weg tot stand gekomen overeenkomsten zoals deze, wordt de gebruiker geacht
nietdie redelijke mogelijkheid te hebben geboden als hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst
nietaan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is,
nietvoor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt waar van de voorwaarden langs elektronische weg kennis kan worden genomen, alsmede dat zij op verzoek langs elektronische weg of op andere wijze zullen worden toegezonden.
3.5.2
Gedaagden hebben weinig gesteld over de mogelijkheden voor de spelers om op deze wijze kennis te nemen van de algemene voorwaarden, met de garantie dat de versie waarvan zij bij het sluiten van de overeenkomst kennis konden nemen ongewijzigd zou zijn ten opzichte van de versie waarvan zij mogelijk later (in deze procedure) kennis zouden nemen. Pas bij conclusie van dupliek - te laat om SBGOK nog de gelegenheid te geven om te reageren - heeft Reinvent gesteld dat een speler de algemene voorwaarden duurzaam kan opslaan door ze uit te printen of zelf digitaal op te slaan. In het licht van de hiervoor genoemde, wettelijke vereisten voor een redelijke mogelijkheid tot kennisname is dat onvoldoende. De vernietiging heeft doel getroffen, zodat gedaagden aan een mogelijke schending door de spelers van verboden in de algemene voorwaarden niet het recht kan ontlenen om de betaling waarop zij recht hebben te weigeren of op te schorten.
Overtreding van bedingen in de algemene voorwaarden indien toch toepasselijk
3.6.1
Speler 1 wordt verweten dat zij gespeeld heeft vanuit Nederland, volgens Reinvent een
geo-blockedjurisdictie. Daargelaten dat Reinvent niet heeft aangewezen waar in haar algemene voorwaarden een verbod voor Nederlandse ingezetenen om in haar casino’s te spelen te vinden is, kan Reinvent speler 1 dit verwijt in redelijkheid ook niet maken. In zoverre is het beding, waar het ook staat, vernietigbaar. Speler 1 heeft zich geregistreerd met een Nederlands e-mailadres (eindigend op .nl) en een Nederlands telefoonnummer (beginnend met 06) en zij heeft haar eerste betaling gedaan via het Nederlandse betaalsysteem iDeal, met vermelding van haar woonplaats Bergen op Zoom in Nederland. Als het Reinvent ernst was met het verbod voor Nederlandse ingezetenen om in haar casino’s te spelen, had zij de registratie van een speler met deze persoonsgegevens moeten weigeren. Speler 1 wordt ook verweten dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan zogenoemd
multi-accounting, verboden in artikelen 5.17 en 6 van de algemene voorwaarden. Reinvent heeft echter niet betwist de gedocumenteerde stelling van SBGOK dat speler 1 slechts één keer, nadat Reinvent haar account had geblokkeerd, op de site van het casino heeft ingelogd met haar telefoon. Dat kan in redelijkheid niet worden gezien als een overtreding van het verbod van
multi-accountingwaaraan Reinvent de vérstrekkende gevolgen kan verbinden die zij wenst.
3.6.2
Ook ten aanzien van speler 2 heeft Reinvent niet aangewezen welke verbodsbepalingen in de algemene voorwaarden hij precies zou hebben overtreden, en door welk handelen. Op het (in het in de conclusie van antwoord opgenomen extract zonder toelichting overigens onbegrijpelijke) interne rapport daarover slaat het gerecht geen acht. Alleen al omdat het een
internrapport is, dus opgesteld door of in opdracht van Reinvent. Dat speler 2 zich schuldig heeft gemaakt aan
multi-accounting is, indien al voldoende gemotiveerd gesteld, onbewezen. Negatieve uitlatingen van speler 2 over het casino, als hij die al ten onrechte heeft gedaan, konden in redelijkheid misschien grond vormen om hem van verder spelen uit te sluiten maar zeker niet om hem de betaling te weigeren waar hij recht op had.
3.6.3
Voor de verwijten die Reinvent [eiser sub 2] maakt gelden dezelfde overwegingen als voor de verwijten die zij speler 2 maakt: ze zijn onvoldoende gesubstantieerd en gerelateerd aan bedingen in de algemene voorwaarden, en ze zijn slechts onderbouwd met een intern rapport, waar het gerecht geen acht op slaat. In het bijzonder ten aanzien van het sluiten van verschillende soorten van weddenschappen op dezelfde wedstrijd heeft Reinvent niet uitgelegd waar dat verboden zou zijn. Indien inderdaad een verbod geldt, lijkt het overigens aan Reinvent om dat op voorhand te handhaven in de plaats van uitbetaling te weigeren nadat door haar gefaciliteerde weddenschappen zijn geplaatst en gewonnen.
Slotsom
3.7
Uit de voorgaande overwegingen en beslissingen volgt dat de hoofdsommen worden toegewezen, evenals de vorderingen van wettelijke rente.
3.8
Het is gebleken dat de gemachtigde van SBGOK en [eiser sub 2] genoodzaakt was om buiten rechte werkzaamheden te verrichten ter verkrijging van voldoening. Deze rechtvaardigen de veroordeling van gedaagden tot betaling van incassokosten. Anders dan gevorderd bepaalt het gerecht de hoogte daarvan op basis van het Procesreglement, dat wil zeggen bij hoofdsommen van (omgerekend) NAf 53.432 en NAf 8.033: NAf 2.250 voor SBGOK en NAf 750 voor [eiser sub 2].
3.9
Omdat zij in het ongelijk worden gesteld, worden gedaagden hoofdelijk veroordeeld om de proceskosten van SBGOK en [eiser sub 2] te betalen. Het gerecht begroot deze kosten tot de uitspraak van dit vonnis als volgt: exploot Cyberluck NAf 339,82 exploot Reinvest 429,82 griffierecht 750,00 salaris gemachtigde
3.750,00totaal 5.269,64

4.De beslissing

Het gerecht:
4.1
veroordeelt Cyberluck en Reinvent hoofdelijk om tegen bewijs van kwijting te betalen: - aan SBGOK € 27.935 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 november 2020 tot de dag van voldoening, en NAf 2.250; - aan [eiser sub 2] € 4.200 althans de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse valuta, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 april 2019 tot de dag van voldoening, en NAf 750;
4.2
veroordeelt Cyberluck en Reinvent hoofdelijk om aan SBGOK en [eiser sub 2] hun proceskosten te betalen, tot de uitspraak van dit vonnis voor hen gezamenlijk begroot op NAf 5.269,64;
4.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en in het openbaar uitgesproken.