ECLI:NL:OGEAC:2023:269

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
CUR202301113
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming vereffenaar onbeheerde nalatenschap en verzoek tot toekenning perceel

In deze zaak heeft verzoekster een verzoek ingediend met betrekking tot een braakliggend perceel in Otrobanda, kadastraal bekend als Stadsdistrict Sectie B nr. 562 (I-B-562). Het perceel, groot 290 m2, staat op naam van een erflater die in 1986 is overleden en wiens erfgenamen onbekend zijn. Verzoekster, die tegenover het perceel woont, heeft het perceel jarenlang als vuilnisbelt ervaren en heeft kosten gemaakt voor het schoonmaken ervan. Ze verzoekt om als gebruiker van het perceel te worden aangemerkt en om het perceel in eigendom te krijgen, alsook om de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen te benoemen tot vereffenaar van de nalatenschap.

Het gerecht heeft het primaire verzoek tot toekenning van het perceel afgewezen, omdat verzoekster niet voldoet aan de eis van tien jaar gebruik zoals gesteld in artikel 3:200b BW. Het gerecht oordeelt dat verzoekster niet als gebruiker kan worden aangemerkt, aangezien haar bemoeienissen met het perceel niet frequent en structureel genoeg zijn. Het subsidiaire verzoek om benoeming van een vereffenaar is echter toegewezen, omdat de nalatenschap onbeheerd is gebleven en de erfgenamen onbekend zijn. De Stichting Afwikkeling Nalatenschappen is benoemd tot vereffenaar, en verzoekster zal een vergoeding van NAf 4.000 ontvangen voor gemaakte kosten.

De beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort en is op 21 juli 2023 in het openbaar uitgesproken. De rechter heeft ook verwezen naar een eerdere zaak, maar deze bleek minder relevant voor de huidige beslissing.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202301113
Beschikking van 21 juli 2023
inzake het verzoek op grond van artikel 3:200a en/of artikel 4:204 van het Burgerlijk Wetboek, inzake
WITTEWEG […],
gelegen te Kortijn/Otrobanda in het Stadsdistrict van Curaçao, groot 290 m2, kadastraal bekend als Stadsdistrict Sectie B nr. 562 (I-B-562), in eigendom verkregen bij akte van ruiling op 5 juni 1975, en geregistreerd in register C deel 337 nummer 67 ten name van
[…], geboren te Sint Vincent op […] 1905 en
overleden op Curaçao op […] 1986.
met als verzoekster:
[VERZOEKSTER],
wonend in Curaçao,
procederend in persoon.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van 11 april 2023;
- de openbare oproepingen;
- de behandeling ter zitting van 11 juli 2023.

