Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.de naamloze vennootschap 1X CORP N.V. (failliet verklaard op 6 mei 2022),
1.Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 25 oktober 2021 ingediend;
- de incidentele conclusie tot niet ontvankelijkheid, tevens conclusie van antwoord;
- het antwoord in het incident, tevens conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating;
- de e-mailcorrespondentie met het gerecht.
2.Het geschil
3.De beoordeling
Procedureel
ADR departmentheeft geoordeeld dat 1XCorp gelijk heeft. Niet is gebleken dat de speler zich op voorhand aan het oordeel van (een afdeling van) Cyberluck heeft gebonden. Overigens geldt dat, áls deze beslissing (productie 11 bij het verzoekschrift) al zou kunnen doorgaan voor een bindend advies, vernietiging daarvan niet onwaarschijnlijk is. De toets daarvoor is een marginale en deze doorstaat het e- mailbericht niet: niet gelet op de wijze van totstandkoming en evenmin gelet op de inhoud. Er blijkt bijvoorbeeld niet uit hoe de overeenkomst van partijen om zich aan bindend advies te onderwerpen tot stand is gekomen, in hoeverre partijen de gelegenheid hebben gehad hun standpunten naar voren te brengen, met welke informatie van hun kant rekening is gehouden, hoe het standpunt van de speler luidde en hoe dit is afgewogen tegen het standpunt van 1XCorp, waarop het oordeel is gebaseerd dat 1XCorp heeft gehandeld volgens de regels van haar website, welke regels dat waren en waardoor die regels voor de speler golden.
“De dienstverlener is verplicht de identiteit van een cliënt en de uiteindelijke belanghebbende indien die er is, vast te stellen voordat hij aan die cliënt een dienst verleent. (…)”De speler heeft zich na zijn tweede verzoek tot uitbetaling van speelwinst (nogmaals) moeten identificeren door het sturen van een kopie van zijn ID, zo stelt SBGOK onbetwist. 1XCorp heeft toen kennelijk geen grond gezien om eraan te twijfelen dat de persoon die om betaling vroeg dezelfde was als de speler. 1XCorp beschikt over informatie, waaronder de handtekeningen van de speler in (verschillende) identiteitsdocumenten, op grond waarvan Cyberluck haar betwisting van de echtheid van de ondertekening van de akte van cessie had kunnen en moeten onderbouwen. 1XCorp en Cyberluck hadden ook de bij hen bekende speler, met wie zij in het kader van de informele poging tot oplossing van het geschil nog contact hebben gehad, rechtsreeks kunnen vragen of hij degene is die de akte van cessie heeft ondertekend. Onder deze omstandigheden volstaat een blote ontkenning niet. Het gerecht ziet verder geen grond of aanleiding om aan de echtheid van de ondertekening te twijfelen. Die staat hiermee vast.
multi-accounting. Afgezien van een algemene, theoretische uiteenzetting van het belang van dit verbod bij het voorkomen en bestrijden van fraude, hebben gedaagden niet uiteengezet op grond waarvan dit verbod voor de speler gold, met welk concreet handelen hij het heeft overtreden, en dat die overtreding enige materiële invloed heeft gehad op (de hoogte van) de behaalde speelwinst. Door slechts te stellen dat de speler een verbod heeft overtreden maar dit niet (concreet aan te bieden) te bewijzen, ziet Cyberluck eraan voorbij dat de bewijslast van de juistheid van haar stelling op haar rust. Het is immers een zogenoemd bevrijdend, “ja maar” verweer.
7.500,00totaal 12.509,82