ECLI:NL:OGEAC:2023:279

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
CUR202303340
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van besluit tot deactivering arbitragecommissie door Curaçaose voetbalbond

In deze zaak, die op 15 november 2023 werd behandeld, vorderde de vereniging Hubentut Fortuna (HF) in kort geding schorsing van een besluit van de Federashon Futbol Korsou (FFK) om de arbitragecommissie te deactiveren. HF, een voetbalclub die deelneemt aan de competitie georganiseerd door FFK, stelde dat het besluit in strijd was met de statuten van FFK en dat de arbitragecommissie niet op de juiste wijze was gedeactiveerd. HF had eerder een verzoek ingediend om een wedstrijd ongeldig te verklaren, maar FFK had dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard. HF voerde aan dat het gerecht bevoegd was om het geschil te beoordelen, ondanks de statuten die voorschrijven dat geschillen aan FIFA of CONCACAF moeten worden voorgelegd. Het gerecht oordeelde dat HF een spoedeisend belang had en dat de kortgedingrechter bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. Het gerecht schorste het besluit van FFK en beval FFK om de reeds ingediende arbitrageverzoeken van HF door te sturen naar de arbitragecommissie. FFK werd ook veroordeeld in de proceskosten van HF. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een correcte procedure bij de deactivering van de arbitragecommissie en de rechten van leden binnen de organisatie.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202303340
Vonnis in kort geding van 15 november 2023
in de zaak van
de vereniging
DE VERENIGING HUBENTUT FORTUNA,gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.N. Zahedi,
tegen
de vereniging
FEDERASHON FUTBOL KORSOU,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E.J.J. Huizing.
Partijen worden hierna HF en FFK genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 19 oktober 2023, met producties,
  • de nagekomen producties van HF,
  • de producties van FFK,
  • de mondelinge behandeling van 1 november 2023,
  • de pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
FFK is de Curaçaose voetbalbond. HF is een voetbalclub die deelneemt aan de door FFK georganiseerde voetbalcompetitie, meer in het bijzonder de tweede divisie.
2.2.
In de statuten van FFK (hierna: de statuten) is het volgende bepaald, voor zover van belang:
“(…)
Article 13
OBLIGATIONS OF A MEMBER
1. The members have the following obligations:
(…)
f. to adopt a statutory clause specifying that any dispute requiring arbitration
involving itself or one of its members and relating to the Statutes/Articles, regulations, directives and decisions of FIFA, CONCACAF, FFK or the League(s) shall come solely under the jurisdiction of the appropriate Arbitration Tribunal of FIFA, CONCACAF or FFK and that any recourse to Ordinary Courts is prohibited;
(…)
Article 64
ARBITRATION
FFK shall create an Arbitration Tribunal, which shall deal with all internal national disputes between FFK, its Members, Players, Officials and match and players’ agents that do no fall under the jurisdiction of its judicial bodies. (…)
Article 65
JURISDICTION
FFK, its Members, Players, Officials and match and player’s agents will not take any dispute to Ordinary Courts unless specifically provided for in these Statues and FIFA regulations. Any disagreement shall be submitted to the jurisdiction of FIFA, CONCACAF or FFK.
FFK shall have jurisdiction on internal national disputes, i.e. disputes between parties belonging to FFK. FIFA shall have jurisdiction on international disputes, i.e. disputes between parties belonging to different Associations and/or Confederations.
(…)”
2.3.
Op 11 december 2022 heeft een voetbalwedstrijd plaatsgevonden tussen HF en Atletiko Saliña. Deze wedstrijd is geëindigd met een uitslag van 0 – 1 in het voordeel van Atletiko Saliña.
2.4.
Op 13 december 2022 heeft HF FFK verzocht voornoemde wedstrijd ongeldig te verklaren wegens deelname van een niet gerechtigde speler aan de kant van Atletiko Saliña, [naam 1].
2.5.
