In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de eenvoudige gemeenschap van een woning tussen een vrouw en een man. De uitspraak volgt op een tussenvonnis van 11 september 2023 en een mondelinge behandeling op 9 november 2023. De vrouw heeft haar vordering ingetrokken en het gerecht heeft de waarde van de inboedelgoederen vastgesteld op NAf 9.310,-, gebaseerd op schattingen van beide partijen. De man heeft recht op de toedeling van een auto, waarvan de waarde op NAf 2.000,- is vastgesteld. De verdeling van de saldi van de bankrekeningen bij MCB Bank en Orco Bank is ook aan de orde, waarbij het saldo bij MCB Bank op NAf 23.053,51 is vastgesteld en het saldo bij Orco Bank, na aftrek van de koopsom van de woning, op NAf 88.102,89. De woning zelf valt niet in de huwelijksgoederengemeenschap, maar in een aparte gemeenschap, en zal moeten worden verkocht. Beide partijen hebben aangegeven dat zij een makelaar willen inschakelen voor de verkoop. De man heeft aanspraak gemaakt op een vergoeding voor onderhoudskosten van de woning en de vrouw op een gebruiksvergoeding voor de periode dat de man de woning heeft bewoond. De zaak is aangehouden voor verdere uitlatingen van partijen en zal op 8 januari 2024 opnieuw worden behandeld.