2.De beoordeling

Het verzoek
2.1.
Het verzoek van verzoekster heeft betrekking op het perceel kadastraal bekend als Stadsdistrict Sectie B nr. 562 (I-B-562), en plaatselijk bekend als Witteweg […] te Kortijn/Otrobanda. Het betreft een braakliggend stuk grond van ongeveer 290m2. Het zal hierna worden aangeduid als ‘het perceel’.
2.2.
Het perceel staat op naam van […], geboren te Sint Vincent op […] 1905 en overleden op Curaçao op […] 1986. Hij zal hierna worden aangeduid als ‘erflater’.
2.3.
Verzoekster verzoekt, samengevat, bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
  • verzoekster te doen aanmerken als gebruiker in de zin van artikel 3:200a e.v. van het Burgerlijk Wetboek van het perceel, alsmede,
  • het perceel aan verzoekster in eigendom toe te kennen;
subsidiair:
  • Stichting Afwikkeling Nalatenschappen te benoemen tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater, alsmede;
  • te bepalen dat een redelijke vergoeding ten bedrage van NAf 1.311,85, zal worden vastgesteld betreffende de kosten inzake het onderhoud en de taxatie, alsmede te bepalen dat tevens de proces- en oproepingskosten zullen worden vergoed.
2.4.
Belanghebbenden zijn opgeroepen door de wettelijk voorgeschreven publicaties. Niemand heeft zich als belanghebbende gemeld.
2.5.
Verzoekster legt aan haar verzoek samengevat het volgende ten grondslag:
  • verzoekster woont tegenover het perceel;
  • het perceel is onbebouwd en ligt tussen de Witteweg en de Seranostraat;
  • jarenlang werd het perceel gebruikt als vuilnisbelt, met overlast door onder meer ratten als gevolg;
  • in 2022 hebben verzoekster en andere buurtbewoners het perceel schoongemaakt, waarna het perceel al weer snel werd gebruikt als dumpplaats voor afval;
  • verzoekster heeft kosten gemaakt voor hernieuwde schoonmaak;
  • de erflater had geen testament en zijn erfgenamen zijn niet bekend;
  • de nalatenschap van erflater en het perceel zijn al vele jaren onbeheerd;
  • verzoekster heeft het perceel laten taxeren;
  • verzoekster wenst het perceel tegen de getaxeerde waarde in eigendom te krijgen om het vervolgens te kunnen onderhouden en te bebouwen, waarmee een einde zal komen aan de overlast van de vuilstort.
2.6.
Zoals ter zitting gezegd, is het primaire verzoek niet toewijsbaar en het subsidiaire verzoek wel.
Geen toekenning perceel aan verzoekster
2.7.
Het primaire verzoek kan niet worden toegewezen. Ook indien wordt aangenomen dat het hier een langdurig onverdeeld gebleven nalatenschap betreft als bedoeld in artikel 3:200a BW en verder, kan verzoekster naar het oordeel van het gerecht niet worden aangemerkt als ‘gebruiker’ in de zin van die wettelijke regeling aan wie de zaak kan worden toegekend. Artikel 3:200b BW bepaalt dat onder gebruikers worden verstaan personen die de zaak ten minste tien jaren in gebruik hebben, waarbij de rechter in bijzondere gevallen een kortere termijn kan aanhouden. Dat verzoekster niet aan de tienjaren-eis voldoet staat vast. Van een bijzonder geval om hier een kortere termijn aan te houden is naar het oordeel van het gerecht geen sprake. De bemoeienissen van verzoekster met het perceel zijn bovendien niet van dien aard dat gezegd kan worden dat het perceel, ook in de ogen van derden, bij verzoekster in gebruik is en dat verzoekster de gebruiker daarvan is. Daarvoor zijn die bemoeienissen onvoldoende frequent en structureel [1] . Voorts zijn er geen (voldoende concrete) aanwijzingen dat verzoekster afstamt van erflater en daardoor als deelgenoot en ‘gebruiker’ in de zin van artikel 3:200b lid 3 BW is te beschouwen. Toekenning van het perceel aan verzoekster is dan ook niet aan de orde.
Benoeming vereffenaar
2.8.
Het subsidiaire verzoek wordt toegewezen. Vaststaat dat sprake is van een nalatenschap en uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het duidelijk geworden dat die nalatenschap, althans het perceel, al lange tijd onbeheerd is gebleven. Nu de erfgenamen niet bekend zijn en de nalatenschap onbeheerd is gebleven, is verzoekster bevoegd om ex artikel 4:204 lid 1 onder a BW te verzoeken om benoeming van een vereffenaar. Verzoekster is als omwonende van het perceel en gelet op de door haar gestelde overlast aan te merken als belanghebbende in de zin van die wetsbepaling.
2.9.
De Stichting Afwikkeling Nalatenschappen, vertegenwoordigd door mr. Davelaar-Franklin, heeft zich ter zitting bereid verklaard om tot vereffenaar te worden benoemd. De stichting zal tot vereffenaar worden benoemd. Daarbij zal worden bepaald dat de door verzoekster ten behoeve van de nalatenschap gemaakte kosten (onderhoud, taxatie, deze procedure) aan haar dienen te worden vergoed. Die kosten worden begroot op NAf 4.000.

3.De beslissing

op het primaire verzoek op grond van artikel 3:200a en verder BW:
3.1.
wijst het verzoek af;
op het subsidiaire verzoek op grond van artikel 4:204 lid 1 sub a BW:
3.2.
benoemt de stichting Stichting Afwikkeling Nalatenschappen, gevestigd in Curaçao, tot vereffenaar van de onbeheerde nalatenschap van de erflater;
3.3.
draagt de griffier op de benoeming van de vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven;
3.4.
draagt de vereffenaar op om haar benoeming te publiceren in de Landscourant, alsmede in de in Curaçao verschijnende dagbladen Èxtra en Antilliaans Dagblad;
3.5.
bepaalt dat de vereffenaar indien en zodra daartoe de middelen beschikbaar zijn aan verzoekster een bedrag van NAf 4.000 vergoedt terzake door verzoekster ten behoeve van de nalatenschap gemaakte kosten;
3.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 21 juli 2023 in het openbaar uitgesproken.

Voetnoten

1.De Bonairiaanse zaak Noord Salina uit 2009 waarnaar de rechter op de zitting verwees is bij nader inzien toch wat minder relevant in dit verband.