Op 14 december 2022 heeft FFK HF niet-ontvankelijk in haar verzoek verklaard, omdat HF de vereiste storting van NAf 50 een dag te laat zou hebben gedaan.
2.6.
Tegen voornoemde beslissing heeft HF op 15 december 2022 bij FFK om arbitrage verzocht.
2.7.
Bij beslissing van 16 december 2022 is de Arbitragecommissie tot een andere conclusie gekomen dan FFK op 14 december 2022, namelijk dat betaling tot aan de behandeling van het verzoek kan geschieden waardoor HF niet niet-ontvankelijk kon worden verklaard.
2.8.
Op 19 en 31 december 2022 heeft HF weer een arbitrageverzoek bij FFK ingediend.
2.9.
Bij beslissing van 11 januari 2023 heeft FFK aan HF bericht dat conform het huishoudelijk reglement FFK de Arbitragecommissie niet bevoegd is, maar de Commissie van Beroep.
2.10.
Op 11 januari 2023 heeft HF nogmaals een arbitrageverzoek bij FFK ingediend.
2.11.
Bij brief van 26 januari 2023 heeft FFK de Commissie van Beroep om advies gevraagd.
2.12.
Op 17 maart 2023 heeft HF wederom een arbitrageverzoek bij FFK ingediend.
2.13.
Op 13 mei 2023 heeft de Commissie van Beroep de door FFK gestelde vragen beantwoord.
2.14.
Op 22 mei 2023 heeft HF opnieuw een arbitrageverzoek bij FFK ingediend.
2.15.
Op 6 juli 2023 heeft de Arbitragecommissie de beslissing van FFK van
11 januari 2023 vernietigd.
2.16.
Bij brieven van 3 augustus en 7 september 2023 heeft Fédération Internationale de Football Association (hierna: FIFA) FFK gewezen op diverse onregelmatigheden die zij gedurende een in 2021 gehouden audit binnen FFK respectievelijk tijdens haar bezoek in de periode 29 tot 31 augustus 2023 heeft geconstateerd.
2.17.
Bij beslissing van 5 september 2023 heeft de Arbitragecommissie geoordeeld dat de speler [naam 1] niet als een gerechtigd speler van Atletiko Saliña mocht worden aangemerkt maar als een niet-gerechtigde speler die niet aan de wedstrijd op 11 december 2022 had mogen deelnemen en dat de andersluidende beslissing van FFK van 20 juli 2023 in strijd is met de geldende regels.
2.18.
Bij brief van 17 september 2023 heeft FFK besloten dat de finale play-off van de tweede divisie tussen drie clubs zal worden gespeeld, te weten HF, Atletiko Saliña en New Song.
2.19.
Bij brief van 18 september 2023 heeft HF daartegen geprotesteerd en FFK verzocht om dit voor te leggen aan de Arbitragecommissie.
2.20.
Op 23 september 2023 heeft HF FFK bericht dat zij in afwachting van de beslissing van de Arbitragecommissie onder protest zal spelen.
2.21.
Bij bericht van 8 oktober 2023 in Organo Ofisial (O.O) heeft (het bestuur van) FFK haar leden onder meer geïnformeerd dat de Arbitragecommissie tijdelijk is gedeactiveerd/opgeschort (hierna: het Besluit).
2.22.
HF is niet gepromoveerd naar de eerste divisie van de voetbalcompetitie en speelt onder protest haar wedstrijden in de tweede divisie van het reeds lopende (nieuwe) seizoen.

3.De vordering

3.1.
