ECLI:NL:OGEAC:2023:280

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
CUR202302081
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over proceskostenveroordeling tussen eisers en Vereniging van Eigenaren Coral Estate

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. S.J.C. Anthonio, een kort geding aangespannen tegen de Vereniging van Eigenaren Coral Estate, vertegenwoordigd door mr. T. Aardenburg. De eisers, beiden woonachtig in Nederland, hebben hun eis verminderd en vorderen uitsluitend een proceskostenveroordeling ten laste van de gedaagde partij. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 augustus 2023, waarbij beide partijen via een videoverbinding aanwezig waren. Tijdens deze zitting zijn er verschillende e-mails uitgewisseld tussen de gemachtigden van beide partijen, waarin zij hun standpunten over de proceskostenveroordeling uiteenzetten.

Het gerecht heeft overwogen dat, nu de mondelinge behandeling is gesloten, er geen ruimte meer is voor het indienen van nadere schriftelijke stukken. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen minnelijke regeling is getroffen tussen partijen met betrekking tot de proceskosten. Aangezien eisers enkel een proceskostenveroordeling vorderen, heeft het gerecht besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 november 2023 door mr. O. Nijhuis, rechter, en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202302081
Vonnis in kort geding van 6 november 2023
in de zaak van

1.[EISER SUB 1] en

2.
[EISER SUB 2],
beiden wonend in Nederland,
eisers,
gemachtigde: mr. S.J.C. Anthonio,
tegen
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAREN CORAL ESTATE,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. T. Aardenburg.
Partijen zullen hierna eisers en gedaagde worden genoemd.
1.1.
Het procesverloop
1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van 7 juli 2023,
- producties van gedaagde, ingediend op 31 juli 2023,
- productie van eisers, ingediend op 31 juli 2023,
- de mondelinge behandeling op 1 augustus 2023, waar zij verschenen –via een videoverbinding – eisers, terzijde gestaan door de heer [naam 1], bouwarchitect, en bijgestaan door hun gemachtigde, en namens gedaagde haar voorzitter de heer [naam 2], bijgestaan door haar gemachtigde,
- correspondentie in verband met de aanhouding van de zaak in verband met het laten verrichten van een meting ter plekke.
- de e-mail van de gemachtigde van eisers van 31 oktober 2023;
- de e-mail van de gemachtigde van gedaagde van 1 november 2023;
- de e-mail van de gemachtigde van eisers van 2 november 2023.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De vordering

2.1.
Naar het gerecht begrijpt uit de e-mail van de gemachtigde van eisers van 31 oktober 2023, verminderen eisers hun eis en resteert uitsluitend nog de vordering een proceskostenveroordeling uit te spreken ten nadele van gedaagde.
2.2.
Hetgeen eisers daaraan ten grondslag leggen, staat in die e-mail van 31 oktober 2023.
2.3.
In de genoemde e-mail van 1 november 2023 voert gedaagde bij monde van haar gemachtigde verweer tegen de gevorderde veroordeling in de proceskosten. Daarin stelt die gemachtigde voorts dat de behandeling van het kort geding op de zitting is gesloten met het verzoek hetgeen de gemachtigde van eisers inhoudelijk in haar in r.o. 2.2 bedoelde e-mail stelt, buiten beschouwing te laten. Dat klemt te meer omdat gedaagde de lezing van eisers over het gebeurde betwist, aldus de gemachtigde. Daarop heeft de gemachtigde van eisers weer gereageerd in de genoemde e-mail van 2 november 2023.

3.De beoordeling

3.1.
Naar aanleiding van die mailwisseling tussen partijen wordt overwogen dat, nu de mondelinge behandeling is gesloten, de mogelijkheid om nadere schriftelijke stukken in te dienen niet meer openstaat en dat het gerecht onvoldoende aanleiding ziet de mondelinge behandeling te heropenen. Dat is ook niet verzocht.
3.2.
Het gerecht kan niet vaststellen of partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en zo ja wat die inhoudt, maar geen van beide partijen stelt dat dat is gebeurd met betrekking tot de proceskosten. Nu eisers uitsluitend nog een proceskosten veroordeling vorderen, leidt dit ertoe dat de proceskosten zullen worden gecompenseerd als hierna omschreven.

4.De beslissing in kort geding

Het gerecht:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
compenseert de kosten van dit geding in die zin dat elke partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, bijgestaan door H. Akbuz, griffier, en in het openbaar uitgesproken.