HF vordert – samengevat – dat het gerecht:
I. het Besluit schorst totdat de Algemene Ledenvergadering van FFK (hierna: de AV) hierover heeft beslist,
II. FFK beveelt de reeds ingediende arbitrageverzoeken van HF binnen twee dagen na het vonnis door te sturen naar de Arbitragecommissie, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
III. Bepaalt dat de schorsing van het Besluit geldt voor de periode totdat in de reeds aanhangig gemaakte bodemprocedure onherroepelijk is beslist over de vernietiging van het Besluit,
IV. FFK veroordeelt in de proceskosten.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
FFK voert als meest verstrekkend verweer aan dat het gerecht onbevoegd is om van de vordering van HF kennis te nemen. Dit omdat in artikel 65 van de statuten is bepaald dat “members” van FFK, dus ook HF, geen enkel geschil zal voorleggen aan de overheidsrechter, tenzij dit op grond van de statuten en/of FIFA regels is toegestaan. Nu dat in het onderhavige geval niet is toegestaan, dient HF het geschil voor te leggen aan FIFA, FFK of de continentale bond CONCACAF (Noord- en Midden-Amerika en de Caraïben), aldus FFK.
4.2.
HF voert daartegen aan dat het Besluit is aan te merken als een verenigingsrechtelijk besluit. Op grond van de wet kunnen besluiten van een vereniging aan de rechter worden voorgelegd met de vraag om die besluiten te toetsen aan de statuten en de reglementen van de vereniging. Er is een voorlopige voorziening in kort geding vereist omdat er geen specifieke beroepsgang open staat tegen de weigering van (het bestuur van) FFK om een arbitrageverzoek door te sturen naar het bevoegde orgaan. Er kan niet van worden uitgegaan dat met een interne procedure een vergelijkbaar resultaat kan worden bereikt als met een voorlopige voorziening in kort geding. Gelet op het financieel belang van HF, is zij erbij gebaat om snel een uitspraak te verkrijgen.
4.3.
Het gerecht stelt in dit verband voorop dat de kortgedingrechter fungeert als restrechter in alle zaken met een spoedeisend karakter. De aanwijzing van een andere bevoegde rechter of van een speciale rechtsgang maakt de kortgedingrechter in beginsel niet onbevoegd. Dit is anders wanneer de aangewezen rechter of rechtsgang voldoende rechtsbescherming biedt. Hiertoe wordt vereist dat in spoedeisende gevallen een met voldoende waarborgen omklede snelle rechtsgang openstaat waarin HF een met het kort geding vergelijkbaar resultaat kan bereiken. [1]
4.4.
In het licht van voormelde maatstaf overweegt het gerecht uit artikel 65 van de statuten niet kan worden afgeleid dat met een procedure bij FIFA, CONCACAF of FFK een vergelijkbaar resultaat kan worden bereikt als met een voorlopige voorziening in kort geding. FFK heeft evenmin aangevoerd dat die organen een beslissing kunnen nemen op basis van de stellingen die HF in deze procedure aan haar vordering ten grondslag legt. Dit betekent dat in dit kort geding niet aannemelijk is geworden dat een met voldoende waarborgen omklede snelle rechtsgang openstaat, terwijl HF aannemelijk heeft gemaakt dat zij gelet op (de grondslag van) haar vordering en haar financieel belang een spoedeisend belang heeft. De conclusie is daarom dat het gerecht bevoegd is om kennis te nemen van het geschil tussen partijen.
Schorsing van het Besluit
4.5.
HF stelt dat het bestuur van FFK de Arbitragecommissie heeft uitgeschakeld en heeft bepaald dat een Legal Commissie zal worden ingesteld en dat de Beroepscommissie de plaats van de Arbitragecommissie zal innemen. De Arbitragecommissie is een orgaan dat door de statuten in het leven is geroepen. Uitschakeling van de Arbitragecommissie vereist derhalve een wijziging van de statuten. De AV is het enige orgaan binnen FFK die statutaire bepalingen kan aanpassen en ook de bevoegdheid om leden van de Arbitragecommissie te ontslaan komt aan de AV toe. Het Besluit om de Arbitragecommissie uit te schakelen is niet op een reglementair voorgeschreven wijze tot stand gekomen, waardoor het volgens HF nietig is wegens strijdigheid met de statuten.
4.6.
Onder verwijzing naar de brieven van FIFA [2] voert FFK aan dat FIFA diverse onregelmatigheden heeft geconstateerd. Een van de belangrijkste punten die hier steeds naar voren komt, is de herziening van de statuten die meer in lijn moeten worden gebracht met de regels van FIFA en CONCACAF. Bij hun bezoek aan de FFK eind augustus 2023, heeft FIFA aangegeven dat een van de herzieningen de inrichting van de legal process betreft. FIFA heeft onder meer een aanbeveling gedaan waarbij in de statuten de legal process wordt omgezet naar een veel simpeler en overzichtelijke opzet van twee lagen structuur zonder arbitrage. FFK is in lijn met deze aanbevelingen tijdens de bestuursvergadering tot het Besluit gekomen. De twee lagen structuur van de Disciplinaire Commissie en de Beroepscommissie zonder de Arbitragecommissie, is geldend verklaard voor de huidige seizoenscompetitie.
4.7.
HF vordert in deze procedure schorsing van het Besluit totdat AV hierover heeft beslist dan wel totdat in de reeds aanhangig gemaakte bodemprocedure onherroepelijk is beslist over de vernietiging van het Besluit. Nu het om een besluit van een orgaan van een rechtspersoon gaat, kan het Besluit slechts worden geschorst als het in hoge mate waarschijnlijk is dat de bodemrechter het Besluit zal vernietigen. In artikel 2:21, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat een besluit van een orgaan van de rechtspersoon dat in strijd is met de wet of de statuten nietig is, tenzij iets anders uit de wet voortvloeit. Of een vernietigingsgrond aanwezig is, zal in kort geding slechts marginaal getoetst kunnen worden.
4.8.
Het gerecht stelt vast dat FFK op grond van artikel 13, eerste lid van de statuten de verplichting heeft om in haar statuten te bepalen dat – kort gezegd – ieder geschil waarbij arbitrage is vereist, uitsluitend een arbitragetribunaal bevoegd is. In aanvulling daarop is in artikel 64 van de statuten bepaald dat FFK een arbitragetribunaal zal oprichten voor alle interne nationale geschillen tussen onder andere FFK en haar leden die niet onder de bevoegdheid van de rechtsprekende organen van FFK vallen. Dat heeft FFK met de Arbitragecommissie gedaan.
4.9.
Gelet op deze bepalingen in de statuten waarin de Arbitragecommissie een voorgeschreven orgaan is, is het Besluit van (het bestuur van) FFK om de Arbitragecommissie voor de huidige seizoenscompetitie te deactiveren/opschorten naar het voorlopige oordeel van het gerecht in strijd met de geldende statuten. Hoewel (het bestuur van) FFK gelet op de aangehaalde brieven van FIFA zwaarwegende argumenten kan hebben om de Arbitragecommissie uit te schakelen, is daarvoor een statutenwijziging vereist. Niet in geschil dat alleen de AV (met een gekwalificeerde meerderheid van 2/3) daartoe bevoegd is, hetgeen (nog) niet is gebeurd. Nu HF in dit kort geding aannemelijk heeft gemaakt dat het Besluit nietig is wegens strijd met de statuten, zal het Besluit worden geschorst totdat de AV hierover heeft beslist dan wel in een bodemprocedure onherroepelijk is beslist over de nietigheid van het Besluit.
Doorsturen van reeds ingediende arbitrageverzoeken
4.10.
HF heeft in het verlengde van het voorgaande tevens gevorderd om FFK te bevelen de al ingediende arbitrageverzoeken van HF door te sturen naar de Arbitragecommissie. Verzoeken om arbitrage moeten namelijk bij het bestuur van FFK worden ingediend, die het dan direct naar de Arbitragecommissie moet doorsturen, welke commissie het verzoek vervolgens moet beoordelen. Dat FFK in strijd met haar plicht heeft geweigerd om de arbitrageverzoeken door te sturen, acht HF in strijd met de redelijkheid en billijkheid die het bestuur van FFK jegens HF in acht dient te nemen.
4.11.
FFK is volgens haar niet gehouden de reeds door HF ingediende arbitrageverzoeken door te sturen naar de Arbitragecommissie. De betreffende arbitrageverzoeken hebben allemaal te maken met het verzoek van HF om de voetbalwedstrijd tussen haar en Atletiko Saliña ongeldig te verklaren wegens een niet gerechtigde speler aan de kant van de laatstgenoemde voetbalclub. De Beroepscommissie, die conform het huishoudelijk reglement FFK daartoe bevoegd is, heeft een bindende uitspraak gedaan die inmiddels onherroepelijk is geworden. FFK is dan ook niet gehouden de reeds door HF ingediende arbitrageverzoeken door te sturen naar de Arbitragecommissie, aldus steeds FFK.
4.12.
Het gerecht overweegt dat FFK ter zitting heeft toegelicht dat zij aan de hand van een verzoek beoordeelt welke commissie bevoegd is. Als FFK tot de conclusie komt dat de Arbitragecommissie niet bevoegd is, wordt een daartoe ingediend verzoek niet naar die commissie doorgestuurd om tegenstrijdige beslissingen (met bijvoorbeeld de Beroepscommissie) te voorkomen. Het gerecht is voorshands van oordeel dat het aan de betreffende commissie is om te bepalen of zij al dan niet bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen en niet aan FFK, temeer daar gesteld noch gebleken is waar FFK die zeggenschap aan ontleent. Daarbij komt dat het arbitrageverzoek van HF van 18 september 2023 [3] betrekking heeft op de beslissing van FFK om de finale play-off van de tweede divisie tussen drie clubs te laten spelen en niet – zoals FFK heeft gesteld – op het verzoek van HF om de voetbalwedstrijd tussen haar en Atletiko Saliña ongeldig te verklaren wegens een niet gerechtigde speler van de laatstgenoemde voetbalclub. Nu het Besluit zal worden geschorst, zal de vordering van HF om alle reeds ingediende arbitrageverzoeken [4] naar de Arbitragecommissie door te sturen eveneens worden toegewezen.
Slotsom
4.13.
De conclusie is dat (de werking van) het Besluit zal worden geschorst totdat de AV hierover heeft beslist dan wel in een bodemprocedure onherroepelijk hierover is beslist.
4.14.
Verder zal FFK worden bevolen de reeds ingediende arbitrageverzoeken van HF binnen twee dagen na het vonnis door te sturen naar de Arbitragecommissie. Het gerecht ziet aanleiding om dit bevel te versterken met een dwangsom, maar zal deze matigen en maximeren, een en ander als in het dictum omschreven.
Proceskosten
4.15.
Omdat FFK (grotendeels) in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van HF worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 473,14 aan oproepingskosten en NAf 1.500 aan gemachtigdensalaris.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.16.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing in kort geding

Het gerecht:
5.1.
schorst (de werking van) het Besluit totdat de AV hierover heeft beslist dan wel in een bodemprocedure onherroepelijk hierover is beslist;
5.2.
beveelt FFK de reeds ingediende arbitrageverzoeken van HF binnen twee dagen na het vonnis door te sturen naar de Arbitragecommissie;
5.3.
veroordeelt FFK om aan HF een dwangsom te betalen van NAf 1.000 voor iedere dag dat zij na betekening van dit vonnis niet aan het in 5.2. bepaalde voldoet, tot een maximum van NAf 25.000;
5.4.
veroordeelt FFK in de proceskosten van HF van NAf 2.423,14;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, bijgestaan door mr. H. Akbuz, griffier, en in het openbaar uitgesproken.

Voetnoten

1.Vgl. het arrest van de Hoge Raad van 16 maart 1990, NJ 1990/500.
2.Zie rechtsoverweging 2.16.
3.Zie r.o. 2.19.
4.Zie r.o. 2.6., 2.8., 2.10., 2.12., 2.14. en 2.19.